De middeleeuwen tot leven gebracht

Nobel streven – Frits van Oostrom – Uitgeverij Prometheus – 384 blz.

In de gemeente Velsen (Noord-Holland), meer bepaald in het dorp Santpoort kan je nog altijd de ruïnes van een kasteel bezoeken. Eens was dit slot de thuishaven van een van de belangrijkste middeleeuwse Hollandse families nl. de Brederodes. In zijn boek Nobel streven brengt Frits van Oostrom, specialist Nederlandse letterkunde van de middeleeuwen, op boeiende wijze een van de bekendste telgen van deze dynastie tot leven: ridder Jan van Brederode (1372 – 1415).
De Brederodes behoorden in die tijd tot een van de meest vooraanstaande families in Holland met heel wat bezittingen en belangen. Normaal gezien zou Dirk, Jans oudere broer, zijn vader opgevolgd zijn maar deze treedt binnen in een klooster. Jan wordt de achttiende heer van Brederode.

In zijn streven naar roem, eer en fortuin overspeelt hij zijn hand. De bruidsschat voor zijn echtgenote Johanna van Abcoude en de jaarlijkse financiële verplichtingen naar zijn schoonvader toe hangen als een molensteen om zijn hals. Daarbij komt nog eens dat hij ook (dure) militaire verplichtingen heeft naar zijn leenheer, de graaf van Holland. Zo moet hij een paar keer mee optrekken op veldtocht naar Friesland. Ofschoon dit nog niet genoeg is, lijkt een ander doemscenario op te duiken: het huwelijk van Jan van Brederode blijft kinderloos. Het uitsterven van de dynastie van de Brederodes staat op het spel. Jan van Brederode besluit de ultieme poging te wagen om toch de gunst van God te verkrijgen: een verblijf in de zogenaamde grot van Patricius in het noordwesten van Ierland. Een retraite op een plaats waar je het vagevuur ervaart. Vergeefse moeite. Er komen geen kinderen.

Jan van Brederode tracht zijn financiën wat meer op orde te krijgen door het slaan van eigen munten maar hiermee lapt hij alle rechtsregels aan zijn laars. Om uiteindelijk nog te redden wat te redden valt nemen Jan en Johanna een drastische beslissing: ze ontbinden het huwelijk en treden beiden toe in een klooster. In het kartuizerklooster te Zelem (nabij het Belgische Diest) zal Jan van Brederode als lekenbroeder zijn tijd vullen met het vertalen van een Frans boek, Somme le roi (Des coninx summe). Een boek uit de dertiende eeuw van de dominicaan Laurent d’Orleans waarin de hoofdlijnen van de kerk zijn uiteengezet omtrent de tien geboden, de zonden en deugden van de mens, de twaalf artikelen des geloofs en de gebeden van het Onzevader en het Credo. De aanvullingen op de tekst die van Brederode heeft aangebracht leren ons ook wat meer over het innerlijke van de ridder. Diens levenshouding is allerminst optimistisch, zeg maar ronduit somber alhoewel de negatieve visie op de wereld van de kartuizers hierin ook een rol kan spelen. De mensen blijven maar verslaafd aan aardse bevrediging, zo schampert Jan: ‘We schijnen te denken dat varkens in hun mest groter geluk ervaren dan engelen in de hemel’.
Na de dood van zijn schoonvader treedt Jan van Brederode met toestemming van de paus uit het klooster of zoals kartuizerhistoricus H.J.J. Scholtens het zo mooi verwoordde: ‘hij wierp de kap op den tuin’. Maar de lokale bisschop van Utrecht heeft de kaarten al geschud en hierbij is geen plaats meer voor Jan van Brederode. Hij probeert nog manu militari zijn echtgenote uit het klooster te halen maar dit mislukt grandioos. Het gaat van kwaad naar erger. Uiteindelijk zal hij als huurling in het noorden van het huidige Frankrijk de dood vinden tijdens de slag van Azincourt, een van vele veldslagen tussen de Fransen en Engelsen tijdens de Honderdjarige Oorlog.

In dit geïllustreerde boek slaagt Van Oostrom de middeleeuwen op te roepen aan de hand van het levensrelaas van Jan van Brederode. Heel duidelijk komt het strakke feodale stelsel naar voren van leenmannen en leenheren, hun rechten en plichten en de hieraan gekoppelde huwelijkspolitiek. Een ongelooflijk maatschappelijk web waarin Jan van Brederode helemaal verstrikt geraakt. Maar ook andere aspecten van de toenmalige middeleeuwse samenleving komen goed tot uiting. Zo kan Jan van Brederode het klooster verlaten dankzij een pauselijk dispensatie. Zeg maar een corrupt stelsel waarbij mits het betalen van een som geld (‘administratiekosten’) de paus een oogje toeknijpt. Dergelijke praktijken zullen enkele decennia later koren op de molen zijn van de protestanten om de misbruiken in de kerk aan te klagen.

In zijn boek weidt Van Oostrom geregeld uit over een aantal onderwerpen. Zo komen we heel wat te weten over de kartuizers, de Hoekse en Kabeljauwse twisten, de veldtochten van de Hollandse graaf naar de Friezen, de slag bij Azincourt, de pelgrimage naar Sint-Patricius tot zelfs hilarische middeleeuwse middeltjes om de vruchtbaarheid te verhogen. Uit deze laatste twee voorbeelden blijkt trouwens hoe magische praktijken nog alom aanwezig waren. Frits van Oostrom kan ook zijn vreugde en bewondering niet verbergen over de vertaling van het boek Somme le roi. Doordat Jan van Brederode geen klassieke opleiding had genoten vertoont zijn werk een woord- en taalgebruik die een echte kartuizermonnik nooit zou hanteren. Van Brederodes vertaling bevat tal van hapaxen, woorden uit het Middelnederlands die we alleen via deze vertaling kennen. Enkele juweeltjes: cattenbiter (kermisklant), cnateren (kibbelen), gec-nose (zot), lollecater (valse vrome), moutvlieg (bierverslaafde) en verlancsaemheit (uitstelzucht).

Frits van Oostrom geeft in zijn tekst goed de bronnen weer die hij heeft gebruikt voor zijn reconstructie. Basistekst is de familiekroniek van Jan van Leiden maar deze wordt aangevuld met tal van andere fragmentarische bronnen die de puzzel compleet maken. Zo maakt hij onder meer duidelijk dat de veronderstelling dat Jan van Brederode tijdens de slag van Azincourt in Engelse loondienst gestorven is, op foutieve gegevens berust: hij werd door de Engelse koning Henry V geweigerd en heen gezonden. Alle achtergrondinformatie zoals de notenlijst, de bibliografie, extra illustraties, aantekeningen en een erratalijst staan op een aparte website. In het boek zelf vinden we achterin nog een stamboom van de Brederodes, verantwoording en dankwoord, een illustratieverantwoording en een register van persoons- en plaatsnamen.

Nobel streven is een echte aanrader omdat het reilen en zeilen in de middeleeuwse samenleving concreet wordt gemaakt aan de hand van een levensbeschrijving. Van Oostrom is een vlotte (en soms amusante) verteller die alles zeer goed duidt en zich niet laat verleiden om te ver van zijn bronnen af te wijken. Eens te meer laat de auteur merken waarom hij in het verleden de Spinoza- en AKO Literatuurprijs heeft gewonnen.

Kris Muylle

Andere recensies

Ridders van het Gulden Vlies – Hannah Iterbeke, Marthy Locht, Jonas Goossenaerts, Claire Toussat, Steven Thiry – Lannoo – 176 blz. ‘Deze oude spullen verdienden nog enige aandacht.’ Zo zouden de woorden van graaf Amédée de Beauffort hebben geklonken toen hij in 1836 op...
Lees verder Categorie: Geschiedenis, Kunst & Cultuur, Non-fictie
| Reageer!
Nadia’s dag – Henrieke Herber – Illustraties: Miriam Bouwens – Luitingh – Sijthoff – 96 blz. Voorleesboeken kun je nooit genoeg in huis hebben. Ieder kind vindt het heerlijk om regelmatig voorgelezen te worden. En als zo’n boek met verhalen er dan ook nog...
Lees verder Categorie: Voorleesboek
| Reageer!
Atlas van de Homo Sapiens – Telmo Pievani en Valéry Zeitoun – Vertaling en bezorging: Joris Capenberghs – Noordboek – 215 blz. Het woord Atlas staat volkomen terecht in de titel van deze prachtige uitgave in koffietafelformaat. Direct vallen de mooie en talrijke kaarten...
Lees verder Categorie: Geschiedenis, Non-fictie
| Reageer!