“Nederlands is zo’n lelijke stugge taal”

Tjerk Noordraven (1987) is sinds kort kinderboekenschrijver. Hij debuteerde met Het nieuwe spookhuis, het eerste deel van De engste serie ooit. Al een week na verschijning kreeg het boek een tweede druk. Hoewel hij het merendeel van zijn tijd inmiddels besteedt aan het schrijven van boeken, heeft hij ook nog een bedrijf in manuscriptredactie. Vanuit zijn expertise als redacteur schreef hij eerder twee boeken voor schrijvers: Handboek tijdsverloop en Iedereen kan uitgeven.

Het nieuwe spookhuis is je eerste kinderboek. Hoe kwam je op het idee om dit boek te maken?

Al zolang als ik me kan herinneren, vallen me constant ideeën voor boeken in. Die komen gewoon, op de raarste momenten. Ik deed echter nooit wat met die ideeën, hooguit maakte ik er een korte notitie van waar ik dan nooit meer naar keek. Het idee voor De engste serie ooit, waar Het nieuwe spookhuis het eerste deel van is, viel me echter in op een moment dat ik niets te doen had. Ik had op het nippertje een grote opdracht misgelopen en had daardoor onverwacht een maand vrij. Ik had dus tijd en toen kwam dit idee, gewoon toen ik op een bankje in het park zat, en toen dacht ik: laat ik het maar gaan schrijven. Diezelfde middag heb ik de personages uitgewerkt en een plotstructuur en hoofdstukindeling gemaakt, en de dag erna schreef ik het eerste hoofdstuk. Toen was ik niet meer te stoppen.

Je las als kind heel veel. Welke boeken zijn je bijgebleven?

Het is geen toeval dat ik nu griezelboeken schrijf. Toen ik tien jaar oud was hield ik erg van dat genre. Mijn kamer hing vol met posters van griezelboeken. Mijn broertje, met wie ik een kamer deelde, kreeg daar nachtmerries van. Dus mocht ik de posters alleen nog op de schuifdeur van de kast hangen, waar dan ’s avonds een andere deur overheen geschoven werd. De stapel boeken naast mijn bed moest ik met een doek bedekken. Toen ik twintig jaar later met mijn uitgever sprak over de cover van Het nieuwe spookhuis heb ik letterlijk gezegd: ‘Ik wil een cover waar je kleine broertje nachtmerries van krijgt.’
Hoewel ik veel griezelboeken las, vond ik ze zeker niet allemaal goed. De meeste vond ik erg tegenvallen. Ik begreep er bijvoorbeeld niets van dat iedereen de Kippenvel-boeken van R.L. Stine zo goed vond. Die boeken zijn zó slecht geschreven! Het enige boeiende eraan is het plot, de rest is vulsel. Elk van die boeken zit tjokvol storende herhaling, onnodige uitleg en nietszeggende dialogen. Dat zag ik als kind al. Mijn eigen boek is dan ook heel anders, het is een opeenvolging van spanning en actie. Eigenlijk is Het nieuwe spookhuis het boek dat ik als kind had willen lezen.

Vond je makkelijk een uitgever voor Het nieuwe spookhuis?

Ik heb maar één uitgeverij benaderd en daar waren ze meteen erg enthousiast. Nog dezelfde dag dat ze het manuscript ontvingen, hebben ze het gelezen en contact met me opgenomen. Die avond ging bij mij wel de champagne open.

Komen er nog meer kinderboeken aan?

Zeker. Het nieuwe spookhuis is het eerste deel van een serie, waarvan er twee boeken per jaar zullen verschijnen. Maar ik werk ook al aan boeken buiten de serie. In 2018 hoop ik drie kinderboeken te publiceren. Dat betekent flink aanpoten, want ik kan nog niet leven van de pen en moet ernaast dus ook nog gewoon werken. Als ik over een tijdje eenmaal fulltime schrijver ben, dan kan ik vier boeken per jaar schrijven.

Esther Malaparte is de illustrator. Volgens mij ook redelijk nieuw in kinderboekenland. Hoe kwam zij in beeld?

Mijn uitgever en ik wilden een cover die opvalt en die echt anders is dan andere kinderboeken. Daarom hebben we juist gezocht naar een illustrator die geen ervaring had met kinderboeken. Mijn uitgever Jolijn is net zo fanatiek als ik en we hebben avondenlang het internet afgezocht en elkaar rijtjes met mogelijke illustrators gemaild. We waren eigenlijk al buiten Nederland aan het kijken – in Duitsland, Portugal, Engeland – toen Jolijn ineens op Esther stuitte. We hadden allebei meteen zoiets van ‘dit is wie we zoeken’.

Eerder schreef je twee boeken voor schrijvers: Handboek tijdverloop en Iedereen kan uitgeven. Heb je die in eigen beheer uitgegeven?

Ja, maar niet via een self-publishing platform of zo. Ik heb Handboek tijdsverloop uitgegeven door (op papier) een eigen uitgeverij op te richten. Het boek is met veel zorg vormgegeven en gedrukt en ligt drie jaar na verschijning nog steeds in heel wat boekhandels. Omdat iedereen me maar bleef vragen hoe ik het gedaan had, schreef ik Iedereen kan uitgeven, een stappenplan om professioneel zelf je boek te publiceren.

Iedereen kan een boek uitgeven tegenwoordig, maar vind je dat ook een goed idee? Veel zelf gepubliceerde boeken zijn toch ondermaats?

Maar er zijn ook heel veel zelf gepubliceerde boeken die uiterst professioneel in de markt worden gezet, die veel beter geredigeerd en vormgegeven zijn dan boeken van uitgeverijen en die prima verkopen. Waarom zouden alleen uitgeverijen mogen bepalen wat goed is en wat niet? Ik ken auteurs die heel succesvol zijn in nichemarkten waar geen enkele uitgeverij zich op richt. Vroeger zouden die boeken nooit zijn uitgegeven. Het is toch geweldig dat die boeken nu wel kunnen verschijnen?

Je hebt Italiaanse taal- en letterkunde gestudeerd. Doe je daar nog iets mee?

Door Italiaans te spreken en vooral ook te denken in het Italiaans, ben ik heel anders naar taal gaan kijken. Nederlands is zo’n lelijke, stugge taal. Het Italiaans is een en al klankgedreven, zit vol ritme. Mijn schrijfstijl is heel erg beïnvloed door mijn kennis van het Italiaans. In Het nieuwe spookhuis zit veel actie. In die scènes is het heel belangrijk dat de zinnen goed klinken, dat er ritme in zit. Alleen dan kun je een pageturner-effect bereiken.
Bij het schrijven denk ik na over elk woord, elke komma. Op de uitgeverij worden ze daar gek van. Dan willen zij een voegwoord invoegen of een komma schrappen en dan kom ik met eindeloze argumenten waarom die aanpassing het ritme van het hele hoofdstuk verstoort. Zij kijken alleen naar die ene zin, terwijl ik het hoofdstuk als geheel bekijk. Ritme is zó belangrijk in mijn boek.

Hier mag je nog iets zeggen wat je graag kwijt wilt.

Meer over mij en mijn boeken vind je op www.engsteserieooit.nl.

Vragen: Pieter Feller
Foto van Tjerk Noordraven is gemaakt door Bart van Dieken

Andere recensies

Ferdinand Verbiest en de ontdekking van China – Veerle De Vos – Pelckmans – 341 blz. Ferdinand Verbiest (1623 – 1688) behoort zonder twijfel tot een van de meest onderschatte Vlamingen of Belgen. Gedreven door een niet te temmen bekeringsdrang en werkijver slaagde deze...
Lees verder Categorie: Biografie & Autobiografie, Geschiedenis, Non-fictie
| Reageer!
Net als ik – Muzoon Almellehan – Vertaling: Merel Leene – Kluitman – 240 blz. Dit is echt weer zo’n young adult boek waarvan ik hoop dat heel veel jeugd vanaf een jaar of 13 het gaat lezen maar zeker ook hun ouders. Ik...
Lees verder Categorie: Young Adult
| Reageer!
De pianostemmer – Daniel Mason – Vertaling: Lilian Schreuder – Hollands Diep – 397 blz. Het is eind negentiende eeuw. In Birma werkt een arts voor het Britse leger, Anthony Carroll, die er bijzondere methoden op na houdt om de vrede te bewaren. Zo...
Lees verder Categorie: Roman
| Reageer!