Beïnvloed door negentiende-eeuwse schrijvers

KerimKerim Göçmen werd in 1957 in Izmit, een stad ten oosten van Istanboel, geboren. Hij bracht zijn jeugd door in diverse plaatsen in Turkije, waar zijn vader het ambt van rechter uitoefende. In 1974 begon hij met de studie werktuigbouwkunde in Ankara. Drie jaar later kwam hij op uitnodiging van zijn tante naar Nederland. Hij veranderde van studie en koos voor politicologie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Gedurende zijn loopbaan, die hij als opbouwwerker begon en later als beleidsmedewerker voortzette, schreef hij korte verhalen. In 2013 debuteerde hij met de lovend ontvangen verhalenbundel Het geheim van de kromme neuzen. Rode kornoeljes is zijn romandebuut.

Las u als kind graag en waren er voldoende boeken voor u voorhanden?

Boeken lezen was mijn belangrijkste vrijetijdsbesteding en mijn zakgeld ging bijna helemaal op aan boeken. Ik snuffelde ook tussen de boeken van mijn vader. Hij hield van zowel wetenschappelijke als religieuze boeken, evenals van zowel westerse als van oosterse filosofen. Mijn vader was een bewonderaar van Mevlana, Soefi-denker. Hij was een vrome moslim, maar ook een overtuigd aanhanger van de Verlichting. Rede en wetenschap sloeg hij hoog aan en hij bracht die waarden over op zijn kinderen.

Uit wat voor milieu komt u? Wat deden uw vader en moeder? Werd er veel gelezen of werden er verhalen verteld?

Ik kom uit een ambtenaarsgezin. Studeren werd gestimuleerd, niet uit hang naar materialisme of om hogerop te komen, maar als een belangrijk goed in het leven, als een verworvenheid qua ontwikkeling en kennis. Mijn vader had een filosofische nieuwsgierigheid naar waarheid en de zin van het leven. Principes zoals gerechtigheid, rechtvaardigheid, gelijkheid, die bij zijn ambt van rechter pasten, bepaalden in belangrijke mate ons leven. Hij was een streng mens en liet ons weinig ruimte om aan deze principes zelf een invulling te geven. Ik had een sterk verlangen naar een oord waar ik me vrijer zou voelen. Mijn ouders waren beide geen verhalenvertellers, maar met name mijn moeder sprak vaak over vroeger, over de streek waar zij (en mijn vader) vandaan kwam. Zomervakanties die mijn broer en ik met mijn moeder tot mijn twaalfde bij haar vader in midden Turkije doorbrachten, hielden die verhalen levendig en actueel.

Schreef u in uw jeugd al verhalen en had u toen al de gedachte om ooit een boek te schrijven?

Het schrijven van verhalen hield me vroeger niet echt bezig. Het idee om een boek te schrijven kwam nu en dan in me op, maar zette niet door. Destijds had ik de passie daarvoor nog niet. Dat kwam veel later, toen ik al een aantal jaren in Nederland woonde.

U was twintig toen u naar Nederland kwam. Was het moeilijk om de taal te leren? Hoe bent u te werk gegaan?

Ik kwam in 1977 op uitnodiging van mijn tante naar Nederland om te studeren. Toen bestonden er geen inburgeringscursussen en gedegen taalcursussen. Ik leerde Nederlands op het taalpracticum van de TH Delft waar ik me had ingeschreven voor studie Werktuigbouwkunde. Hoewel het studeren mijn hoofddoel was, is dat in het begin niet de belangrijkste reden geweest om Nederlands te leren. Ik wilde niet afhankelijk zijn van mijn familie en landgenoten. Mijn jongste tante en haar man werkten toen als leerkracht in eigen taal en cultuur op een basisschool. Ik werd door hun Nederlandse collega’s die veel Turkse kinderen in de klas hadden, gevraagd om hen Turks te leren. Later gaf ik ook Turkse les aan welzijnswerkers en hulpverleners in de gezondheidszorg die beroepshalve met Turken te maken hadden. Voordat ik serieus met mijn studie begon, heb ik dus volop de gelegenheid gehad om mijn Nederlands te verbeteren. En de Russische klassieke schrijvers die ik vroeger in het Turkse gelezen heb, las ik opnieuw in het Nederlands.

U bent politicologie gaan studeren en opbouwwerker geworden, maar het duurde nog lang voor uw eerste boek Het geheim van de kromme neuzen (2013) uitkwam. Heeft u lang aan dit boek gewerkt en was het makkelijk om een uitgever te vinden?

Ik heb er lang over gedaan om te ontdekken waar mijn roeping lag: eerst zocht ik die vergeefs bij de Beta-wetenschappen (ik heb twee jaar in Ankara en een jaar op de TH Delft gestudeerd). Toen dacht ik die te vinden bij Politicologie aan de Erasmus Universiteit; deze studie heb ik wel afgemaakt. Uiteindelijk ontdekte ik mijn ware passie: het schrijven. Ik was inmiddels over de dertig en pas op 37-jarige leeftijd (1995) is mijn eerste verhaal – in Hollands Maandblad – gepubliceerd. Het lijkt er op dat ik allerlei zijpaden heb moeten bewandelen om uiteindelijk te ontdekken waar mijn hart ligt. Tussen 1995 en 2013 ben ik aan meerdere verhalen en romans begonnen die ik opzij legde en later weer oppakte. Ik werk nooit aan een stuk door aan één verhaal. Mede daardoor heeft het lang geduurd voordat ik ‘Het geheim van de kromme neuzen’ afkreeg. Bovendien was het niet gemakkelijk om een uitgever te vinden.

Omdat Nederlands niet uw eerste taal is, vraag ik me af of u uw boeken eerst in het Turks schrijft en dan zelf vertaalt of dat u ze rechtstreeks in het Nederlands schrijft?

Ik schrijf rechtsreeks in het Nederlands. Dat gaat gemakkelijker en spontaner dan eerst in het Turks te schrijven en vervolgens te vertalen.

Rode kornoeljes speelt in het stadje Kolçaklar. Is het een bestaand of een verzonnen stadje? Als het verzonnen is, waar heeft u het op gebaseerd?

Kolçaklar is een fictieve plaats, maar heeft de kenmerken van een kasaba (komt van het Arabische woord ‘kasba’) een type nederzetting tussen stad en dorp. Ze is in sociaal-economisch opzicht meer ontwikkeld dan een dorp, maar mist de anonimiteit en de moderniteit van een stad. Deze kijk van stedelingen op bewoners van kasaba heeft de uitdrukking taşralı opgeleverd wat betekent ‘provinciaals’. In fysieke zin is Kolçaklar een mix van een kuststadje (moerassen, katoenbouw, de zee) met de conservatieve kenmerken van een fors dorp in midden of oost Turkije.

Rode kornoeljes speelt in een tijd dat u nog niet was geboren. Heeft u veel onderzoek moeten doen, zoals naar de eerste vrije verkiezingen die toen plaats vonden?

Ik heb onderzoek gedaan naar die periode, met name de oorzaken van de politieke spanningen in die tijd. Bij de beschrijving van het culturele leven en heersende conventies heb ik gebruik gemaakt van mijn jeugdervaringen. Vanwege het beroep van mijn vader heb ik in verschillende kasabas zowel in het oosten als in het westen van Turkije gewoond.

In Rode kornoeljes wordt de puber Caner verliefd op de tien jaar oudere vrouw Gülbahar. Heeft u zelf zo’n verliefdheid ondervonden?

Ik ben tijdens mijn puberteit enkele keren verliefd geweest op oudere vrouwen, maar geen van die verliefdheden heeft de vorm van een passie aangenomen, zoals in Rode kornoeljes.

Rode kornoeljes volgde tamelijk snel op Het geheim van de kromme neuzen. Komt het derde boek er ook al aan? Zo ja, waar gaat dat over?

Ik ben geen productieve schrijver. Rode kornoeljes was voor een groot deel al af vóór de verschijning van ‘Het geheim van de kromme neuzen’. Een derde boek zal niet zo snel volgen.

Kunt u iets vertellen over uw werkwijze? Heeft u vaste schrijftijden? Weet u van te voren wat u gaat schrijven en maakt u een schema? Of heeft u een vaag plan en ziet u wel waar het verhaal heen zal leiden?

Ik heb een parttime baan als beleidsmedewerker bij de gemeente. De dagen dat ik thuis ben en de weekenden zijn mijn vaste momenten die ik zoveel mogelijk aan het schrijven probeer te wijden. Als ik een thema of een idee heb, dat zich leent voor een verhaal of een roman, maak ik eerst een korte samenvatting. In elk geval maken het thema, een korte beschrijving van het verhaal, personages en hun drijfveren daar deel van uit. Wanneer het verhaal uitwaaiert of niet vlot verloopt, keer ik terug naar de samenvatting, de basis, en loop de verhaalelementen na: is het thema niet te breed geformuleerd, handelen personages conform de plot van het verhaal, is de compositie hecht genoeg? Niet alles leg ik van tevoren vast en tijdens het schrijfproces laat ik ruimte voor een andere invulling of een einde.

Wilt u een stuk of vijf boeken/schrijvers noemen die u hebben beïnvloed of zeer bewondert?

Schrijvers die mij diepgaand hebben beïnvloed zijn allemaal negentiende-eeuwse schrijvers, van wie er vier Russische.
Tsjechov (zijn latere verhalen): open einde wat suggereert dat het leven van de personages voortgaat nadat het verhaal is afgelopen, lichte ironie zonder veroordeling, kundige vermenging sfeer en emoties van personages.
Toergenjew (Eerste liefde, Lentebeken, Vaders en Zonen): stilistische kunde, hechte compositie, liberale opvattingen.
Tolstoj (Anna Karenina, De dood van Iwan Iljitsj): onopgesmukte stijl, diepgaande karakteranalyses, effectief gebruik van monoloog interieur, filosofische en morele inslag in zijn thema’s (wat is geluk? Is een goed leven mogelijk?).
Gogol (Dode zielen, De mantel): zeer levendige en bizarre stijl, minutieuze beschrijvingen die personages en de omgeving bijna fysiek tastbaar maken, humor.
Stendhal (Rood en Zwart): bijna terloopse, gewone verteltrant alsof hij met zijn lezers converseert, effectief gebruik van interne monoloog (zoals bij Tolstoj)

Hier mag u nog iets zeggen wat u graag kwijt wilt.

Sinds ik me met literatuur bezig hou, doet het me goed te zien dat literatuur de potentie heeft om cultuurverschillen te overstijgen. Dat doet ze door haar unieke nadruk op het individu en zijn relatie met de samenleving, en op menselijke hoedanigheden die universeel blijken te zijn en lezers aangrijpen.

Vragen: Pieter Feller

Andere recensies

Vrouwen rondom Johan de Witt – Samenstelling: Ineke Huysman en Roosje Peeters – Uitgevrij Catullus – 344 blz. Robert Fruin, Gerhard Willem Kernkamp (alleen deel 1) en Nicolas Japikse publiceerden van 1906 tot 1919 een zesdelige bronneneditie: Brieven aan en Brieven van Johan de...
Lees verder Categorie: Boek van de week, Geschiedenis, Non-fictie
| Reageer!
Kom binnen! Theater lezen over thuis – Ineke Kraijo en Marlies Verhelst – Illustraties: Marja Meijer – Gottmer – 120 blz. Wat een verrassende serie die door uitgeverij Gottmer uitgegeven wordt. Ik had er eerlijk gezegd nog nooit één ingekeken, omdat ik geen recensies...
Lees verder Categorie: Kinderboeken
| Reageer!
Op de vriendschap – Milla Shan – Vertaling: Siska Goeminne – Illustraties: Frank Daenen – De Eenhoorn – 32 blz. Een vriendje hebben is voor de meeste kinderen belangrijk. In dit prachtige prentenboek wordt op een speelse manier verteld en getekend over het ontstaan...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!