Buiten spelen was spannender dan een jongensboek lezen

Johan Zonnenberg is in 1943 geboren in Den Haag. Op jonge leeftijd is hij met zijn familie naar Canada geëmigreerd, maar hij woont alweer jaren in Nederland, waarvan ruim twintig jaar in IJsselstein. Hij is vader van twee dochters en een pleegdochter. Hij schrijft romans, korte verhalen en gedichten. Daarnaast zet hij graag bomen op de foto. Zie zijn website. Ruim 30 jaar heeft hij op het Oosterlichtcollege gewerkt, als leraar Engels en leerling- en docentbegeleider. Hij schreef en redigeerde educatieve uitgaven. Inmiddels is hij als schrijver overgestapt van ondubbelzinnige feiten naar veelbetekenende fictie, in de vorm van korte verhalen, romans en gedichten.

Nieuw in 2017: De Schaduwbokser: In deze aangrijpende, maar ook met humor geschreven, prachtig gecomponeerde roman is de moeder van Victor aan het dementeren. Victor bezoekt haar wekelijks, maar hij leeft al heel zijn leven in conflict met haar. Al sinds zijn geboorte kleineert zijn moeder hem op allerlei manieren, maar nu ze dementeert wordt dit bij vlagen minder. Door terug te kijken in zijn verleden probeert Victor de werkelijke reden hiervan te achterhalen.

Uit wat voor gezin kom je? Werd er veel (voor)gelezen?

Uit een arbeidersgezin, dus weinig geld. En het was ook een gereformeerd gezin, dus veel geloof. Er waren vijf kinderen, of eigenlijk zes, maar het zusje dat kort na mij geboren werd overleed na zes maanden. Voor ons kinderen was het eigenlijk altijd een vijfkindergezin, maar voor mijn ouders lag dat anders. Dat beseften we pas veel later. De twee oudere zusjes deden veel samen, vooral elkaar in de haren zitten, mijn jongere broertje en zusje waren een stuk jonger, dus ik voldeed helemaal aan de theorie dat het middelste kind vrij stil in zijn eigen wereld zit.
We speelden vooral buiten. Zwierven met kinderen uit de straat door heel de buurt. We woonden vlakbij de tankgracht uit WO II. Daar hielden we hele gevechten en kropen in afgesloten bunkers. De spanning of er misschien nog een dode soldaat lag – nooit gebeurd gelukkig – en daarna van de vraag ‘hoe komen we hier uit?’ was groter dan van welk jongensboek ook.
Ook ’s avonds na het eten mochten we nog buiten spelen, tot het donker werd, en donker was een zeer rekbaar begrip. Resultaat: zoekende ouders. Dus al met al was er weinig tijd om (voor) te lezen.

Was je vroeger een leeskind? Wat waren destijds je favoriete boeken?

Eerst niet. Op mijn achtste emigreerden we naar Canada. Ik sprak geen Engels en het enige Nederlandse boek dat thuis voor mij in aanmerking kwam was Willem Wijcherts van W.G. van de Hulst. Dat boeide me zo dat ik het steeds maar weer las. Toen ik op Engels overging was Hans Brinker, or the silver skates mijn favoriet. Een zwaar geromantiseerd Amerikaans verhaal over Holland, waar je gewoon heimwee van zou krijgen. Mijn moeder had dat boek niet nodig, want ze had meteen al heimwee. Na drie jaar gingen we definitief terug naar Nederland. Daar stortte ik me op de Arendsoog boeken. Heerlijk! Op de middelbare school las ik tegen alle literaire adviezen van docenten Nederlands in veel Havanks en Simenons. Gelukkig hadden we nog geen verplichte literatuurlijsten. En (ik moet het toch bekennen) mijn oudste zusje kreeg bij de Libelle toen van die bouquetreeksachtige boekjes. Die verslond ik. Al je puberale dromen kregen daarin volwassen vorm. Dus misschien is het toch meer dan toeval dat mijn roman Stella A-Z in de Libelle verhalenwedstrijd bij de beste 20 eindigde, ook al ging het hier om spannende verhalen en is Stella A-Z bepaald geen romantisch verhaal.
Literatuur met een L las ik pas tijdens mijn studie. Mijn voorkeur ging uit naar Victoriaanse romans. Northanger Abbey van Jane Austen heb ik met ontzettend veel plezier gelezen.
Als docent Engels ben ik het pad van Young-Adultromans opgegaan om leerlingen echt leuke boeken die aansloten bij hun belevingswereld te kunnen adviseren. Dat was voor mijzelf beslist geen straf. Z for Zachariah vond ik erg beklemmend.

Je hebt lang in het onderwijs gewerkt. Was dat als kind al je droom?

In mijn tijd had je nog geen beroepsinteressetests of schooldecanen. Het was heel simpel: je ging het vak studeren waar je op school het beste in was. Bij mij was dat, niet zo verrassend, Engels. Wat ik ermee ging doen was ook geen probleem. Je kon er eigenlijk maar één ding mee: lesgeven. Doordat ik in Den Haag veel in het jeugdwerk had gezeten, leek lesgeven me wel leuk. Dat bleek het ook te zijn. Leerlingen? Mooi spul! Daarna heb ik met veel enthousiasme in m’n vrije tijd pedagogiek en onderwijskunde gestudeerd. Dat heeft me flink geholpen als leerling- en als docentbegeleider. Op die manier werd geen kinderdroom, maar een latere droom verwezenlijkt.

Je hebt leerboeken over taal geschreven. Helpt dat bij het schrijven van fictie?

Nou en of! Je leert helder en bondig formuleren en ook kritisch naar je eigen werk kijken. Bovendien hoor ik altijd gretig hoe anderen hun taal gebruiken. In fictie kan je daarmee spelen. Zo heeft Janus, de hoofdpersoon in Januskop, mijn YA-roman over een puber aan het vmbo, z’n eigen scheldwoorden. Het was heerlijk om die zelf te verzinnen.
Het mooie van fictie is natuurlijk dat je daar dubbelzinnig en veelbetekenend kunt schrijven, je mag suggereren of iets weglaten, terwijl het bij informatieve non-fictie ondubbelzinnig en compleet moet zijn. Dat zijn verschillende vaardigheden, die beide tevredenstellend kunnen zijn. Maar fictie heeft inmiddels mijn voorkeur.

Je hebt al veel geschreven. Heb je voorkeur voor een bepaald genre of is er nog een genre wat je graag zou willen schrijven?

Ik zeg het wel vaker: ik schrijf liever over draken van mensen dan over echte draken. Dus fantasy is het niet voor mij (ook al heb ik Lord of the Rings ooit achter elkaar uitgelezen omdat ik het niet kon wegleggen). Korte verhalen, want het beknopte zit kennelijk ingebakken, en romans waarin het gewone bijzonder wordt gemaakt lees en schrijf ik graag. En een kinderboek! Dat is echt een droom van mij.

De afbeelding op de cover van De schaduwbokser geeft heel mooi de melancholie weer en de eenzaamheid van de hoofdfiguur. Had jezelf het idee voor de cover?

Ja. Toen Marcel van Futuro Uitgevers vroeg of ik een suggestie had, kwam ik ter inspiratie met o.m. deze foto. Precies om de reden die jullie noemen. We waren het meteen eens over de sfeer, maar hij was te breed en er was geen plaats voor titel en auteur. Toen kwam Marcel met de huidige foto en daar hebben we met Maarten (de collega-uitgever) nog wat aan gewerkt, met dit als resultaat.
Fijn dat jullie je zo aangesproken voelen door de voorkant.

Victor is fotograaf, hij weet heel mooi over zijn vak te vertellen en over hoe fotografen met kleur en met name schaduw weten te spelen om zo het perfecte beeld vast te leggen. Heb jezelf ook interesse in fotografie?

Eerlijk gezegd heb ik Victor zijn geboortefotografie gegeven om de lezer te verrassen en te boeien. Anders dan in de VS is het hier nog tamelijk onbekend. Daarnaast staat het mooi in tegenstelling tot zijn (ex-)vriendin die in een hospice werkt. En het werkt op een bepaalde manier schrijnend bij zijn moeder, blijkt. Alleen, ik wist er weinig van, dus ik heb er wel grondig onderzoek naar gedaan om te kunnen overtuigen. Heb ik zelf wat met fotografie? Jazeker. Maar ik fotografeer een heel ander onderwerp, namelijk bomen. Dat doe ik als ze voor mij iets menselijks hebben. Zo heb ik intussen een hele serie van wat ik ‘Family Trees’ noem.

Als lezer heb je snel een voorkeur voor een karakter. Bij het ene personage erger je je dood en voor de ander heb je medeleven. In De schaduwbokser zat het wat die emoties betreft goed in elkaar. Heb jezelf een voorkeur voor een karakter uit je verhaal? Welke en waarom?

Na enige aarzeling, want ze zijn me allemaal op een of andere manier dierbaar, kies ik voor Amy. Ze lijkt ongecompliceerd, maar ze heeft ook diepgang, hecht aan het gewone en straalt levenskracht uit. Ik vind haar bewonderenswaardig.

Je karakters komen levensecht over. Zijn ze gebaseerd op echte mensen en ervaringen of is het puur fictie?

Dank je wel! Het zijn mijn composities van karaktertrekken en ervaringen van mensen die ik ken en als zodanig zijn het nieuwe en dus fictieve personen. Ik ben echt blij dat ze levensecht overkomen.

Het verhaal dat Victor uiteindelijk van zijn moeder hoort, laat bij hem behoorlijk wat dingen op zijn plaats vallen. Mijn enige kanttekening bij het verhaal was dat ik nog niet heb meegemaakt dat een dementerende onder de medicatie op deze wijze een verhaal kan afsteken. Maar goed dat is mijn beroepsdeformatie [Conny werkt in de zorg]. Heb jezelf ervaringen met dementie die je in dit boek wilde verwerken?

Ja, ik las het al in jouw recensie, Conny. Ik ben halfblij dat ik het zelf een paar keer heb meegemaakt. De ene keer werkte dat ontroerend doordat mijn dementerende moeder uitgebreid over hun overleden dochtertje vertelde, de andere keer had ik liever niet meegemaakt: een dementerend familielid vertelde over zijn oorlogservaring. Een naar verhaal, dat ik liever niet had gehoord. Sommige van mijn vrienden (want dementie is een hot item in mijn leeftijdsgroep) hebben een soortgelijke ervaring. En ooit heb ik in Canada een verzorgingshuis voor demente Nederlandse immigranten bezocht. Het personeel daar sprak Nederlands en was geschoold in liedjes van rond WO II. Verschillenden van hen hadden de – overigens schaarse, maar ontroerende – ervaring dat iemand diep vanuit zichzelf en met horten en stoten haar of zijn levensgeschiedenis ontvouwde. Een van de verzorgers omschreef het treffend: Zoals een krab tastend maar doelgericht over de bodem van de zee kruipt, zo bewegen zij over de bodem van hun bewustzijn.

Vragen: Conny Schelvis en Pieter Feller

Andere recensies

Vrouwen rondom Johan de Witt – Samenstelling: Ineke Huysman en Roosje Peeters – Uitgevrij Catullus – 344 blz. Robert Fruin, Gerhard Willem Kernkamp (alleen deel 1) en Nicolas Japikse publiceerden van 1906 tot 1919 een zesdelige bronneneditie: Brieven aan en Brieven van Johan de...
Lees verder Categorie: Boek van de week, Geschiedenis, Non-fictie
| Reageer!
Kom binnen! Theater lezen over thuis – Ineke Kraijo en Marlies Verhelst – Illustraties: Marja Meijer – Gottmer – 120 blz. Wat een verrassende serie die door uitgeverij Gottmer uitgegeven wordt. Ik had er eerlijk gezegd nog nooit één ingekeken, omdat ik geen recensies...
Lees verder Categorie: Kinderboeken
| Reageer!
Op de vriendschap – Milla Shan – Vertaling: Siska Goeminne – Illustraties: Frank Daenen – De Eenhoorn – 32 blz. Een vriendje hebben is voor de meeste kinderen belangrijk. In dit prachtige prentenboek wordt op een speelse manier verteld en getekend over het ontstaan...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!