Een keigoed boek

Een paleis voor de doden – Herman Clerinx – Uitgeverij Athenaeum – 350 blz.

Megalithische bouwwerken vormen de oudste architectonische overblijfselen in West-Europa. Stonehenge is ongetwijfeld het beste gekende monument. Maar het is zeker niet het meest indrukwekkende van Engeland. Hiervoor moeten we 30 km verder zijn in Avebury, een dorp van vijftig huizen dat zelf gedeeltelijk binnen een hengemonument staat. En wat te denken van Silbury Hill, een kunstmatige heuvel van veertig meter hoog, cirkelvormig en met een afgeplatte top van dertig meter breed. Qua omvang te vergelijken met de grootste piramides van Egypte maar voor alle duidelijkheid: de heuvel was géén grafmonument.

Megalithische complexen tref je overigens niet alleen aan in West-Europa. Je vindt ze overal ter wereld. In de Benelux is het aantal zeer bescheiden en twee plaatsen komen duidelijk naar voren: in België is dit de omgeving van Wéris en in Nederland de streek van Drenthe. In het eerste geval vond men de stenen ter plaatse. In Drenthe voerden gletsjers de keien aan gedurende de voorlaatste ijstijd.

Wie popelt van ongeduld om in eigen land deze overblijfselen te gaan bekijken, wordt op zijn wenken bediend. De nieuwsgierige lezer krijgt zowel de GPS-coördinaten als een korte wegbeschrijving mee met als surplus een korte maar degelijke beschrijving van de monumenten. Maar vooraleer op reis te gaan is het handig om het verschil te kennen tussen menhirs, dolmens en hunebedden. Herman Clerinx begint dan ook zijn boek met het bijbrengen van inzicht in de jungle van benamingen in het Nederlands en de belangrijkste Europese talen. Hij kadert de bouwwerken in de tijd (4.500 v.C. – 2.500 v.C.). Meteen wordt ook een zeer belangrijk misverstand uit de wereld geholpen: de megalieten waren géén Keltische bouwwerken. Tussen de eerste sporen van de Kelten en de dolmens van Wéris ligt ongeveer 2.000 jaar. Een misverstand dat zeker wordt gevoed door de strips van Asterix en Obelix waarin deze laatste de ganse tijd rond zeult met een menhir.

Herman Clerinx besteedt in zijn boek heel wat aandacht aan het waarom van deze bouwwerken. Hij overloopt de verschillende hypothesen. Waren het graven? Ja, maar bij een derde van de dolmens troffen archeologen geen menselijke resten aan. Waren het bouwwerken om het begin van bijvoorbeeld de zomer te kennen? In feite niet, want om de start van een seizoen te kennen heb je geen dergelijke complexe megalieten nodig. Maar waarom volgen ze dan een bepaalde zon- of maanlijn? Het waarom van deze bouwwerken is een complexe maar verrassende combinatie van verschillende aspecten waardoor de bewondering voor onze voorouders alleen maar toeneemt. Een goed onderbouwd hoofdstuk waarbij de auteur ook beroep doet op antropologische studies.

Het ganse boek is trouwens geschreven met respect voor wetenschappers en onderzoekers ook al volgt de auteur niet altijd hun mening. Herman Clerinx wil zich baseren op wetenschappelijk vastgestelde feiten. Archeologisch onderzoek in verband met menhirs is trouwens zeer multidisciplinair geworden. Een detail waar je zo over leest is wanneer Clerinx het heeft over de internationale contacten die de bewoners van Skara Brae er op nahielden. Sakra Brae is een heuvel op Mainland, het grootste van de Orkney-eilanden bij Schotland. Daar bevinden zich een van de oudste henges van Europa samen met 5000 jaar oude woningen in steen. Ondanks de afgelegen ligging stonden de eilanden in contact met de rest van Europa. Dat kon aangetoond worden door de restanten van woelmuizen die daar van nature niet voorkomen en dus moeten mee gekomen zijn met de overzeese bezoekers. Meer nog: men heeft kunnen achterhalen (door DNA-onderzoek?) dat de diertjes afkomstig waren uit het huidige België.

Herman Clerinx is een Belgisch freelance journalist voor diverse musea en tijdschriften. Hij is ook auteur van diverse populair-wetenschappelijke en wetenschappelijke publicaties over taalkunde, volkskunde en archeologie van West-Europa. Het vlot leesbaar en toegankelijk boek is geïllustreerd met twee katernen kleurenfoto’s. In de tekst zijn zwart-witfoto’s, kaartjes en tekeningen opgenomen. Achterin vinden we nog een bibliografie, illustratieverantwoording en register. Een echte aanrader voor wie meer wil te weten komen over de megalithische bouwwerken van onze voorouders.

Kris Muylle

Andere recensies

Stemmen in het duister – Nicci French – Vertaling: Lidwien Biekmann en Koos Mebius – Ambo Anthos – 442 blz. Na de succesvolle Frieda Klein-reeks maakten we vorig jaar in Wie heeft Charlotte Salter gezien kennis met een nieuw personage, rechercheur Maud O’Connor. Het lijkt...
Lees verder Categorie: Thrillers & Spanning
| Reageer!
Olifant heeft kriebel – Kaj Driessen – Illustraties: Barbara de Wolf – Samsara – 40 blz. Hoe komt een olifant aan die kriebel op zijn rug? Of beter gezegd: hoe komt hij er van af? Hij probeert van alles, maar hij kan zelf niet...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!
De ontdekking van Holland – Jan Brokken – Atlas Contact – 302 blz. Dit boek draait om Hotel Spaander in Volendam. Al in de jaren tachtig van de vorige eeuw werd Jan Brokken attent gemaakt op het feit dat het ooit een verzamelplaats was...
Lees verder Categorie: Geschiedenis, Kunst & Cultuur, Non-fictie
| Reageer!