Een parel

Parelmoerpoeder – Clyde R. Lo A Njoe – In de Knipscheer – 675 blz.

Parelmoerpoeder wordt verkregen door parelmoer extreem fijn te vermalen. Het wordt met andere ingrediënten verwerkt tot een gezichtsbalsem dan de huid een lichtere teint doet krijgen. Bekend is gebruik door Japanse vrouwen. De balsem wordt door Esther in prachtige delfts blauwe potjes (zie cover) internationaal verhandeld. Kunstschilders gebruiken het poeder ook als pigment – Dird is kunstschilder. Hoewel het poeder een belangrijk onderdeel van de inhoud uitmaakt, zijn de jaren voor, tijdens en na de oorlog in nog grotere mate verantwoordelijk voor de inhoud van de roman.

Geen oorlogshandelingen of verzetsdaden, maar het dagelijks leven onder de Duitse bezetting van Amsterdam is de kern van het verhaal.

Gerhardt Birkenbach is de zoon van een slager en zijn vrouw in Karlsruhe. Hij houdt zich onder meer bezig met de handel in edelstenen en halfedelstenen. Daarvoor vertrekt hij naar Idar Oberstein, het centrum in Duitsland van deze handel. Daarvandaan komt ook zijn vrouw Gudrun Stoll. De toestand in de dertiger jaren wordt voor joden steeds penibeler en een Nederlandse zakenvriend raadt de joodse familie dan ook aan uit Duitsland te vertrekken. Dat doen alleen Gerhardt en Gudrun met de hulp van die vriend en zij komen met enige moeite in Amsterdam terecht. Gerhardt en zijn vrouw krijgen officiële papieren – waarvoor de mysterieuze Johan Aspen verantwoordelijk is- en een nieuwe naam: Gerard en Anna Anders. Gerard krijgt een baan als slager bij Doppie/Dolf (eigenlijk Adolf!). Als de Duitsers Nederland bezet hebben volgt een gedetailleerd verslag van alle belevenissen en problemen om de oorlog te overleven. Deze gebeurtenissen worden door Esther, hun dochter, (geboren in de hongerwinter) verteld aan Dird.  Deze twee krijgen een sterke relatie totdat… Dird heeft een boezemvriend, Rousse, met wie hij alles bespreekt en die daarmee een belangrijk klankbord voor hem wordt, overigens beslist wederzijds. Hun belevenissen zijn daarmee de derde laag in het totaal van de roman.

Lo A Njoe heeft ingenieuze compositie aan de roman gegeven. Tijd, perspectief en opbouw vormen een weldoordachte verweven eenheid. Qua tijd speelt het zich af in de late zeventiger jaren. Esther, geboren op 25 december 1944, is inmiddels 34 jaar. Het verhaal begint met de ontmoeting van Dird met Esther en eindigt met het bezoek van Rousse aan Dird. Met uitzondering van de eerste drie bladzijden is het chronologisch en het perspectief is dan ook van uit Dird, hij is de verteller. De verhalen die Esther aan Dird vertelt, zijn niet chronologisch maar eerder associatief: herinneringen komen nu eenmaal niet chronologisch in het bewustzijn opduiken. De auteur werkt dus eigenlijk vanuit één perspectief, maar in de verhalen van Esther komen nogal wat ander perspectieven voor, voornamelijk in de belevenissen van Esthers vader, voor, in en na de oorlog. Het lijkt er in dat geval op dat we te maken hebben met een alwetende verteller. Toch is er ook iets anders aan de hand.

Dird heeft Esther namelijk beloofd haar verhalen vanuit haar herinneringen, aantekeningen en onderzoek op schrift te zetten. We kunnen deze roman ook zien als het resultaat daarvan: deze roman is het resultaat van Dirds beloofde inspanning, de geschiedenis van Gerhard en Anna en hun omgeving, aangevuld met de totstandkoming, zijn relatie met Esther en die met Rousse – de drie verweven lagen van de roman. Dat brengt eenheid in alle drie de literaire begrippen.

De auteur weet meesterlijk het verleden en het heden aan het einde van de roman bij elkaar te brengen. Over het hoe daarvan zou in dit verband een spoiler opleveren. De lezers zal het zelf ervaren. En hoe zou het met de toekomst zijn?

Het is de auteur er niet om te doen een spannende roman te schrijven. Er is geen sprake van een grote spanningsboog. Natuurlijk zijn er wel kleine spanningsbogen met betrekking tot al het illegale handelen in de oorlog. Maar al in het begin weet de lezer dat Esthers ouders de oorlog overleefd hebben. Spanning ook om de toestand van Esther zelf. Het ongeval heeft haar ernstig gehandicapt, maar zouden de nieuwe medische technieken er toe in staat zijn haar probleem op te lossen? Tussen de aankondiging van een mogelijke operatie en verwerkelijking ligt een grootstuk van de roman. Zeker duidt deze situatie op aan ander thema dat voortdurend aan de orde is: de hoop.

Lo A Njoe gebruikt in woord en zin een vloeiende stijl en behoudt daarin een eenheid ook als de gebeurtenissen sterk verschillen. Dat is weer een argument voor het eerder genoemde één perspectief. Zakelijk, nooit melodramatisch, ondanks gebeurtenissen die daartoe aanleiding zouden geven. Die zijn meestal nogal ernstig van aard, maar worden geregeld afgewisseld door een vleugje humor.

Van groot belang bij het begrijpen van deze roman lijkt wat Gerard lang na de oorlog aan Esther “meegaf” en waarvan zij zegt het “de rest van mijn leven niet gauw zal vergeten: Esther, niet wij bepalen waar we in het leven terechtkomen… Van de ene op de andere dag kan ons leven een wending nemen die allesbepalend kan zijn tot onze laatste dag. De wending is wat een gelovig mens ‘voorbestemming’ noemt. Ik noem het “Schicksal”. Wat bepaalt het lot? Dat Gerhardt en Gudrun naar Nederland vluchten? Dat hij in connectie met Johan Aspen komt? Dat hij en slager Dolf niet tegen de lamp lopen? een Dat Esther Oom Salo ontmoet? Dat Dird toevallig zo galant is Esther te helpen en zo een relatie opbouwt? Of is het briefje over Herman dat Gerard schrijft de bepalende factor. Welke invloed heeft het verleden op het heden en de toekomst en kunnen of willen we ons daaraan onttrekken?

We kunnen de auteur geen moralist noemen die ons een spiegel wil voorhouden. Wat hij wel doet is vanaf het begin tot het einde ons erop wijzen dat er altijd hoop aan de horizon ligt. Dat licht, ondanks veel misère, tilt de roman tot een grotere hoogte. Een roman die veel meer aandacht had verdiend!!!

Kees de Kievid

Andere recensies

Lilly, Hanna en de zeven omaatjes – Elsa Paulson – Vertaling: Mijke Hadewey van Leersum – 32 blz. Wat een leuke en intrigerende titel, dacht ik toen ik dit boek kreeg aangeboden. Het is het prentenboekendebuut van Elsa Paulson. Ze is een Zweedse illustrator...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!
Stemmen in het duister – Nicci French – Vertaling: Lidwien Biekmann en Koos Mebius – Ambo Anthos – 442 blz. Na de succesvolle Frieda Klein-reeks maakten we vorig jaar in Wie heeft Charlotte Salter gezien kennis met een nieuw personage, rechercheur Maud O’Connor. Het lijkt...
Lees verder Categorie: Thrillers & Spanning
| Reageer!
Olifant heeft kriebel – Kaj Driessen – Illustraties: Barbara de Wolf – Samsara – 40 blz. Hoe komt een olifant aan die kriebel op zijn rug? Of beter gezegd: hoe komt hij er van af? Hij probeert van alles, maar hij kan zelf niet...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!