“Friese kinderliteratuur zou meer aan pr kunnen doen”

Jant2In maart werd tijdens de kinderboekenbeurs in Bologna bekend dat Jant van der Weg-Laverman, een bekende naam in de (Friese) kinderboekenwereld, erelid van IBBY werd. In onderstaand interview vertelt ze over haar passie voor IBBY en de verspreiding van goede kinderboeken.
Jant van der Weg (74) uit Leeuwarden vertaalde een aantal kinderboeken van het Nederlands naar het Fries, was medewerker aan de Fryske Akademy en sinds de oprichting in 1953 lid van IBBY. Ook schreef ze vele jaren recensies voor het Friesch Dagblad. In 2000 promoveerde ze met een proefschrift over Friese kinderpoëzie aan de Universiteit van Tilburg.

Onlangs kreeg je op de kinderboekenbeurs in Bologna het erelidmaatschap van IBBY. Niet iedereen weet wat IBBY is en doet. Kun je dat in het kort vertellen?

IBBY staat voor International Board on Books for Young People en werd in 1952 opgericht. Momenteel zijn er zo’n 70 landen bij aangesloten, zoals Japan, Indonesië, China, Israel, USA, Engeland enz., die allemaal een nationale sectie hebben. Daarbij kan iedereen zich aansluiten die zich op wat voor wijze dan ook met het kinderboek bezig houdt: schrijvers, illustratoren, bibliothecarissen, wetenschappers, onderwijsmensen enz. Om de twee jaar wordt ergens in de wereld een congres gehouden, georganiseerd door de lokale sectie. Zo organiseerde de Nederlandse sectie in 1996 het congres in Nederland (Groningen). Naast het aan de orde stellen van diverse onderwerpen die met het kinderboek te maken hebben, wordt op die congressen de H.C.Andersenprijs aan een auteur en aan een illustrator uitgereikt, en wordt de Honourlist gepresenteerd. IBBY wil door middel van kwalitatief goede boeken internationaal begrip kweken. Ze doet dit door publicatie en distributie te bevorderen, speciaal in ontwikkelingslanden, onderzoek te stimuleren en ondersteuning en training aan te bieden voor diegenen die zich met kinderliteratuur bezig houden.

Wat betekent dat erelidmaatschap voor je?

Het betekent een waardering voor de diverse zaken waarmee ik me heb bezig gehouden. En dat van een organisatie waarmee ik me zeer verbonden voel.

Wat heb je zoal voor IBBY gedaan?

In 1993 kwam ik in het bestuur van IBBY-Nederland, waarvan ongeveer tien jaar als voorzitter. In 2006 nam ik daar afscheid. Vier jaar was ik lid van het internationale bestuur (Executive Committee) van IBBY en had ik zitting in verschillende commissies (waaronder het voorzitterschap van de jury voor de Asahi Reading Promotion Award). Ik organiseerde mee, naast diverse andere IBBY-bijeenkomsten, een Friese avond tijdens het IBBY-congres 1996 van Groningen en een regionaal (Duitsland, Vlaanderen, Nederland) IBBY-congres in Leeuwarden in 2003.

Wat doet IBBY voor Nederlands- en Friestalige kinderboekenschrijvers?

Om de twee jaar (het congresjaar) wordt er een Honourlist gepubliceerd, waarop voor wat het Nederlands betreft een bepaald boek van een schrijver, een illustrator en een vertaler wordt geplaatst op voordracht van de Nederlandse sectie. Die lijst is bedoeld om boeken met kwaliteit te presenteren, die het ook waard zijn om te worden vertaald. Bovendien komt op die erelijst op advies van voorheen It Fryske Berneboek en nu van Tresoar ook een Fries boek. In het verleden is een Fries boek op die lijst, It hûs fol ferhalen van Mindert Wijnstra, in het Japans en het Koreaans vertaald. Voor 2014 komt op deze lijst het boek van Eppie Dam, Fjouwer dappere mûskes. Verder draagt Nederland – net als andere secties – kandidaten voor, een auteur en een illustrator, voor de H.C. Andersenprijs.

Is het belangrijk dat schrijvers lid zijn?

Ja, het is erg belangrijk. Al zou het alleen maar zijn, om schrijvers uit andere culturen te ontmoeten en van hun ervaringen te leren. Juist het internationale karakter geeft ruim zicht op de eigen werkelijkheid.

Je bent gepromoveerd op Friese kinderpoëzie. Waarom dat onderwerp? Waarom bijvoorbeeld niet de Friese kinderboeken in ruime zin?

Dat laatste heeft een heel praktische reden. Wat betreft het Friese proza voor kinderen was er een aantal jaren voor mij al iemand op dat onderwerp gepromoveerd, te weten Hedzer Drent. Het thema dat ik gekozen had voor mijn promotie-onderwerp: de overgang van pedagogisch-(taal-) didactisch naar meer literair binnen de kinder- en jeugdliteratuur is een interessant proces. Eigenlijk is dat thema nog altijd actueel.

Is de Friese kinderpoëzie anders dan de Nederlandstalige?

Zoveel anders is de Friese kinderpoëzie niet dan de Nederlandse. In beide zie je de overgang. Ook in de Friese kinderliteratuur had je in de jaren vijftig een vernieuwing, en wel door het werk van Diet Huber en Tiny Mulder, net als in de Nederlandse met bv. Annie M.G. Schmidt. Bij alle drie auteurs vind je meer aandacht voor het spelen met taal, en minder met opvoedkundige ideeën. En in beide talen is er het (belangrijke!) erfgoed in de vorm van baker- en kinderrijmen beschikbaar door het werk van verzamelaars, in Nederland o.a. J. van Vloten en in Friesland Dam Jaarsma. Ik heb zelf nog zo’n bundel uitgegeven onder de titel Fan hantsjeklap en sûkerbak, eigenlijk een soort jubileumboek bij het eerste lustrum van de mede door mij opgerichte Stichting It Fryske Berneboek. Het boek kwam ook nog eens op de IBBY-Honourlist (2000).

Je hebt vele jaren recensies voor Friestalige kinderboeken geschreven voor het Friesch Dagblad. Welk boek is je bijgebleven en waarom?

Moeilijke vraag, want het mooiste boek is meestal het (mooie) boek dat je net hebt gelezen. Wel kan ik zeggen dat het (vroegere) werk voor de middengroepen zoals dat van Eppie Dam en Akky van der Veer een aanwinst waren. Jammer dat ze voor die leeftijdsgroep, waarvoor in het algemeen al weinig verschijnt, niet zoveel meer schrijven. De jongere Friese kinderen daarentegen worden behoorlijk verwend met mooie boeken, zoals het prachtige Honourlist-boek van Eppie Dam, naast de vele Tomke-boekjes en veel (vertaalde) prentenboeken. Juist de leeftijdsgroep daarna, beginnende en iets meer gevorderde lezers krijgt niet veel materiaal aangeboden.

Wat las je zelf als kind graag?

Wij hadden thuis niet veel kinderboeken. Het fenomeen jeugdbibliotheek kreeg pas na mijn jeugdjaren body. Wel herinner ik me de Bruintje Beerverhalen, een soort stripverhaal à la de Bommelverhalen. Als tienjarige smulde ik van Goud-Elsje en van haar Amerikaanse collega’s in Onder moeders vleugels. De boeken van Penning en Sibe van Aangium vond mijn vader prachtig en dat trachtte hij, door mijn broers voor te lezen, over te dragen. Uiteraard pikte ik daarvan iets mee.

Heb je vertrouwen in de toekomst van Friese kinderboeken?

Ik ben wat dat betreft een beetje somber. Je ziet zo weinig nieuwe auteurs opstaan en bovendien is er voor de kinderen die kunnen lezen erg weinig. Als je kinderen aan het Fries lezen wilt krijgen, dan moet er materiaal zijn. En als er niet voldoende oorspronkelijk-Fries materiaal is, ga dan op zoek naar buitenlandse en desnoods Nederlandse verhalen en vertaal die in het Fries. Men lijkt daar in de Friese uitgeverswereld huiverig voor te zijn, maar is dat bij prentenboeken nu juist niet. Bovendien: waarom zou dat in een kleine minderheidstaal niet lukken, waar het in grotere taalgebieden als het Nederlands en zelfs het Duits wel lukt.

Heb je tips voor beginnende recensenten?

Lees de boeken zorgvuldig en in het begin minstens twee keer om de structuur ervan op te sporen en te kijken waarom je bepaalde gedeelten wel of niet mooi vindt. Neem er vooral in het begin royaal de tijd voor. Vertel niet alleen het verhaal na en verraad vooral de clou niet.

Heb je nog wensen?

Mijn wens zal duidelijk zijn: nieuwe Friese schrijftalenten voor kinderen, met name voor de middengroep. Vergeet de vertalingen niet! Bovendien zou er nog wel meer aan de pr voor de Friese kinderliteratuur gedaan kunnen worden.

Hanneke de Jong

Andere recensies

Ugly Girls – Lisa Bjärbo, Johanna Lindbäck, Sara Ohlsson – Vertaling: Lammie Post – Ploegsma – 256 blz. Toen ik dit boek in handen had vond ik het al heel bijzonder om te zien dat aan het door het verschillende auteurs was geschreven. En...
Lees verder Categorie: Young Adult
| Reageer!
Het eiland van Anna, Schokland en de geschiedenis van een thuis – Eva Vriend – Atlas Contact – 285 blz. In augustus 2023 bracht ik samen met mijn man een bezoek aan Schokland, het voormalige eiland in de Noordoostpolder, dat sinds 1995 tot het...
Lees verder Categorie: Boek van de week, Geschiedenis, Non-fictie
| Reageer!
To the moon – Susanne Koster – Clavis – 235 blz. Amy is zeventien en zit op het MBO. Ze wil leerkracht worden en loopt twee dagen per week stage op een basisschool in groep vier. Samen met haar beste vriendin Britt en klasgenoten...
Lees verder Categorie: Young Adult
| Reageer!