Haar nieuwste boek zou ‘Meisje in de trein’ heten

Gillian KingGillian King (1978) woont samen met haar man en twee kinderen in Den Haag. Ze heeft pedagogische wetenschappen gestudeerd in Leiden en is eigenaar van Het Leerhuis, een praktijk voor kinderen met leerproblemen, leerstoornissen en faalangst. Schrijven beheerste haar leven toen zij een klein meisje was, zij schreef honderden schriftjes vol verhalen en de dagboeken waren niet aan te slepen. Toch had zij pas op haar dertigste genoeg rust in haar hoofd om écht een manuscript af te ronden. Haar debuutroman Geloof me maar bleek meteen een schot in de roos en werd met veel enthousiasme ontvangen door het lezerspubliek. Hierna volgden O, O, Olivia, Zestig dagen & Zwart-Wit. In oktober 2015 is haar nieuwe roman Alles of niets verschenen.

Uit wat voor gezin kom je? Werd er veel gelezen?

Mijn moeder was en is een echte boekenwurm en mijn kamer stond dan ook vol met boeken. Ik kon uren op mijn kamer doorbrengen met lezen, lezen was wat ik het liefste deed als kind. Het voelde aan alsof ik even in een compleet andere wereld kon zijn.

Als kind schreef je dagboeken en vele schriften vol verhalen. Wilde je toen al schrijfster worden?

Als kind droomde ik ervan om schrijfster te worden, maar ergens tijdens mijn middelbare schoolperiode is het naar de achtergrond geraakt. Pas op mijn dertigste vond ik de rust en de discipline om daadwerkelijk te gaan schrijven.

Welke boeken waren in je jeugd favoriet?

Uiteraard de geweldige boeken van Roald Dahl, maar ik was ook gek op een heel oude boekenserie: Pitty naar kostschool. En ik was werkelijk verslaafd aan alle sprookjesboeken die ik maar kon vinden.

Vaak hoor je dat het leesplezier op de middelbare school verdwijnt door het verplicht lezen van bepaalde boeken. Hoe ging dat met jou?

Ja, ik denk dat het wel klopt. Ik vond bepaalde boeken van de lijst heel langdradig waardoor het steeds meer als een verplichting ging aanvoelen. Ik weet eigenlijk niet hoe het tegenwoordig gesteld is met de boekenlijst, maar in mijn tijd (auw, nu voel ik me héél oud) stonden er veel boeken op die een puberbrein weinig enthousiast maakten.

Je hebt pedagogische wetenschappen gestudeerd en bent eigenaar van Het Leerhuis, een praktijk voor kinderen met leerproblemen. Heb je nooit de behoefte gevoeld om voor kinderen boeken te schrijven?

Het is weleens door mijn hoofd geschoten, maar ik vind het tot nu toe ook echt heerlijk om in het feelgoodgenre voor volwassenen te schrijven. Ik heb het gevoel dat die doelgroep me beter ligt.

De chicklit is nu je genre, boeken voor jonge vrouwen. Heb je plannen om ook eens wat anders te gaan schrijven?

Het feelgoodgenre past helemaal bij me, ik vind het heerlijk om over de liefde te schrijven, maar tegelijkertijd lijkt het me ook geweldig om een thriller te schrijven. Ik ben op dit moment nog aan het nadenken wat ik nu precies wil, in mijn hoofd bubbelt het al van de ideeën, ik laat me meestal gewoon door mijn gevoel leiden en dan komt het wel goed.

Hoe is de tijd verdeeld tussen je werk in Het Leerhuis en je schrijfwerk?

Ik heb niet echt een vaste verdeling, wat wel vaststaat is dat ik chronisch tijd tekort kom om te schrijven. Een drukke baan, twee jonge kinderen en dan ook nog een sociaal leven (ik ben écht dol op koffiedates) ja, het is soms echt zoeken naar schrijfuurtjes. Schrijven doe ik dan ook meestal in de avonduren of soms op vrijdag, overdag ben ik vrijwel altijd bezig met Het Leerhuis.

Hoe ga je te werk? Plan je een boek helemaal van tevoren of schrijf je organisch?

Ik probeer van tevoren altijd wel de grote lijnen te bedenken, maar tegelijkertijd weet ik al dat het geen nut heeft omdat ik er toch wel van ga afwijken. Vaak weet ik pas écht waar ik heen wil met het verhaal wanneer ik daadwerkelijk aan het schrijven ben geslagen. Bij Alles of niets had ik eerst een totaal ander einde geschreven, er ging zelfs iemand dood, maar dat voelde toch niet zo goed aan, dus heb ik dat op het laatste moment gewijzigd.

Welke chicklitschrijfster(s) bewonder je?

Ik vind de boeken van Sophie Kinsella echt heel erg leuk. Wat Nederlandse schrijfsters betreft lees ik graag de boeken van Chantal van Gastel, Astrid Harrewijn en Lisette Jonkman.

Vragen over Alles of niets van Conny Schelvis:

De dames in dit verhaal zijn eigenlijk de “bad guys” die de boel bedriegen, vreemd gaan en apart gedrag vertonen. In de meeste verhalen is het immers andersom. Is het leuk om vanuit dit standpunt te schrijven? 

Het was echt super leuk om te doen, vooral Nikki was een heerlijk personage om uit te werken.

Ik las ergens dat je werktitel ‘Het meisje in de trein’ was of iets in die richting. Uiteraard was dit geen optie meer na het verschijnen van de thriller met dezelfde titel. Was het lastig om een andere titel te kiezen? Vooral omdat de eerste titel ook wel degelijk de lading dekte.

Dat was echt een tegenvaller, ik was al helemaal vertrouwd met die titel en er was zelfs al een cover met een meisje in de trein. Een beetje een mysterieuze cover, niet zoet of roze van aard, ik was fan van die cover. Maar het voelde raar om een boek uit te brengen met exact dezelfde naam, dus moest ik op stel en sprong een nieuwe titel bedenken. Dat ging me slecht af, uiteindelijk heeft mijn collegaschrijfster Lisette Jonkman de titel Alles of niets bedacht.

Door de wisseling van perspectief ga je op verschillende manieren naar de hoofdfiguren kijken waardoor je een beter beeld van ze krijgt en ook meer begrip, of juist niet, voor hun acties te krijgen. Is het lastig voor jouw om steeds te wisselen van perspectief tijdens het schrijven? 

Soms wel, omdat je dan zo opgaat in één personage, dat het lastig kan zijn om dan opeens weer één te worden met een ander personage. Ik had al snel het gevoel dat Nikki heel erg ‘leefde’ voor mij, ik had meer moeite om Roos daadwerkelijk een eigen stem te geven. Dat kwam ook wel doordat ik haar personage bewust wat langzamer wilde opbouwen, zodat je als lezer eerst naar Nikki en Thijs getrokken zou worden.

Naarmate ik de dames leerde kennen kreeg ik het meeste begrip voor Thijs, al was hij soms wel te aardig. Had jij een zwak voor één van de karakters? 

Het leuke van dit boek vond ik misschien wel dat er voor het eerst geen échte good guy of good girl was. Alle drie hebben ze hun tekortkomingen en fouten. Ik had zelf niet echt een favoriet, maar dat komt misschien ook wel doordat het zo lekker is om over vrouwen te schrijven die niet perfect zijn.

Zelf vond ik Nikki in de loop van het verhaal steeds minder sympathiek worden al bleef ik wel een beetje met de vraag zitten hoe gaat ze nu verder. Mijn complimenten over het einde , dat vond ik erg leuk. Je zou het kunnen zien als een open einde want met zo’n persoon raak je nooit uitgepraat. Heb je het plan om ooit een serie of trilogie te schrijven als een bepaald personage je raakt of laat je ze makkelijk los? 

Ja, over Nikki zou ik nog een boek vol kunnen schrijven, al zou het dan misschien meer een thriller worden 😉 Ik ben zelf eigenlijk niet zo van de series, ik vind meer uitdaging in een nieuw boek met nieuwe personages en verhaallijnen.

Vragen: Conny Schelvis en Pieter Feller

Andere recensies

Lilly, Hanna en de zeven omaatjes – Elsa Paulson – Vertaling: Mijke Hadewey van Leersum – 32 blz. Wat een leuke en intrigerende titel, dacht ik toen ik dit boek kreeg aangeboden. Het is het prentenboekendebuut van Elsa Paulson. Ze is een Zweedse illustrator...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!
Stemmen in het duister – Nicci French – Vertaling: Lidwien Biekmann en Koos Mebius – Ambo Anthos – 442 blz. Na de succesvolle Frieda Klein-reeks maakten we vorig jaar in Wie heeft Charlotte Salter gezien kennis met een nieuw personage, rechercheur Maud O’Connor. Het lijkt...
Lees verder Categorie: Thrillers & Spanning
| Reageer!
Olifant heeft kriebel – Kaj Driessen – Illustraties: Barbara de Wolf – Samsara – 40 blz. Hoe komt een olifant aan die kriebel op zijn rug? Of beter gezegd: hoe komt hij er van af? Hij probeert van alles, maar hij kan zelf niet...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!