Het verdriet van Holland

Het verlies van België – Johan Op de Beeck – Uitgeverij Horizon – 480 blz.

Het woord ‘verlies’ uit de titel van dit boek heeft een tweeledige betekenis zoals de achterflap verklapt. Enerzijds verwijst het naar de afsplitsing van België in 1830 van het Koninkrijk der Nederlanden. Koning Willem I had een zeer actieve rol gespeeld op het Congres van Wenen om de Zuidelijke Nederlanden toe te voegen aan Holland. Dit lukt in 1815 met de zegen van de toenmalige grote mogendheden. Maar dezelfde vorst slaagt er tot zijn eigen grote frustratie niet in het nieuwe land bijeen te houden en de tegenstellingen tussen het noordelijk en zuidelijk gedeelte op te lossen. Anderzijds verwijst ‘verlies’ ook naar de Belgische protagonist in het boek, Louis De Potter. Die speelde een actieve rol in de weg naar afsplitsing maar moest zelf zijn grote wens opbergen om de republiek als staatsvorm voor het nieuwe land in te voeren.

Voor dit boek haalt Op de Beeck met de figuur van De Potter een van de vergeten zonen van de Belgische Revolutie van onder het stof. Een zeer goed idee van de auteur want deze Bruggeling was niet bepaald een grijze muis. Noch op ideologisch vlak noch op het vlak van de liefde zoals uit het begin van het boek blijkt. De journalist De Potter moet zeker gerekend worden tot een van de ‘founding fathers’ van de Belgische staat. Via het blad Courrier des Pays-Bas voerde hij oppositie tegen Willem. Toen hij hiervoor in de gevangenis belandde, steeg zijn populariteit tot ongekende hoogte. Maar De Potter zal deze populariteit na de revolutie niet verzilveren in persoonlijk voordeel. Hij hield vast aan zijn overtuiging dat aan het hoofd van het nieuwe land geen koning mocht staan. België moest een republiek worden. Een afscheuring van België met dan nog eens een president als staatshoofd zou evenwel internationaal nooit aanvaard worden door de grote mogendheden. De Potter betaalde een hoge prijs. Terwijl zijn medestanders aan de revolutie dikwijls een rol speelden in de eerste regeringen van het nieuwe land of ergens anders carrière maakten, ging De Potter in ballingschap naar Parijs. Op de Beeck toont aan dat De Potter op tekeningen, portretten of schilderijen uit die tijd onopvallend wordt afgebeeld.

Het vasthouden aan zijn overtuiging zonder veel compromissen was trouwens typisch voor De Potter. Overtuigd van de waarden van de Franse Revolutie had hij in zijn jonge jaren bijvoorbeeld geweigerd de adellijke titel van zijn vader aan te nemen. Eigenaardig genoeg zal De Potter evenwel op het einde van zijn leven voorstellen om de twee landen weer bij elkaar te voegen onder het koningschap van de Oranjemonarchie. De Potter gaf zelf toe dat hij duidelijk geen politicus was maar een man van de grote principes en ideeën. Op de Beeck heeft duidelijk sympathie voor De Potter. Door de man op de voorgrond te plaatsen, is het moeilijk in te schatten wat nu objectief gezien het aandeel is geweest in het ganse revolutionaire gebeuren van andere mannen als bijvoorbeeld Gendebien of Rogier. Maar dat De Potter een zeer belangrijke rol heeft gespeeld komt duidelijk tot uiting. Hij was op een bepaald moment ontegensprekelijk het symbool van de revolutie. Uit het boek blijkt trouwens duidelijk hoe belangrijk kritische journalistiek, zoals die van De Potter, is voor een vrije samenleving.

Tegenover de figuur van Louis De Potter plaatst Op de Beeck langs Nederlandse zijde koning Willem I en zijn justitieminister Van Maanen. Willem I ziet zich maar al te graag als koning van een middelgroot land. Als katholieken en protestanten evenwel de handen in elkaar slaan is het lot van Willem I bezegeld. Koppig en verbitterd zal de koning de scheiding blijven aanvechten. Pas in 1838 zal hij zich neerleggen bij het Verdrag van de XXIV Artikelen. Twee jaar later treedt hij ontgoocheld en verbitterd af nadat hij een bescheiden grondwetswijziging had moeten aanvaarden die zijn eigen macht inperkte. Toen hij daarna zijn huwelijk aankondigde met een katholieke én Belgische hofdame van zijn inmiddels overleden eerste echtgenote had hij het bij zijn eigen bevolking helemaal verkorven. Berlijn werd zijn nieuwe verblijfplaats tot zijn dood een paar jaar later.

De aanpak met de twee opponenten zorgt ervoor dat Op de Beeck er in slaagt op een levendige manier dit vergeten stukje van de Belgische geschiedenis voor het voetlicht te brengen. De auteur toont zich een boeiende verteller die de lezer op een aangename en vlotte manier meeneemt in het verhaal van de Belgische Revolutie. Het boek is goed en duidelijk gestructureerd. Citaten van de hoofdrolspelers wisselen af in de tekst. Verder zijn een aantal zwart-witfoto’s opgenomen terwijl achterin kleurenfoto’s en een paar kaartjes. Een detailopmerking: je hebt niets aan een foto van bijvoorbeeld de grondwet van 7 februari 1831 als geen enkel artikel leesbaar is. Een namenregister en bibliografie sluiten het boek af. Op de cover is het gekende schilderij van Gustaaf Wappers ‘De episode van de Septemberdagen van de Belgische Revolutie van 1830’ afgebeeld waarop De Potter de Belgische driekleur kust (tussen de letters R en L).

Het geschiedkundig relaas van de gebeurtenissen voor, tijdens en kort na de revolutie is zeer belangrijk in het boek. Feiten en personen zijn niet meer gekend bij de huidige generatie. Het verhaal heeft ook zijn interessante ‘petites histoires’. Wie kent er nog mevrouw Marie Abts-Ermens die samen met haar echtgenoot de eerste Belgische vlaggen naaide (weliswaar nog met horizontale strepen)? Of de held Jean-Joseph ‘Jambe de bois’ Charlier die bij gevechten met de Hollanders zijn been verloor maar uiteindelijk ook op de vlucht moet slaan voor zijn eigen landgenoten omdat hij medestander was gebleven van De Potter? In schril contrast met Charlier vereerden de Hollanders hun eigen nationale held: luitenant-ter-zee Jan van Speijk.

Op de Beeck besluit in zijn epiloog terecht dat het allerbelangrijkste in dit verhaal het besef is dat een aantal fundamentele waarden van onze huidige samenleving zoals vrijheid, vrije meningsuiting (persvrijheid) en scheiding van kerk en staat niet zomaar verkregen zijn. Het was de drang naar vrijheid die in het Zuiden liberalen en katholieken aan elkaar smeedde. Meteen het eerste van vele compromissen in de Belgische geschiedenis. Door hun inzet hebben revolutionairen zoals De Potter bijgedragen “aan de transitie van een monarchaal regime en een op cijnsrecht gebaseerd elitair kiesstelsel naar een meer democratisch, egalitaire parlementaire monarchie gebaseerd op algemeen stemrecht.” De grondwet en de idealen die hierin zijn vertaald “zijn onslijtbare erfstukken die we moeten koesteren, op onze scholen moeten onderwijzen en in onze hedendaagse maatschappelijk debatten op de tong moeten dragen, een beetje als eerbetoon aan de idealen van 1830, maar vooral als instrument en wapen in onze hedendaagse nog steeds noodzakelijke strijd om vrijheid, gelijkheid en onafhankelijkheid.”

Kris Muylle

Boek bestellen!

Andere recensies

Stemmen in het duister – Nicci French – Vertaling: Lidwien Biekmann en Koos Mebius – Ambo Anthos – 442 blz. Na de succesvolle Frieda Klein-reeks maakten we vorig jaar in Wie heeft Charlotte Salter gezien kennis met een nieuw personage, rechercheur Maud O’Connor. Het lijkt...
Lees verder Categorie: Thrillers & Spanning
| Reageer!
Olifant heeft kriebel – Kaj Driessen – Illustraties: Barbara de Wolf – Samsara – 40 blz. Hoe komt een olifant aan die kriebel op zijn rug? Of beter gezegd: hoe komt hij er van af? Hij probeert van alles, maar hij kan zelf niet...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!
De ontdekking van Holland – Jan Brokken – Atlas Contact – 302 blz. Dit boek draait om Hotel Spaander in Volendam. Al in de jaren tachtig van de vorige eeuw werd Jan Brokken attent gemaakt op het feit dat het ooit een verzamelplaats was...
Lees verder Categorie: Geschiedenis, Kunst & Cultuur, Non-fictie
| Reageer!