Hypnotiserende en onthutsende vertelling

Het huis van de drenkelingen – Guillermo Rosales – Vertaling Arie van der Wal – Atlas Contact – 144 blz.

Het huis van de drenkelingen van Guillermo Rosales is weer een bewijs ervan dat een boek niet dik hoeft te zijn om een onuitwisbare indruk achter te laten. Rosales was Cuba ontvlucht en kwam in de VS terecht. Het verhaal dat hij heeft opgetekend heeft een sterk autobiografisch karakter. Het is het relaas van een geboren balling; iemand die welk land dan ook zou zijn ontvlucht, iemand die zich slechts thuis voelde in het huis van de literatuur en poëzie en daarbuiten weinig contacten had. Slechts een enkele geestverwant kon tot hem doordringen.

Uit het nawoord blijkt dat Rosales veel heeft geschreven en bijna net zo veel weer heeft vernietigd. Onzekerheid, ontevredenheid over het resultaat? De mensen in zijn omgeving probeerden zijn werk veilig te stellen, veelal tevergeefs. Eén van de weinige werken die van zijn destructiviteit kon worden gered is Het huis van de drenkelingen. Veel meer zal niet uit zijn naam kunnen worden gepubliceerd; in 1993 maakte hij een eind aan zijn uitzichtloze leven. We zullen nooit te weten komen waartoe hij in staat was, maar één ding is zeker: als Het huis van de drenkelingen exemplarisch is voor zijn kwaliteiten dan is het een groot gemis dat er niet meer door hem is nagelaten.

Hoofdpersoon en verteller is William Figueras. Hij is Cuba ontvlucht en verblijft pas een half jaar in de VS als hij terechtkomt in Boarding Home, een opvanghuis voor psychiatrische gevallen. In die tijd is hij al in drie gekkenhuizen opgenomen geweest. Zijn tante heeft hem nog wel een korte tijd onder haar hoede genomen maar het ging niet meer. Zij levert hem af met als veelzeggende laatste woorden:
“Meer kan ik niet voor je doen”

Het is de hel op aarde. Het tehuis wordt gerund door een parasiet die de financiën inpikt van de patiënten en hen er nauwelijks iets voor teruggeeft. De dagelijkse leiding is in handen van een misbaksel van 32 jaar oud, een zuiplap die geld en bezittingen jat van de bewoners, hen mishandelt en zich niet te beroerd voelt om vrouwelijke bewoners te misbruiken als hij aan zijn gerief wil komen. William doet hiervan verslag met een verrassend scherpe blik en in verrassend heldere bewoordingen. Hij heeft een aangeboren taalgevoel, kende op zijn vijftiende al vele grote werken uit de wereldliteratuur. Zijn relaas wordt geregeld onderbroken door citaten uit werken van de grote dichters.

Hierdoor zou je mogelijk op het idee kunnen komen dat het met hem wel meevalt. Hij schetst met veel oog voor detail zijn medebewoners. Op enig moment ontstaat er zelfs een verknipte romance met een nieuwe bewoonster, Francis. Het lijkt alsof hij in staat is tot het leiden van een normaal leven en zij maken zelfs plannen in die richting. Hoe dat afloopt en hoe betrouwbaar William is als verteller moet de lezer zelf maar ontdekken.

Als je het zo leest lijkt het alsof Het huis van de drenkelingen een enorm deprimerend boek is. Dat valt mee. De emotieloze en afstandelijke toon houdt gevoelens op afstand, het blijft vooral bij registreren en vertellen. Maar toch. Op het moment dat je het even weglegt of het in één ruk ademloos hebt voltooid, dan komt de klap. De tragikomische voorvallen die je soms zelfs met een grimlach tot je hebt genomen veranderen van karakter. Wat rest is een uitermate deprimerend beeld van treurige wezens die soms nauwelijks nog iets menswaardigs over hebben.

Rosales slaagt erin om de aandacht permanent gevangen te houden. Mede door de geringe omvang is het een boek dat je in één ruk uit leest. Maar dat is niet het enige. De beklemmende stijl en de hypnotiserende cadans van Rosales zijn daaraan ook debet. Medebewoners worden herhaaldelijk van dezelfde typering voorzien, zoals Hilda, het afgeleefde oude mens, Eddy, de gek die goed thuis is in internationale politiek.

Het huis van de drenkelingen is een fascinerende en tegelijk onthutsende leeservaring, sterk vertaald door Arie van der Wal. Het is een boek dat diepe indruk maakt en aangrijpend is, mede omdat het een sterk autobiografisch karakter heeft. Dat blijkt ook uit het zeer informatieve nawoord dat een bijzonder waardevolle aanvulling is en dat net als het boek zelf gelezen moet worden. Moet ja, inderdaad.

Jan Koster

Andere recensies

Stemmen in het duister – Nicci French – Vertaling: Lidwien Biekmann en Koos Mebius – Ambo Anthos – 442 blz. Na de succesvolle Frieda Klein-reeks maakten we vorig jaar in Wie heeft Charlotte Salter gezien kennis met een nieuw personage, rechercheur Maud O’Connor. Het lijkt...
Lees verder Categorie: Thrillers & Spanning
| Reageer!
Olifant heeft kriebel – Kaj Driessen – Illustraties: Barbara de Wolf – Samsara – 40 blz. Hoe komt een olifant aan die kriebel op zijn rug? Of beter gezegd: hoe komt hij er van af? Hij probeert van alles, maar hij kan zelf niet...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!
De ontdekking van Holland – Jan Brokken – Atlas Contact – 302 blz. Dit boek draait om Hotel Spaander in Volendam. Al in de jaren tachtig van de vorige eeuw werd Jan Brokken attent gemaakt op het feit dat het ooit een verzamelplaats was...
Lees verder Categorie: Geschiedenis, Kunst & Cultuur, Non-fictie
| Reageer!