“Ik geloof dat spijt zinloos is”

Robert HaasnootRobert Haasnoot (Patterson, Verenigde Staten 21 augustus 1961) debuteerde in 1997 met de roman De kracht van het woud. Hij maakte naam met zijn romans over het vissersdorp Zeewijk: Waanzee, Steenkind en De heugling, waarvoor hij in binnen- en buitenland lovende kritieken kreeg. Waanzee leverde hem de Prix des Ambassadeurs op en De heugling stond op de longlist van de Libris Literatuurprijs. De romans van Haasnoot zijn vertaald in het Duits en het Spaans. Van Waanzee werd in Nederland een toneelbewerking opgevoerd door het Onafhankelijk Toneel, een Duitse bewerking ervan werd in coproductie in verscheidene Duitse steden op de planken gebracht. Van Waanzee werden recentelijk de filmrechten verkocht. In april 2016 verscheen een nieuwe roman: Het laatste vaarwel.

Je bent in de VS geboren. Hoe lang heb je er gewoond?

Ik ben op jonge leeftijd naar Nederland gekomen. Na de middelbare school ben ik teruggegaan. Ik heb er toen van mijn zeventiende tot mijn eenentwintigste gewoond en gewerkt.

Heb je nog een bijzondere band met dat land?

Zeker. Ik kom er regelmatig. Ik ben Amerikaanse staatsburger en – ter illustratie van mijn betrokkenheid – lid van de Democratische Partij.

Welke schrijvers zijn je grote voorbeelden?

Grote voorbeelden heb ik niet. Wel bewonder ik een groot aantal schrijvers, waarvan ik met name Gabriel Garcia Marquez, Torgny Lindgren, Günter Grass, Raymond Carver, Siegfried Lenz, José Saramago, J.M. Coetzee en John Steinbeck wil noemen. Al wordt de lijst uitgebreider naarmate ik langer over de vraag nadenk.

Vragen over Het laatste vaarwel:

Is het lastig om een verhaal te baseren op waargebeurde feiten of geeft het juist een lekkere vaste basis?

Dat laatste. Een waargebeurde geschiedenis is vaak een kapstok waaraan ik een eigen verhaal kan ophangen.

In hoeverre voel je je verplicht je zoveel mogelijk bij die waarheid te blijven? Heb je er veel van afgeweken?

Zou er op de avond van de tiende mei 1940 inderdaad een Albert naar het schooltje in Valkenburg zijn gegaan, en was hij de volgende ochtend naar de Achterweg gelopen, had hij beslist meegemaakt wat ik in het boek heb beschreven. Wel sta ik mezelf soms wat dichterlijke vrijheden toe. Zo heeft er in werkelijkheid nooit een huis aan de voet van de duinen gestaan. En er is in Valkenburg naar mijn weten nooit gesteggeld over een oorlogsmonument. Maar verder ben ik dicht bij de waarheid gebleven.

Hoe kwam je achter het verhaal van Valkenburg, bij velen onbekend, en wanneer besloot je het in een roman te verwerken?

Ik kreeg in 2000 een ooggetuigenverslag in handen van een man die in de meidagen 1940 met een groep burgers had geprobeerd het dorp te ontvluchten en toen werd beschoten door Nederlandse soldaten. Met vele doden tot gevolg. De groep verschanste zich vervolgens in een boerderij. De man beschreef hoe na drie dagen van angst en ontbering een Nederlandse pantserwagen op het erf verscheen die, ondanks het embleem van het Rode Kruis op het dak, een mortier door het pand joeg, met nog meer doden tot gevolg. Waarom deden Nederlandse soldaten dat? Een paar jaar later las ik een boek van een Valkenburger, Jan Portengen, over de meidagen van 1940. Het bleek dat het Nederlandse leger meer gebouwen van het Rode Kruis in puin had geschoten, waaronder de kerk met daarin ruim driehonderd krijgsgevangen landgenoten, het als noodhospitaal ingericht schooltje met zo’n tweehonderd gewonden, een café waarin een grote groep burgers zich schuilhield. Het Nederlandse leger heeft in Valkenburg allesbehalve heroïsch opgetreden, daar zijn legio voorbeelden van. Veel burgers en soldaten verloren toen volstrekt onnodig het leven. Het was in die meidagen al snel niet meer duidelijk wie vriend en wie vijand was, en dat gegeven prikkelde mijn verbeelding. Toch duurde het tot 2013 voordat ik aan Het laatste vaarwel begon. Ik moest nog een ingang tot het verhaal van Valkenburg vinden.

Was er voor jou altijd al de behoefte om iets met het thema Tweede Wereldoorlog te doen?

Nee. Integendeel zelfs. Er zijn al zoveel oorlogsromans verschenen. Maar de verliefdheid van twee jonge mensen in contrast met het kwaad van de oorlog, leek me een boeiend onderwerp voor een roman. Dat is mijn ingang tot het verhaal van Valkenburg geweest.

De gebeurtenissen zijn op waarheid gebaseerd, de personages verzonnen, dit alles in een mooi evenwicht. Vond je het lastig mensen in het verhaal te verweven. In de zin van dat mensen misschien gaan denken dat ook deze figuren echt hebben bestaan en ze proberen te plaatsen in de werkelijkheid?

Het is niet zo moeilijk om personages geloofwaardig neer te zetten. Daar zijn allerlei slinkse trucjes voor. Al is het zaak om het niet een trucje te laten lijken.

Je roman Waanzee bracht veel, ook negatieve reacties, met zich mee, hoe zijn de reacties uit de omgeving op Het laatste vaarwel?

Over het algemeen positief. Ik heb wel een paar boze reacties gekregen, maar gelukkig veel minder dan destijds op Waanzee.

Het orgelspelen is voor Albert, de hoofdpersoon meer dan een beroep, het is zijn passie en zijn manier om zijn gevoelens te uiten. Voor een leek op dit gebied, merk ik dat je je er zeer in verdiept hebt. Waar komt jou interesse vandaan?

Als kind hield ik van orgelmuziek, een logisch gevolg van een strenggereformeerde opvoeding. Ik speelde zelf ook aardig en ging regelmatig naar concerten. Als schrijver kun je oude ambities alsnog in vervulling laten gaan.

Persoonlijk vond ik de stukken die zich afspeelden in de Tweede Wereldoorlog het mooiste van het verhaal. De stukken waarbij Albert en Evie elkaar weer tegenkwamen zat ik soms tenenkrommend vanwege de interactie tussen die twee, of eigenlijk het uitblijven hiervan. Je zou Albert eigenlijk door elkaar willen schudden. Heb je tijdens het schrijven dat gevoel ook wel eens bij je personages?

Nee, ik behandel mijn personages altijd met eerbied. Maar net als jij was ik blij met de daadkracht die Albert aan het eind van het boek aan de dag legt. Dat had ik lang niet achter hem gezocht.

Ik vind ‘spijt is zinloos’ een mooi thema in het verhaal. Zie jij dit zelf ook of wilde je iets anders aan de lezer meegeven, of juist helemaal niets meer dan een mooi verhaal?

Ik geloof dat spijt zinloos is, ja. En verder hoop ik dat de lezer plezier aan de roman beleeft.

Vragen: Conny Schelvis en Pieter Feller

Lees hier de recensie van Het laatste vaarwel

Andere recensies

Vrouwen rondom Johan de Witt – Samenstelling: Ineke Huysman en Roosje Peeters – Uitgevrij Catullus – 344 blz. Robert Fruin, Gerhard Willem Kernkamp (alleen deel 1) en Nicolas Japikse publiceerden van 1906 tot 1919 een zesdelige bronneneditie: Brieven aan en Brieven van Johan de...
Lees verder Categorie: Boek van de week, Geschiedenis, Non-fictie
| Reageer!
Kom binnen! Theater lezen over thuis РIneke Kraijo en Marlies Verhelst РIllustraties: Marja Meijer РGottmer Р120 blz. Wat een verrassende serie die door uitgeverij Gottmer uitgegeven wordt. Ik had er eerlijk gezegd nog nooit ̩̩n ingekeken, omdat ik geen recensies...
Lees verder Categorie: Kinderboeken
| Reageer!
Op de vriendschap – Milla Shan – Vertaling: Siska Goeminne – Illustraties: Frank Daenen – De Eenhoorn – 32 blz. Een vriendje hebben is voor de meeste kinderen belangrijk. In dit prachtige prentenboek wordt op een speelse manier verteld en getekend over het ontstaan...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!