Karine Jekel wilde altijd al schrijfster worden

Karine JekelKarine Jekel(Houten, 1986)studeerde Nederlands en is werkzaam al ontwikkelaar van lesmateriaal voor de inburgering/Nederlands als tweede taal bij een educatieve uitgeverij. Ze doet daarnaast vrijwilligerswerk als voorlezer bij de VoorleesExpress en recensent bij Leesfeest.Als klein meisje wilde ze al schrijfster worden. Soms schreef ze gedichtjes of een kort verhaaltje, maar heel serieus was ze er nog niet mee bezig. In 2010 vond ze het tijd worden om dat eindelijk wél te gaan doen. Sindsdien heeft ze verschillende schrijfcursussen gevolgd. Eerst bij het Utrechts Centrum voor de Kunsten en daarna bij Titia Vaags. In 2014 verscheen haar eerste kinderboek Rover en Broertje bij Van Holkema & Warendorf.

Kun je je nog herinneren welk verhaaltje of gedichtje het eerste was dat je schreef?

‘Er vloog een trekvogel door de lucht / en viel naar beneden met een zucht. / Toen kwam er een kleine vogel aan / die at toevallig een banaan.’ Dat is het begin van een gedichtje dat ik op mijn tiende voor een werkstuk over trekvogels heb gemaakt.
Af en toe schreef ik wel gedichtjes en verhaaltjes, al weet ik niet wat de eerste is geweest. Heel lang waren ze niet altijd. Dit is bijvoorbeeld een heel verhaal: ‘Beertje Paddington ging op reis naar Frankrijk, hij moest twee dagen rijden. Toen hij op z’n vakantieplek aan was gekomen en op zijn plek stond, ging hij de wc’s zoeken. En daarna ging hij de speeltuin zoeken om in te spelen. Daarna ging hij naar bed.’
Ik riep als kind ook al dat ik later schrijfster wilde worden.

Wat waren je lievelingsboeken en/of schrijvers?

Ik las graag boeken van Simone van der Vlugt, zoals Zwarte sneeuw. Opmerkelijk, want ik hou helemaal niet van geschiedenis. Verder kan ik me eigenlijk niet herinneren of ik echt lievelingsboeken had. Ik las (en lees) van alles en vind heel veel verschillende boeken leuk. Omdat ze mooi geschreven zijn, omdat ik erom kan lachen, omdat het een bijzonder verhaal is, of omdat het gewoon een leuk boek is… Mijn smaak qua kinderboeken is behoorlijk breed.

Is het je droom om een schrijfster te worden en van je schrijfwerk te kunnen leven?

Ik mis het woordje ‘fulltime’ in het eerste deel van de vraag, want schrijfster ben ik mijns inziens al. Maar: ja, het lijkt me natuurlijk super als ik van mijn schrijfwerk zou kunnen leven! Al heb ik daar geen enorme haast mee. Ik ben al heel tevreden met wat ik tot nu toe heb bereikt en heb er alle vertrouwen in dat ik de kans krijg nog meer boeken te schrijven. Fulltime schrijver zijn wil ik graag, maar dat is voorlopig nog niet realistisch. In de toekomst hoop ik dat wel te bereiken.

Je leest veel kinderboeken. Natuurlijk omdat je het leuk vindt, maar probeer je tijdens het lezen ook te leren van hoe anderen boeken hebben geschreven?

Een beetje. Ik ga niet speciaal op de bank zitten met een kinderboek om daar wat van te leren, maar ik denk dat dat vanzelf wel gebeurt. Ook door mijn vrijwilligerswerk als recensent bij Leesfeest ben ik eraan gewend geraakt om kritisch te lezen, en na te denken wat ik van een boek vind. Dat zijn dingen die ik automatisch meeneem als ik zelf schrijf.

Wat zijn de belangrijkste lessen die je van je schrijfcursussen hebt geleerd?

Het belangrijkste was dat ik tijdens die cursussen feedback kreeg op mijn werk. Zo merkte ik wat grappig en spannend was, wat mijn sterke punten zijn, maar ook waar ik soms met té veel vaart door het verhaal racete. Doordat anderen met me meelazen en vertelden wat er opviel, leerde ik mijn eigen schrijfstijl steeds beter kennen.

Je bent in 2014 gedebuteerd met Rover en Broertje bij Van Holkema & Warendorf. Hoe ben je bij die uitgeverij terecht gekomen en was het makkelijk om een uitgever te vinden?

Het vinden van een uitgever ging gelukkig vrij soepel. Toen ik tevreden genoeg was over mijn verhaal, heb ik het opgestuurd naar een paar uitgeverijen. Héél spannend, om dan de reacties af te wachten! Ik heb wat afwijzingen gekregen, maar gelukkig waren ze bij Van Holkema & Warendorf erg enthousiast. Binnen een paar maanden na het afronden van mijn manuscript wist ik dat zij mijn boek uit wilden geven. Ik had er al rekening mee gehouden dat het tijden kon duren voor ik een uitgever zou vinden (als het überhaupt al zover zou komen), dus dit viel me alles mee.

De hoofdrolspelers in Rover en Broertje zijn twee jongens. Heb je ook overwogen om er meisjes van te maken of een jongen en een meisje? Waarom toch voor twee jongens gekozen?

Het allereerste fragment schreef ik nogal plotseling. Ik had schrijfcursus en we moesten in de les iets gaan schrijven. Een kwartier later stond er iets op papier over twee jongens die Rover en Broertje heetten. Naderhand heb ik er nog wel over nagedacht of ik één van de twee in een meisje moest veranderen, om er geen specifiek ‘jongensboek’ van te maken, maar ik vond het niet nodig. Er zijn ook zat meisjes die Rover en Broertje lezen. Volgens mij lezen kinderen toch wel wat ze willen, of het nou over jongens of meisjes gaat.

Had je bij aanvang van je verhaal het eind al helemaal in gedachten?

Nee, helemaal niet. Ik maakte een beginnetje over twee broertjes die gingen roven. Dat stuk vond ik zo leuk dat ik ermee verder ben gegaan, maar waar het verhaal zou eindigen..?! Ik ben het gewoon hoofdstuk voor hoofdstuk gaan schrijven, en zag steeds beter voor me hoe het verhaal er van begin tot eind uit moest komen te zien. Ik hou er niet van om van tevoren alles uit te denken. Of beter gezegd: ik kan het niet op die manier. Pas tijdens het schrijven komt mijn creativiteit in actie en borrelen er allemaal leuke scènes op. Zo blijft het schrijven voor mezelf ook boeiend, want net als de lezer ben ik dan ook benieuwd: hoe loopt het af?

Op Bol.com kreeg je een hele negatieve recensie op je boek. Wat voor effect heeft dat op je? Trek je het je aan?

Eerlijk gezegd heb ik hardop zitten lachen achter mijn laptop toen ik die 1-ster recensie las. Ik kan er niet wakker van liggen dat niet iedereen mijn boek geweldig vindt. Volgens de schrijfster van deze review krijgen kinderen door mijn boek het idee dat hun ouders zomaar kunnen verdwijnen. Op de achterkant van het boek staat duidelijk dat de vader en moeder van Rover en Broertje verdwijnen, dat de jongens voor zichzelf moeten gaan zorgen én dat ze uit roven gaan. Als dat je tegenstaat, lees het dan gewoon niet, denk ik…
Ik zou het wel jammer vinden als alle recensies zo negatief waren. Ik hoop natuurlijk dat kinderen mijn boek met veel plezier lezen! Maar het grootste deel van de reacties is positief en ik krijg leuke fanmail, dus ik ben een heel gelukkige schrijfster.

Met Mark Janssen heb je een ervaren en goede illustrator voor je boek gekregen. Hoe is jullie samenwerking tot stand gekomen?

Ja, hij is super! Ik ben heel blij met de ontzettend leuke jongens die hij van Rover en Broertje heeft gemaakt. Samen met mijn uitgever ben ik op zoek gegaan naar een illustrator. Het liefst iemand die al wat bekender was, aangezien ik zelf een nieuweling was in het kinderboekenwereldje. Mijn uitgever opperde Mark Janssen, en na het bekijken van zijn werk hoopte ik héél erg dat hij interesse zou hebben. En dat had hij!

Rover en Broertje heeft intussen al een tweede druk gekregen en is genomineerd voor de Hotze de Roosprijs. Stimuleert je dat om snel een nieuw boek te schrijven?

Gestimuleerd om een nieuw boek te schrijven ben ik sowieso wel, ook zonder tweede druk, nominatie, en plek op de tiplijst van de kinderjury. Al maken die dingen het natuurlijk wel nóg leuker. Ik schrijf graag en vond het hele uitgeefproces van mijn eerste boek heel leuk om mee te maken. Feedback krijgen, aanpassingen doen, illustraties bewonderen… Heerlijk! Al voor Rover en Broertje in de winkel lag, was ik alweer met nieuwe verhalen bezig. Dus ja: ik wil heel graag dat er snel een tweede boek verschijnt, maar dat komt niet speciaal door de punten die je noemt. Overigens ben ik wel heel blij met die nominatie voor de Hotze de Roosprijs! Fijn om te merken dat mijn boek gezien wordt. Nu tot juni wachten wie er wint…

Ben je intussen al met een volgend boek bezig en kun je een tipje van de sluier oplichten over de inhoud?

Ja, ik ben met van alles bezig. Ik ben niet zo goed in niets doen, en nu ik eenmaal weet hoe leuk het is om je eigen boek gepubliceerd te zien… Ik ben onder andere bezig met een vervolg op Rover en Broertje. En daar ga ik nog niets over vertellen.
Verder vind ik veel doelgroepen leuk om voor te schrijven, van prentenboeken tot YA. En voor mijn kinderboek werd uitgegeven schreef ik vooral korte thrillerverhalen voor volwassenen. Dat deed ik óók graag. Dus wie weet wat ik in de toekomst nog ga doen.

Vragen: Pieter Feller

Andere recensies

Het eiland van Anna, Schokland en de geschiedenis van een thuis – Eva Vriend – Atlas Contact – 285 blz. In augustus 2023 bracht ik samen met mijn man een bezoek aan Schokland, het voormalige eiland in de Noordoostpolder, dat sinds 1995 tot het...
Lees verder Categorie: Boek van de week, Geschiedenis, Non-fictie
| Reageer!
To the moon – Susanne Koster – Clavis – 235 blz. Amy is zeventien en zit op het MBO. Ze wil leerkracht worden en loopt twee dagen per week stage op een basisschool in groep vier. Samen met haar beste vriendin Britt en klasgenoten...
Lees verder Categorie: Young Adult
| Reageer!
Ridders van het Gulden Vlies – Hannah Iterbeke, Marthy Locht, Jonas Goossenaerts, Claire Toussat, Steven Thiry – Lannoo – 176 blz. ‘Deze oude spullen verdienden nog enige aandacht.’ Zo zouden de woorden van graaf Amédée de Beauffort hebben geklonken toen hij in 1836 op...
Lees verder Categorie: Geschiedenis, Kunst & Cultuur, Non-fictie
| Reageer!