Kruistocht tegen bijbelse tradities
Valsheid in geschrifte – Jacob Slavenburg – WalburgPers – 189 blz.
In midden Egypte, Nag Hammadi, ten noorden van Luxor en vlak bij de Nijl werd in 1945 een belangrijke vondst gedaan. Een kruik, opgegraven op een oude begraafplaats, leverde een aantal onbekende (en bekende) geschriften op. De teksten zijn geschreven op papyrus en in leer ingebonden (een codex). Samen waren het dertien codices die tweeënvijftig geschriften bevatten. Er waren ook duplicaten bij. Hebben koptische monniken deze overleveringen verborgen in angst voor controle van hun bibliotheek door orthodoxe christenen, zoals lang werd gedacht? Binnen vijftien kilometer van de vindplaats bevonden zich namelijk drie kloosters. Veel wetenschappers verwerpen deze mogelijkheid, mede door de aanwezigheid van de duplicaten en een klein aantal geschriften in meerdere versies. De onzekerheid blijft bestaan, zoals ook veel zaken die uit het onderzoek van de geschriften naar voren zijn gekomen (nog) niet voldoende bewezen zijn.
Waar de geleerden het wel over eens zijn, is dat het geschrift “het evangelie van Thomas” het belangwekkendste deel van de verzameling is. We kunnen Jacob Slavenburg gerust als een autoriteit op het gebied van dit evangelie noemen. Hij heeft het ook vertaald – er zijn overigens meer vertalers aan het werk geweest – en grondig bestudeerd. Een verslag daarvan is te vinden in zijn boek (samen met Willem Glaudemans) De Nag Hammadi geschriften (2004). Slavenburg beschouwt “het evangelie van Thomas” (althans delen ervan) ouder dan de vier synoptische evangeliën (in het Nieuwe Testament opgenomen), met parallellen tussen beide. Toch heeft ook die datering geen consensus bij onderzoekers van oude christelijke geschriften. Dit evangelie munt uit in beknoptheid, daar waar de Nieuwtestamentische evangeliën veel franje en zaken die daar vaak later omheen geweven zijn, laten zien. Slavenburg: “Het zijn wijze uitspraken (van Jezus), antwoorden of vragen van leerlingen en gelijkenissen zonder verdere uitweidingen over persoonlijke omstandigheden of wonderverhalen.”
Dit onderwerp is één van de thema’s in Valsheid in geschrifte. Daarnaast treffen we nog veel meer voorstellingen, aannames, mogelijkheden, onzekerheden, maar ook feiten aan die de auteur in de loop van zijn studie met betrekking tot de vroegchristelijke codices heeft verzameld. Dit materiaal verdeelt de auteur in drie delen: De evangeliën die wel (één) en die niet (twee) in de bijbel terechtkwamen en hoe die selectie tot stand kwam (drie). Bij welk laatste hij spreekt van een “amputatie”.
De Bijbelboeken in het Nieuwe Testament worden gehouden voor “Gods eigen woord”. Maar, stelt Slavenburg, “de bijbel blijkt een overduidelijk product van mensenhanden te zijn”. Daarvoor geeft hij argumenten. Er zijn duidelijk fouten gemaakt bij het vertalen (veelal uit het Grieks). Kopiisten hebben de nodige fouten gemaakt. Nog ernstiger is het als diezelfden meenden fouten in het origineel aangetroffen te hebben en die naar eigen inzicht hebben verbeterd. Daarbij veronderstelt de auteur soms moedwil. Er moest geschreven worden in de geest van de leerstellingen van de kerk op dat moment. Dit aspect heeft tot de titel van het boek geleid.
De teksten die niet in de bijbel terecht kwamen, de apocriefe teksten, waren in de oudheid wel degelijk bekend, blijkt uit citaten van kerkvaders. In de vorige eeuw zijn talrijke vondsten gedaan en konden de citaten herleid worden tot complete geschriften. Voorbeelden daarvan zijn het evangelie van Thomas, het evangelie volgen Filippus, het evangelie der waarheid van Valentinus (alle uit de kruik bij Nag Hammadi) en het evangelie van Maria Magdalena (uit de Berlijnse codex). Veel van deze geschriften werden als gnostisch bestempeld. – Gnostiek is kortweg gezegd: de verlossing komt niet van buitenaf, maar moet in je eigen innerlijk gezocht worden. – Dat kan eigenlijk van het evangelie van Thomas niet gezegd worden, volgens de huidige stand van Bijbelonderzoek.
Buiten anderen wijst Slavenburg één grote ‘boosdoener’ aan: de aartsbisschop van Alexandrië, Athanasius. Hij deed in 369 na Christus een Paasbrief uitkomen, bedoeld om aan de gemeenten voor te lezen. Daarin hekelt hij de mensen die de apocriefe teksten tussen de “door God geïnspireerde teksten” voegen. Hij vervolgt met een zeer precieze opsomming van teksten die wel ‘geïnspireerd’ zijn: “Een lijst van geschriften die exact overeenkomt met ons Nieuwe Testament”. Slavenburg merkt terecht op dat Athanasius geen argumenten geeft waarom hij die teksten een goddelijke inspiratie meegeeft en waarom de apocriefe teksten niet. Een rol zal daarbij gespeeld hebben, dat de inhoud van de geïnspireerde teksten moest aansluiten bij de op dat moment geldende leer van de kerk. De auteur vindt de apocriefe teksten echten zo interessant en waardevol dat hij van een “amputatie” spreekt, nu ze niet in de bijbel zijn opgenomen.
Slavenburg poneert: “Van de laatste stand van het wetenschappelijk onderzoek klinkt via de kansel of preekstoel maar zeer weinig door. Zijn doel is dan ook “deze kloof enigszins te overbruggen”. Hij wil gelovigen niet van hun geloof afbrengen, maar hen meer inzicht geven.
In dat laatste is hij uitstekend geslaagd. Dat hij nu voor eens en altijd ‘de waarheid’ boven tafel brengt, is te kort door de bocht. Hij neemt veel citaten uit de oude christelijke literatuur op, maar zonder context! Ook wil hij zijn mening nogal eens benadrukken door veel te herhalen, waardoor zijn argumentatie nogal rommelig overkomt. Zou er een oplossing daarvoor te vinden zijn door niet alles in een ‘verhaal’ te stoppen, maar een duidelijk schematisch overzicht te geven. Gelukkig dat Slavenburg een uitgebreid apparaat “Aantekeningen” heeft opgenomen om de geïnteresseerde lezer de weg te wijzen.
Dit boek werd oorspronkelijk uitgegeven in 1995 als De Gespleten Pen Van Bijbelschrijvers en beleeft nu zijn negende (gewijzigde of ongewijzigde/aangevulde?) druk. Daaruit blijkt dat er heel wat belangstelling voor dit onderwerp is. Het is een uitstekend werk om over te discussiëren, zowel onder vakgenoten als leken. Daarbij is een bespreking als deze niet de plaats om dat te doen, hoewel er nog veel meer onderwerpen in dit boek zijn opgenomen die daarvoor uitstekend in aanmerking komen.
Kees de Kievid
Boek van de Week
Tot het uiterste gaan om wraak te nemen
Categorie: Boek van de week, Thrillers & SpanningVlijmscherpe tranen – S.A. Cosby – The House of Books – 334 blz. Ike Randolph heeft een crimineel verleden, maar sinds hij 15 jaar geleden uit de gevangenis is ontslagen, is hij niet meer in…
Boek van de week archief27-mei-2023 | Lees verder | Reageer!