Levensloop van een bijzonder mens

De catalograaf – Diana Tjin – In de Knipscheer – 223 blz.

Wat is eigenlijk een catalograaf? Dat is iemand die een catalogus ‘schrijft’. Een catalogus bevat bijvoorbeeld gerangschikte lijsten van allerlei onderwerpen, zoals collecties van boeken in een bibliotheek, maar ook van items in een museum. Tegenwoordig is ook dit een taak die verregaand gedigitaliseerd is, maar nog niet in dit boek. De catalograaf noteerde titelbeschrijvingen op steekkaarten, die werden verveelvoudigd, afhankelijk van wat men wenste te zoeken, op titel, op auteur, op onderwerp, op taal en nog veel meer, zeker waar het gaat om een bibliotheek van een universiteit, hier de UvA.

Om te beginnen beleven we samen met Edgar het afscheidsfeestje van zijn werk: hij is nu met pensioen. Overladen met complimenten en cadeautjes brengen zijn vrienden hem naar huis, waarbij Govert, die hem toch in dit beroep heeft geloodst, ontbreekt, wegens het bijkomen van een nieuwe kuur. In zijn Volvo 240 – ook al zo’n beetje aan pensioen toe – rijdt hij naar het huisje in Groet, dat zo ongeveer als familieretraite dient. Edgar ziet al die vrije tijd nog niet zo zitten. Er is echter een lichtpuntje in de persoon van meneer Charles… Hij heeft hem ontmoet toen hij was gevallen tijdens een overpeinzende wandeling nadat hij in Groet was aangekomen. Hij kan bij hem komen werken als catalograaf voor de verkoopcatalogus van zijn collectie “Automata, mechanische poppen, robots avant la lettre”.

Al in de eerste overpeinzing komt een belangrijk thema om de hoek kijken. De familie is uit Suriname afkomstig. “Zelfs in Amsterdam was het voor hen in die tijd al lastig genoeg om niet boos te worden (…) of zich angstig te voelen (…) wanneer willekeurige voorbijgangers opeens de onbedwingbare neiging voelden opkomen hen voor vieze buitenlanders uit te maken, of om zich de eeuwige uitzondering te moeten voelen zonder dat daar iets positiefs mee werd bedoeld.” Ze hebben het gevoel dat ze voortduren examen moeten doen: “spraken ze wel Nederlands? (…) wisten ze wel waartoe een vork en een mes diende?” Daarbij komt ook nog eens dat bij de familie Chinees (vader) en joods (moeder) bloed door de aderen stroomt.

Er kan niet gezegd worden dat Edgar een prettige jeugd had. Een lange periode zit zijn moeder alleen maar voor zich uit te peinzen in de enige stoel die ze uit Suriname hadden meegenomen. Edgar wandelt met zijn vader en gaat op woensdagmiddagen naar het Rijksmuseum en tekent er kunstwerken na. Als moeder uit haar lethargie is ontwaakt vindt het tegengestelde plaats: zij is geobsedeerd door haar werk: het maken en restaureren van boeken met een bewegende inhoud. Ze wil er zelfs een eigen bedrijf voor beginnen. Vader keurt het af en vertrekt als moeder het toch doorzet. Er hangt een scheiding in de lucht, die Edgar veel verdriet doet. Zo ver komt het niet: moeder overlijdt vroegtijdig. Edgar bewoont nu in zijn eentje het ouderlijk huis. Gelukkig heeft hij een vertrouwd persoon om telkens op terug te vallen: tante Aaltje de buurvrouw van de overkant, een rasecht Amsterdams volkstype.

Edgar mist zijn moeder geweldig, maar heeft nu intenser contact met zijn vader. Die neemt hem mee op een reis naar Portugal, mede voor onderzoek naar de joodse wortels van Edgar en zijn moeder. Frappant is dat hij veel uiterlijke overeenkomsten tussen de Portugezen en zijn familie ziet. De hoofdstukjes over deze episode kunnen we gerust poëtisch noemen, met prachtige natuurbeschrijvingen.

Edgar gaat studeren, wiskunde, maar het wil niet zo vlotten. Evenmin wil het niet lukken met de liefde, alle pogingen tot het aangaan van een relatie lopen op niets uit. Uiteindelijk, met een aanbeveling van zijn vriend Govert, vindt hij zijn geluk in het werken als catalograaf bij de UvA. Zijn bezigheden, die wonderwel blijken te passen bij zijn aard, nemen hem volledig in beslag. Hij werkt met collega’s waarmee hij in de meeste gevallen goed kan opschieten. Maar dan komt hier door zijn pensioen een einde aan. De cirkel is rond. Hoe zal het hem vergaan in zijn nieuwe werkkring bij meneer Charles? Zit er een late relatie aan te komen met Maria, de secretaresse van meneer Charles?

Diana heeft, evenals van haar vorige boeken, er een schijnbaar eenvoudig verhaal van gemaakt. Duidelijk herkenbaar zijn de thema’s discriminatie en het zoeken naar eigen identiteit erin terug te vinden. Bij nauwkeurig, aandachtig lezen blijkt er echter veel meer in het verhaal te zitten dan aan de oppervlakte is te merken. De gelaagdheid van De catalograaf blijkt pas na een diepgaandere analyse. Er is sprake van drie verschillende lagen in de observaties. De eerste is natuurlijk hoe de alleswetende verteller de familie van Edgar, en hemzelf in het bijzonder observeert. Dat is de oppervlakkige laag. Daarnaast (eigenlijk er tussendoor) observeert Edgar zichzelf. In zijn overpeinzingen overweegt hij goed en kwaad en vele andere zaken. Hij vraagt zich af of zijn beslissingen de juiste zijn geweest en hoe hij zaken beter had kunnen aanpakken. Een enkele keer ‘pept hij zichzelf ‘op’.

De derde observatie, de meest diepliggende, is die van de auteur op zichzelf. De alleswetende verteller observeert als het ware de auteur. We kunnen die twee dus niet gelijkstellen. Ook Diana’s familie is uit Suriname afkomstig en zij heeft Chinees bloed. Toch kun je niet van autobiografische elementen spreken. De auteur projecteert allerlei zaken waar ze zelf iets van weet of die ze zelf heeft meegemaakt op de volstrekt unieke persoonlijkheid van Edgar. Bij dit alles hanteert Diana een prettige boeiende stijl die het vergemakkelijkt met de personages mee te leven.

Het unieke in één verhaal laten samengaan van deze elementen vormt de voornaamste kracht van dit boek. Daarmee heeft Diana duidelijk gemaakt dat haar eerste twee romans geen toevalstreffers waren. Ze behoort overduidelijk toe de toplaag van wat de Nederlandse literatuur van deze tijd te bieden heeft. Met spanning wachten we op haar volgende werk.

Kees de Kievid

Boek bestellen!

Andere recensies

Stemmen in het duister – Nicci French – Vertaling: Lidwien Biekmann en Koos Mebius – Ambo Anthos – 442 blz. Na de succesvolle Frieda Klein-reeks maakten we vorig jaar in Wie heeft Charlotte Salter gezien kennis met een nieuw personage, rechercheur Maud O’Connor. Het lijkt...
Lees verder Categorie: Thrillers & Spanning
| Reageer!
Olifant heeft kriebel – Kaj Driessen – Illustraties: Barbara de Wolf – Samsara – 40 blz. Hoe komt een olifant aan die kriebel op zijn rug? Of beter gezegd: hoe komt hij er van af? Hij probeert van alles, maar hij kan zelf niet...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!
De ontdekking van Holland – Jan Brokken – Atlas Contact – 302 blz. Dit boek draait om Hotel Spaander in Volendam. Al in de jaren tachtig van de vorige eeuw werd Jan Brokken attent gemaakt op het feit dat het ooit een verzamelplaats was...
Lees verder Categorie: Geschiedenis, Kunst & Cultuur, Non-fictie
| Reageer!