Maatschappijkritiek in de zeventiende eeuw

Hekelen met humor – Johanna Ferket – Verloren – 313 blz.

Ferket is verbonden aan het Letterenhuis van de universiteit van Antwerpen. Toen ze aan de universiteit Nederlandse Taal en Letterkunde studeerde sloot ze zich – naar eigen zeggen noodgedwongen – aan bij het vak ‘Nederlandse Renaissanceliteratuur’ dat werd geleid door prof. Hubert Meeus. In 2013 schreef zij haar masterscriptie over Frederico Cornelio de Conincq, een Antwerpse toneelschrijver. In een aantal van diens werken liet hij zich kritisch uit over de Spaanse adel, terwijl toen de  Spanjaarden de baas in dat gebied waren. Daaropvolgend wilde zij weten of ook in overige komische toneelstukken in Noord- en Zuid Nederland dergelijke kritiek tot de vaste inhoud behoorde. Volgens Ferket zelf was daarna Bredero de aanleiding tot haar doctoraatsonderzoek en koos zij als titel voor een citaat van Jan de Vos, dat naar hem verwijst: “Hy dwong het volk door klucht te luistren naar hun plichten.” Hierop volgde haar promotie en het proefschrift dat hier als handelseditie is uitgegeven.

Over de kluchten zijn, in tegenstelling tot de overige zeventiende-eeuwse literatuur, weinig diepgaande studies verschenen. Natuurlijk hebben we Het Nederlandsche Kluchtspel van de 14e tot de 18e Eeuw (1854 vermeerderd in 1878 door J. van Vloten en P.H. van Moerkerken’s, Het Nederlandsch kluchtspel in de 17de eeuw (2 dln, 1899) en het algemenere Geschiedenis van het drama en toneel in Nederland (2 dln, 1903-1907) door J.A. Worp. Aan de geschiedenis van het toneel in het algemeen en aan die van de klucht (sotternie) in het bijzonder besteedt Ferket de nodige aandacht alsmede aan de algemene geschiedenis met het doel al haar bevindingen in de juiste context te plaatsen.

Uitgebreid beschrijft zij haar onderzoek, waarin twee vragen centraal staan: “1) welke maatschappelijke thema’s bekritiseerden zeventiende-eeuwse auteurs in het komische toneel? 2) Welke literaire strategieën gebruikten [zij] …om hun kritiek op de maatschappij te communiceren?”

Na het eerste inleidende hoofdstuk volgen twee thematische waarin Ferket “alle maatschappijkritieken in de toneelstukken als een geheel…” behandelt. Het corpus aan toneelwerken bedraagt maar liefst 123 van de ca. 336 verschenen stukken. Van een aantal auteurs neemt zij in hoofdstuk 3 hun complete oeuvre onder de loep: W.D. Hooft, Thomas Asselijn, Willem Ogier, G.C. Van Santen, Joan van Paffenrode en Cornelis de Bie.

De maatschappijkritische thema’s in hoofdstuk 2 zijn: Mode, Duitsers, Beroepen en Privéleven, waarvan Ferket zich daarna afvraagt of we te maken hebben met een universele zaak of ‘slechts’ een lokale, waarin zij o.a. kijkt naar de actualiteitswaarde of dat het een “weerspiegeling van een veranderende maatschappij” betreft. Volgens Bredero is bijvoorbeeld  de verandering van afkomst naar geld een belangrijk gegeven bij de keuze voor een huwelijkspartner.

In hoofdstuk 4 komen de strategieën van de auteur aan de orde, verdeeld in Verbale strategie, Non-verbale strategie, Humor en Kritische personages. De keuzes die de auteurs maken hangt daarbij in belangrijke mate al van de contemporaine toneelregels, waarvan er voor het ernstige toneel aanzienlijk meer waren dan voor het komische toneel.

Al met al zijn natuurlijk de conclusies van Ferket het belangrijkst. In het laatste (niet genummerde!) hoofdstuk komen die aan de orde. De auteur merkt ten eerste op dat er voornamelijk twee richtingen waren in verband met de functie van de humor in het komische toneel: vermaak en moralisme. Uit haar betoog blijkt nu dat maatschappijkritiek een veel belangrijker rol had dan tot nu toe werd aangenomen. Zij stelt dat kritische meningen niet noodzakelijk met elkaar of een ‘overkoepelende’ moraal in verband staan. Waaruit zij concludeert dat ze “bewust [zijn] aangebracht. De humor die zo cruciaal is voor het genre, zorgde ervoor dat kritische meningen op een toegankelijke. en speelse manier werden overgedragen.”. De toehoorders waren in staat te beoordelen of de kritiek op henzelf van toepassing was of niet. Mede daardoor was opinievorming goed mogelijk met het toepassen van verscheidene strategieën door de auteurs. Tot slot geeft Ferket een aantal aanbevelingen voor verder (internationaal) onderzoek en verbanden met andere genres.

Dat we met een proefschrift te maken hebben is zeker niet aan de stijl van het betoog te merken. De auteur vertelt begrijpelijk voor een ieder die belangstelling voor het onderwerp heeft. Natuurlijk is het literaire belang onomstotelijk, maar ook andere zaken, zoals het maatschappelijk leven in de zeventiende eeuw in ons land, zijn gebaat bij dit onderzoek. Kostelijk zijn de fragmenten uit de meer dan driehonderd jaar geleden geschreven kluchten en blijspelen, die ons ook nu nog kunnen aanspreken. Vooralsnog mogen we gerust spreken van een standaardwerk over de zeventiende-eeuwse klucht, maar er blijven nog ca. 200 werken onbesproken. Wie pakt die op?

Deze studie is voorzien van een aantal bijlagen: een register van personen enz., van de kluchten en een primaire zowel als een secundaire bibliografie, waarnaar in de tekst verwezen wordt en daarmee enigszins het ontbreken van noten goedmaakt. Verdient zo’n standaardwerk in publiekseditie geen mooie hardcover? De illustraties hadden nog wel wat uitgebreider mogen zijn, voorbeelden van maatschappijkritiek zijn er overvloedig te vinden in contemporaine schilderstukken. Weinig afbeeldingen in kleur, wel een tweedelige plattegrond van Amsterdam, die niet zo zinvol is bij dit onderzoek. Desondanks kunnen we spreken van een uitmuntende uitgave!

Kees de Kievid

Andere recensies

Stemmen in het duister – Nicci French – Vertaling: Lidwien Biekmann en Koos Mebius – Ambo Anthos – 442 blz. Na de succesvolle Frieda Klein-reeks maakten we vorig jaar in Wie heeft Charlotte Salter gezien kennis met een nieuw personage, rechercheur Maud O’Connor. Het lijkt...
Lees verder Categorie: Thrillers & Spanning
| Reageer!
Olifant heeft kriebel – Kaj Driessen – Illustraties: Barbara de Wolf – Samsara – 40 blz. Hoe komt een olifant aan die kriebel op zijn rug? Of beter gezegd: hoe komt hij er van af? Hij probeert van alles, maar hij kan zelf niet...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!
De ontdekking van Holland – Jan Brokken – Atlas Contact – 302 blz. Dit boek draait om Hotel Spaander in Volendam. Al in de jaren tachtig van de vorige eeuw werd Jan Brokken attent gemaakt op het feit dat het ooit een verzamelplaats was...
Lees verder Categorie: Geschiedenis, Kunst & Cultuur, Non-fictie
| Reageer!