“Mijn werkwijze is misschien lichtelijk krankzinnig”

Joke Janssen (Sittard, 1974) ging als kind fantaserend door het leven. Ze verveelde zich nooit. Haar hoofd zat vol verhalen. Zelfs op school stopte Joke niet met dagdromen. Niet iedereen kon daar begrip voor opbrengen. Toen ze ouder werd, besloot ze afscheid te nemen van haar droomleven. Ze moest volwassen worden. Haar universitaire studie sociologie sloot ze na vier jaar cum laude af. De banen lagen voor het oprapen. Actief begon ze aan een veelbelovende carrière als sociaalwetenschappelijk onderzoeker. Joke Janssen trouwde met Ed Burgwal en in 2003 kregen zij een dochter. Toen Joke ernstig ziek werd, moest zij haar baan als onderzoeker opgeven. Zij vocht en won dubbel. Ze kreeg niet alleen haar gezondheid terug, maar ook haar fantasie. Tijdens allerlei akelige medische onderzoeken kwam ze er namelijk achter dat ze weg kon. Niet letterlijk, maar figuurlijk. Joke ontsnapte door te gaan dagdromen. De kracht van de fantasie. Haar kracht. Eenmaal beter, besloot Joke nooit meer te stoppen met dromen. Sterker, ze besloot er haar beroep van te maken. Het succes van Lang leve saai! werd de verbinding tussen haar droomwereld en de echte wereld.

Tegenwoordig hoeft Joke geen onderscheid meer te maken tussen beide werelden. Met haar fantasie bereikt ze anderen. Met deze fantasie hoopt Joke een positieve bijdrage te kunnen leveren aan het leven van anderen.

Je ging als kind dagdromend door het leven. Schreef je toen ook al verhaaltjes of hield je een dagboek bij? Herinner je je eerste verhaaltje/gedichtje nog?

Mijn hoofd zat altijd al vol verhalen. Die vertelde ik mezelf als ik in bed lag. Met schrijven begon ik rond mijn achtste. Als kind was ik een ramp op spellingsgebied, maar dat weerhield me er niet van om te schrijven. Voor mij waren die fouten ook geen probleem, ik schreef maar voor één persoon. Mezelf. Mijn eerste verhaaltje ging over een vogeltje dat Pierewiet heette. Dit vogeltje wilde niet naar het zuiden vliegen toen het kouder begon te worden. Zijn moeder wist hem uiteindelijk toch de lucht in te krijgen. Zij had namelijk een ijzersterk argument: ‘Als je hier blijft, dan vries je dood.’ Tot mijn negentiende was ik vooral een dagboekschrijver. In eerste instantie schreef ik alleen wat ik meemaakte. In mijn pubertijd kwam de nadruk meer op gevoelens te liggen. Soms in de vorm van gedichten.

Je moest je baan opgeven, omdat je ernstig ziek werd en vluchtte in het schrijven. Had je toen al meteen het idee om een uitgever te zoeken?

Eerlijk gezegd zie ik het schrijven niet als vluchten. Eerder als thuiskomen. Door mijn ziekte had ik weer de tijd en ruimte om te dagdromen en merkte ik hoezeer ik dit gemist had. Ik wil het nooit meer missen. Mijn eerste volwassen schrijfsels werden grappige columns voor vrienden en familie. Klaar was mijn eerste boek. Tijdens het schrijven was ik niet bezig met uitgevers en lezers. Dat ben ik nog steeds niet. Ik volg het verhaal. Het verhaal moet kloppen. Pas na voltooiing van een manuscript gaat het de markt op. De Lang leve boeken werden meteen enthousiast ontvangen. Dit geldt helaas niet voor al mijn manuscripten. Ik weet dus tijdens het schrijven niet of het werk ooit uitgegeven zal worden. Jammer, maar het is niet anders. Ik schrijf wat in me zit. Niet waar de markt om vraagt.

Doe je naast het schrijfwerk intussen ook weer ander werk?

Langzaam maar zeker durf ik mezelf ‘schrijver’ te noemen. Ineens lezen duizenden kinderen de Lang leve boeken, krijg ik heuse fanmail en word ik uitgenodigd op scholen en in bibliotheken. Heel erg leuk! Naast het schrijfwerk bemoei ik me ook graag met het werk van mijn man, Ed Burgwal. Hij werkt zelfstandig als bouwkundig ontwerper.

Helpt het dat je sociologie hebt gestudeerd bij het schrijven?

Zeker. Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in sociale vraagstukken. Deze komen terug in mijn boeken. En tijdens mijn studie en daarna als sociaalwetenschappelijk onderzoeker heb ik geleerd om goed waar te nemen. Hoe reageren mensen bijvoorbeeld in bepaalde situaties? Of welke woorden gebruiken meisjes van twaalf? Reuzehandig voor de logica en de echtheid van een verhaal.

Hoofdpersonage van je drie boeken is Petra. Heeft iemand model gestaan voor haar of is ze geheel uit je fantasie ontstaan? Lijk je zelf op haar?

Leek ik vroeger maar meer op Petra! Ik had graag wat van haar pit gehad als kind. Nee, Petra is niet op een jongere Joke gebaseerd. Petra is en blijft uniek. Natuurlijk zijn er wel overeenkomsten tussen Petra en mensen uit mijn omgeving. Niemand heeft echter model gestaan. Alleen haar naam heeft een duidelijke herkomst. Een helaas te vroeg overleden nichtje van mijn man heette Petra. Door de naam blijft ze bij ons.

Lang leve chocola! Is het derde deel over het leven van Petra (nu 13), het is mooi om te zien hoe goed je je hebt weten te verplaatsen in het leven van een 13-jarige. Wat doe je ervoor om dit voor elkaar te krijgen?

De tijd rond mijn eigen 13e verjaardag heb ik heel bewust meegemaakt. Vooral de gevoelens uit die tijd kan ik me nog goed herinneren. Hierdoor kan ik heel makkelijk in de huid kruipen van Petra. Verder kijk ik om me heen. Hier komen mijn onderzoekvaardigheden van pas. En – heel belangrijk – ik vind pubers geweldig. Je eigen weg proberen te vinden op een niet altijd even subtiele manier. De pubers uit mijn omgeving zijn ook nooit te beroerd om mijn boeken van kritische kanttekeningen te voorzien. Bleven we als volwassenen maar zo eerlijk!

Heb je bewust gekozen voor de dagboekvorm in je verhaal?

Heel bewust. Ik wilde eerlijk en direct schrijven. De wereld laten zien vanuit de ogen van een meisje. Ik wilde Petra’s gedrag niet uitleggen of verklaren. Petra staat centraal in haar wereld. De dagboekvorm maakt dit mogelijk.

Er komt een aantal thema’s in je verhaal voor waarvan het probleem van Wouter heel actueel is. Wouter krijgt geen uitdaging op de basisschool en gaat zich vervelen. Hoe kwam je op het idee dit in je verhaal te verwerken?

In de Lang leve boeken laat ik thema’s naar voren komen die volgens mij aandacht verdienen. Soms spelen deze thema’s een rol in mijn eigen leven. Zoals bijvoorbeeld de schildklierkanker in Lang leve saai!. Soms zijn het thema’s waar ik in eerste instantie weinig vanaf weet. Voor ik Lang leve familie! schreef, wist ik bijvoorbeeld weinig over pleegkinderen. Het thema waar jullie naar vragen komt in zekere zin uit mijn eigen leven. Onze dochter zat in een soortgelijke situatie als Wouter. De dramatische gevolgen zijn verzonnen. Hoogbegaafdheid is een thema waar naar mijn gevoel juist te weinig aandacht voor is. Vaak wordt er – onterecht – gedacht dat hoogbegaafde kinderen er toch wel komen. Dat zij geen speciale aandacht nodig hebben. Ik vind dat ieder kind recht heeft op passend onderwijs. Recht op geluk.

De boeken zijn zelfstandig te lezen, maar degene die de andere delen heeft gelezen, merkt dat Petra ook meegroeit met haar boeken en dus ouder wordt. Dit gebeurt niet altijd in series over een bepaald hoofdpersoon. Denk je dat je dit nog voort kan zetten? Dat er nog meer delen komen en zij ouder wordt of ben je dan bang dat je de doelgroep voorbij gaat?

Het concept van deel 4 zit inmiddels in mijn laptop. In dit deel is Petra inderdaad weer iets ouder.

Komt er ook een deel 5 of 6?

Ik weet het niet. Wanneer een boek voltooid is, ga ik pas nadenken over een volgend boek. Maar jullie hebben uiteraard gelijk. Petra kan te oud worden voor haar doelgroep. Ik zal dus niet eeuwig over haar leven kunnen blijven schrijven.

Nog even op voorgaande vraag: kunnen we nog meer verhalen van Petra verwachten of heb je al plannen voor een heel ander verhaal?

Hopelijk komt het vierde Lang leve boek volgend jaar uit. Wat ik daarna ga schrijven, weet ik nu nog niet. Mijn hoofd zit vol ideeën. Tientallen ideeën, zo weinig tijd … Ik zal moeten kiezen.
Misschien kunnen jullie de vraag over een halfjaar opnieuw stellen? Dan kan ik een helderder antwoord geven.

Als je met een boek bezig bent, hoeveel uur per dag schrijf je dan? Heb je een vaste schrijfplek?

Als schrijver heb ik uiteindelijk een ritme gevonden. Een paar jaar geleden liet ik mijn schrijfwerk in de steek zodra iemand iets anders voorstelde. Nu niet meer. Ik ben streng en saai geworden. Voor mezelf en mijn omgeving. Inmiddels weet iedereen dat ik ’s ochtends wat minder aanspreekbaar ben. Iedere dag zit ik zo’n vier uur achter mijn laptop voor het echte schrijfwerk. Rond de middag probeer ik te stoppen. Lukt niet altijd. Af en toe kan ik flink op dreef zijn. De rest van de dag blijf ik in mijn hoofd bezig met het verhaal. Dan krijg ik de cadeautjes. Mogelijke richtingen waarin het verhaal zich kan ontwikkelen. Op dit moment verhuis ik mijn zooi iedere dag naar de keukentafel. Ik droom over een eigen schrijfkamertje. Helaas blijft het bij dromen. Onze woning is te klein voor schrijfkamertjes. Binnenkort komt er wel een bureau. Weliswaar geen eigen kamer, maar wel een vaste plek!

Zet je van tevoren een schema op voor je verhaal of werk je organisch? Duikt er ook wel eens onverwacht een personage op dat je niet had gepland?

Schema’s zijn niet aan mij besteed. In rechte lijnen denken is onmogelijk voor mij. In mijn hoofd staat alles met elkaar in verbinding. Ik werk dus absoluut organisch. Zodra ik mijn personages, de onderwerpen en het begin ken, kan ik beginnen. Samen met de personages schrijf ik het verhaal. Het verhaal ontwikkelt zich altijd kanten op die ik niet verwachtte. Personages zijn net echte mensen, ongelooflijk eigenzinnig. Zo wilde ik het vierde Lang leve boek voornamelijk over (verborgen) armoede laten gaan. Een personage bracht een tweede hoofdthema in. Homoseksualiteit. En wat denk je? Dit personage had gelijk. Het verhaal wordt er beter van. Mijn werkwijze is misschien lichtelijk krankzinnig. Maar het werkt voortreffelijk!

Hier mag je nog iets zeggen wat je graag kwijt wilt.

Dank, lieve lezers, voor het lezen van mijn boeken!

Vragen: Conny Schelvis en Pieter FellerPieter Feller

Recensie Lang leve chocola!
Hier vind je de website van Joke Janssen.

Andere recensies

Vrouwen rondom Johan de Witt – Samenstelling: Ineke Huysman en Roosje Peeters – Uitgevrij Catullus – 344 blz. Robert Fruin, Gerhard Willem Kernkamp (alleen deel 1) en Nicolas Japikse publiceerden van 1906 tot 1919 een zesdelige bronneneditie: Brieven aan en Brieven van Johan de...
Lees verder Categorie: Boek van de week, Geschiedenis, Non-fictie
| Reageer!
Kom binnen! Theater lezen over thuis РIneke Kraijo en Marlies Verhelst РIllustraties: Marja Meijer РGottmer Р120 blz. Wat een verrassende serie die door uitgeverij Gottmer uitgegeven wordt. Ik had er eerlijk gezegd nog nooit ̩̩n ingekeken, omdat ik geen recensies...
Lees verder Categorie: Kinderboeken
| Reageer!
Op de vriendschap – Milla Shan – Vertaling: Siska Goeminne – Illustraties: Frank Daenen – De Eenhoorn – 32 blz. Een vriendje hebben is voor de meeste kinderen belangrijk. In dit prachtige prentenboek wordt op een speelse manier verteld en getekend over het ontstaan...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!