Mulisch, De Grote Eén?

Sander Bax1Sander Bax (1977) werkt als universitair docent Literatuurwetenschap, Cultuurgeschiedenis en Vakdidactiek Nederlands aan de Universiteit van Tilburg. In 2007 promoveerde hij op de studie De taak van de schrijver. Het poëticale debat in de Nederlandse literatuur, 1968-1885. In het voorjaar van 2015 verscheen zijn ‘biografie’ van Harry Mulisch, De Mulisch Mythe. Harry Mulisch: schrijver, intellectueel, icoon. Bax ziet in het schrijverschap van Mulisch drie hoofdlijnen.

De eerste is die van de autonome schrijver, die (vrijwel) onzichtbaar is in zijn werk. De tweede hoofdlijn is die van de publieke intellectueel die zonder aarzelen stelling neemt in het openbare debat. De derde en laatste hoofdlijn is de Mulisch als bekende Nederlander, de Mulisch van de mediaoptredens, de BN’er Mulisch, de mythe Mulisch. In deze lijn komen de schrijver en de publieke intellectueel samen en worden zij door Mulisch gebruikt als bouwstenen in de beeldvorming, als het fundament onder zijn publieke imago.

In de traditionele biografie van een schrijver wordt diens persoonlijke leven geschetst, wordt het oeuvre geanalyseerd en wordt in het ideale geval ook nog gepoogd de verbanden tussen die twee te beschrijven. U doet dit ook, maar legt daarnaast ook een ander accent. Bij u staat het openbare leven van Mulisch centraal, het publieke optreden, de beeldvorming. Wat heeft u doen kiezen voor deze benadering?

Mijn onderzoek begon met de vraag naar Mulisch’ optreden als geëngageerde schrijver in de jaren zestig. Ik wilde begrijpen waarom hij in die periode geen romans schreef, wat hij nou politiek eigenlijk wilde en wat de impact was van zijn engagement. Ik kwam erachter dat je dat niet alleen kon begrijpen door simpelweg zijn opvattingen te analyseren en te duiden, maar dat je ook moest kijken naar in welke genres en op welke podia hij die opvattingen verwoordde. En daarbij kwam dan onvermijdelijk ook de publieke bekendheid om de hoek kijken. Toen bleek dat er hier iets aan de hand was wat cruciaal bleek voor Mulisch’ hele schrijversloopbaan. Deze biografie van de drie verschillende rollen die Mulisch speelde, bleek vervolgens de beste methode om te begrijpen waarom Mulisch’ schrijverschap zo veel weerklank heeft kunnen vinden.

Is een dergelijke benadering nieuw? Of kent u biografieën van schrijvers waarin dit eerder is gedaan?

Ik ken niet zo veel biografieën van Nederlandse schrijvers waarin voor deze werkwijze is gekozen. Je merkt toch vaak dat de biograaf op zoek gaat naar ‘de ware auteur’ die achter alle maskers schuilgaat. Daar komt dan de gedachte bij dat de klassieke biografische bronnen, zoals brieven, dagboeken en gesprekken met getuigen, dichter bij die ware auteur staan dan de bronnen die ik gebruikt heb: interviews, essays, romans. Ik geloof daar eerlijk gezegd niet zo in: ook in brieven en dagboeken construeert een auteur zichzelf, waardoor die bronnen alleen gradueel verschillen van romans en essays. Dat betekent vervolgens dat die ‘ware auteur’ alleen kan bestaan als de constructie van de biograaf, dus ook weer als een personage eigenlijk. Ik denk dat mijn boek ertoe uitdaagt om over dit soort kwesties na te denken, waarbij ik natuurlijk het geluk had dat ook Mulisch zélf daar heel veel over heeft nagedacht. Hij is immers zelf degene die zegt dat zijn publieke bekendheid ‘ieders eigendom’ was, maar dat hij ‘zelf’ stilletjes door de achterdeur vertrok en daarmee voor ons verborgen bleef.

In de jaren zestig besteedde Mulisch veel tijd aan maatschappelijke en politieke ontwikkelingen: provo, Cuba, de wereldrevolutie. In die jaren schreef hij vooral journalistiek werk zoals De zaak 40/61 en Bericht aan de rattenkoning. Hij publiceerde vrijwel geen fictie. Dat kan een bewuste keuze zijn geweest, maar u noemt ook de term writer’s block. Had Mulisch daar een heel decennium last van?

Je weet eigenlijk nooit of dit soort processen nu bewust of onbewust plaatsvinden. Wat ik wel weet is dat er een verband is tussen Mulisch’ politieke opvattingen en de redenen waarom hij niet tot schrijven kwam. In de jaren zestig was Mulisch erg tegen wat hij ‘verstening’ noemde: dat zag hij terug in de ijzingwekkende machtsbalans tussen de Verenigde Staten en Sovjetunie in de Koude Oorlog, maar ook in het Duizendjarige Rijk dat Hitler had willen stichten. Het probleem was alleen dat ook de voltooide roman in zijn ogen ‘versteend’ was: alles ligt immers vast in zo’n door een schrijver gemaakte wereld. Mulisch concludeerde dat de voltooide roman ‘fascistisch’ was en dat de schrijver op sommige momenten verdomd veel weg had van een wereldvernietiger als Hitler. Aanvankelijk raakt hij daardoor in een literaire crisis, tot hij erin slaagt dit probleem tot de motor van zijn schrijverschap te maken, met De ontdekking van de hemel en Siegfried als sublieme resultaten.

In 1956 maakte Mulisch een reis naar het grotendeels verwoeste Dresden. In 1961 maakte hij als journalist in Jeruzalem het proces tegen Adolf Eichmann mee. Dit resulteerde in twee boeken (Het stenen bruidsbed en De zaak 40/61) en een levenslange en vruchtbare bezinning op fascistische systemen en de Tweede Wereldoorlog. Tegelijkertijd liet hij zich na bezoeken aan Cuba en Fidel Castro in 1967/68 overenthousiast meeslepen door een socialistische utopie, was hij niet in staat de realiteit ervan te doorgronden. Mulisch kan een historische ontwikkeling dus goed doorgronden, maar blijft in gebreke bij een actuele politieke situatie. Hebt u daar een verklaring voor?

Ik weet niet of ik het helemaal eens ben met de tegenstelling. Het Eichmann-proces was natuurlijk ook een actuele politieke situatie, en later heeft hij ook prachtig geschreven over de Val van de Muur en de oorlog in voormalig Joegoslavië. Het probleem met zijn Cuba-engagement was waarschijnlijk dat hij te graag een alternatief wilde voor de verstening van de Koude Oorlog. Ik geloof dat Mulisch daar in de jaren zestig echt heel bang voor was. Hij zag de dreiging van de atoombom én hij zag mannen als Eichmann die hun moraal uitschakelden om zich te onderwerpen aan een systeem. Wat zou er gebeuren als zo’n machinemens achter het bedieningspaneel van de atoombom terechtkwam? Om optimistisch te blijven, moest Mulisch geloven dat er een ‘nieuwe mens’ mogelijk was. Eerst zag hij die in Amsterdam, bij de provo’s, en later op Cuba. En hoewel hij nooit expliciet is teruggekomen op zijn voorliefde voor Castro, kun je in later werk, zoals De compositie van de wereld, een veel pessimistischer wereldbeeld vinden, waaruit blijkt dat Mulisch het geloof in die nieuwe mens toch ook opgegeven heeft.

De wereld veranderde vanaf de late jaren vijftig razendsnel. Vanaf de jaren zeventig bracht de televisie die wereld bij de mensen thuis, veel meer (jonge) mensen kregen toegang tot andere vormen van informatie als tijdschriften en boekenbijlagen van kranten. Harry Mulisch maakte daar al vroeg gebruik van, vergrootte er zijn exposure mee. Tegenwoordig zou een professioneel georganiseerde uitgeverij haar schrijver daarin bijstaan. Nam Mulisch’ uitgever ook die rol op zich, of deed hij dit alleen?

Ik weet niet precies welke rol de uitgeverij daarin speelde. Vermoedelijk zal die in de tweede helft van zijn carrière zeker een belangrijke rol hebben gespeeld in de manier waarop de auteur in de media terechtkwam, want zo werkt dat nu eenmaal. Maar in die fase had Mulisch de media ook al wel voor het uitzoeken. Ik denk dat Mulisch – net als generatiegenoten als Reve, Hermans, Wolkers en Haasse – op een bepaalde manier zelf deze vorm van schrijverschap hebben ontwikkeld. Zij waren de eerste schrijvers die op deze manier tot mediafiguren werden, zij ontdekten gaandeweg hoe ze hun imago vorm konden geven en hoe ze het spel met de media konden spelen. Het is opmerkelijk hoe getalenteerd ze daar tegelijk ook voor waren.

In de jaren zestig nam Mulisch vol overtuiging stelling in het politieke debat, koos voor de vernieuwing, koos voor links. Later in zijn loopbaan liet hij zich hiertoe niet meer verleiden. Wat is de reden hiervan?

Dat heeft vermoedelijk te maken met het feit dat hij langzamerhand zijn geloof in de utopie als alternatief heeft verloren. In De compositie van de wereld staan hele mooie stukken over de wereld van de jaren zeventig en tachtig en die behoren tot de somberste stukken die hij geschreven heeft, en dat geldt ook voor een paar mooie essays uit de jaren negentig. Tot lang heeft Mulisch de wereld dus wel degelijk geanalyseerd, maar in de laatste jaren trok hij zich wat terug. Hij vond dat Balkenende zich maar tot jongere schrijvers moest richten – en daar had hij natuurlijk gelijk in. Maar ik denk dat er ook iets anders speelde. Hij had vermoedelijk moeite met het bepalen van zijn positie in de politieke spanningen van de 21e eeuw. Maar omdat hij daar weinig over gepubliceerd heeft, blijft dat in mijn boek een wat onderbelicht element. Dat zou in een ‘echte’ biografie veel beter uitgezocht kunnen worden.

U koos voor Harry Mulisch. Stel dat u een andere Nederlandse schrijver had moeten kiezen, voor zo’n zelfde benadering, welke zou dat dan geworden zijn?

Mulisch was toch De Grote Eén? Met wie zou je die nou kunnen vergelijken? Maar nee, zo’n boek kun je ook schrijven over Reve, Hermans, Claus of Wolkers (en die boeken worden ook wel geschreven). Interessanter misschien nog zou het zijn om te kijken naar de Grote Schrijver van vóór Mulisch: Vestdijk. In de jaren zestig en zeventig had die een onwrikbare reputatie, maar tegenwoordig fungeert hij helaas vooral in de vermoedelijk onterechte uitspraak ‘Vestdijk wordt niet meer gelezen’. Mijn volgende boek zal waarschijnlijk gaan over de situatie ná Mulisch: er zijn geen Grote Drie meer, het is zelfs heel moeilijk om het centrum van de literatuur aan te wijzen. Hoe hangt dat samen met de alsmaar toenemende interactie tussen de literatuur en de mediacultuur?

Peter van der Ploeg

Andere recensies

Vrouwen rondom Johan de Witt – Samenstelling: Ineke Huysman en Roosje Peeters – Uitgevrij Catullus – 344 blz. Robert Fruin, Gerhard Willem Kernkamp (alleen deel 1) en Nicolas Japikse publiceerden van 1906 tot 1919 een zesdelige bronneneditie: Brieven aan en Brieven van Johan de...
Lees verder Categorie: Boek van de week, Geschiedenis, Non-fictie
| Reageer!
Kom binnen! Theater lezen over thuis – Ineke Kraijo en Marlies Verhelst – Illustraties: Marja Meijer – Gottmer – 120 blz. Wat een verrassende serie die door uitgeverij Gottmer uitgegeven wordt. Ik had er eerlijk gezegd nog nooit één ingekeken, omdat ik geen recensies...
Lees verder Categorie: Kinderboeken
| Reageer!
Op de vriendschap – Milla Shan – Vertaling: Siska Goeminne – Illustraties: Frank Daenen – De Eenhoorn – 32 blz. Een vriendje hebben is voor de meeste kinderen belangrijk. In dit prachtige prentenboek wordt op een speelse manier verteld en getekend over het ontstaan...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!