“Onbekende boeken in huis hebben heeft iets geruststellends”

veerle moureauVeerle Moureau is uitgever bij Davidsfonds/Infodok. Ze werd geboren in Hasselt(B) in 1977. Aan de KU te Leuven studeerde ze Germaanse taal-en letterkunde, Nederlands en Engels. Ze studeerde af met een scriptie over jeugdliteratuur en maakte deel uit van verschillende jury’s voor ze bij Davidsfonds Uitgeverij aan de slag ging. Veerle was eerst enkele jaren redacteur kinder & jeugd van Davidsfonds/Infodok voor ze uitgever van hetzelfde fonds werd. Ze verzorgt voor de kinder- en jeugdboeken eveneens de buitenlandse rechten en doet af en toe ook wat vertaalwerk. Davidsfonds/Infodok geeft Nederlandstalig werk uit van Dirk Bracke, Do Van Ranst, Ed Franck en Michael De Cock, maar ook vertalingen van onder meer Petsson en Findus en Rébecca Dautremer. In haar vrije tijd trekt Veerle als het even kan de wijde wereld in, het allerliefst naar een zonnige maar ook cultureel interessante bestemming. Daar observeert zij het liefst (stiekem) mensen en neemt ze foto’s van intrigerende plekken. Als dat niet kan, vind je haar in de bibliotheek, de internationale tijdschriftenwinkel, een museum met moderne kunst of… de chocoladebar.

Wat wilde je als kind worden?

Als kind had ik vele dromen. Van kapster worden naar advocate naar ‘manuscripten lezen en beoordelen’. Het kapster zijn beperkte zich tot mijn barbiepoppen, maar van dat ‘manuscripten lezen’ is wat meer in huis gekomen. Letterlijk zelfs, want in tegenstelling tot wat veel mensen denken, lezen uitgevers hun manuscripten niet tijdens de werkuren, maar gewoon thuis of op de trein.

Las je als kind veel en wat waren je favoriete boeken?

Ja natuurlijk! Ik speelde ook wel buiten natuurlijk, maar ik had met de bib een speciale regeling en mocht meer boeken mee naar huis nemen dan volgens het reglement was toegestaan. We gingen met school naar de plaatselijke bib in een parochiezaaltje (waar het altijd vreselijk naar toiletten rook) en in het weekend ging ik met mijn vader naar de ‘Grote bib’, dat was een provinciale bib met een heel ruim aanbod. Nu nog steeds is die bib een van mijn favoriete plekken. Hij is ruim, met veel licht, modern ingericht, met een prima aanbod aan boeken, tijdschriften dvd’s en cd’s. Vrienden die voor het eerst de stad waar ik woon (Hasselt) bezoeken, krijgen dan ook vaak een rondleiding.
Ik heb door mijn job niet zoveel tijd om afgewerkte boeken te lezen of televisie te kijken, maar soms neem ik in de bib een winkelmandje en laad het vol met allerlei soorten boeken, cd’s en dvds. Ook al heb je geen tijd om te lezen, nieuwe onbekende boeken in huis hebben, heeft iets geruststellends, vind ik en met dat volle winkelmandje aan mijn arm voel ik me de koning(in) te rijk.

Als kind las ik veel Nederlandse schrijvers: het waren de hoogdagen van Jan Terlouw, Thea Beckman en Tonke Dragt. Ik zocht ook steeds naar de boeken uit de Pandora crimi-reeks. Later in het vak Jeugdliteratuur aan de universiteit ontdekte ik Joke van Leeuwen o.a. Iep! en ook wat Vlamingen natuurlijk: René Swartenbroeckx, Gerda Van Cleemput. Achteraf gezien blijven Roald Dahl met De GVR als absolute topper, Per Nilsson en Joke van Leeuwen, naast onze fondsauteurs, mijn absolute favorieten.

Wat is er leuk aan het uitgeversvak en wat minder leuk?

Eigenlijk is uitgever zijn een van de leukste dingen die er is! Vooral als je met kinderboeken bezig bent, zoals ik. Je hebt veel vrijheid om eigen projecten op te starten en kan heel creatief te werk gaan. Kinderboekenauteurs, illustratoren en vormgevers zijn meestal leuke vlotte mensen met een frisse kijk op de wereld, waardoor het aangenaam samenwerken is. Een nadeel is de economische crisis die ervoor zorgt dat elke euro moet worden omgekeerd en dat je boeken soms minder luxueus kan uitgeven dan je zelf had gewild. Ook worden meer en meer taken gecombineerd en komen ze terecht bij één en dezelfde persoon, hetgeen soms voor problemen zorgt als die persoon afwezig is. Anderzijds zorgt het er wel voor dat we steeds creatiever worden: meer doen met minder. Soms sta je versteld van de oplossingen die je dan bedenkt. Ander nadeel is dat het best wel een omvangrijk en tijdrovend beroep is.

Vaak denken mensen dat een uitgever met de benen omhoog wat teksten zit te lezen, maar in werkelijkheid hollen we van de ene vergadering naar de andere, moeten we soms ellenlange calculaties maken, planningen in de gaten houden, netwerken terwijl je eigenlijk liever een boek wil lezen, en zijn we voortdurend bezorgd over de verkoop van een boek, want als je er veel tijd en energie in hebt gestoken, wil je ook dat het boek bij de lezers terechtkomt natuurlijk. Mensen die op een uitgeverij werken, lopen ook nooit ‘zomaar’ door een boekhandel: we letten goed op welke boeken er staan, waar ze staan, we slaan boeken open, ruiken eraan, kijken waar ze gedrukt zijn, geven commentaar, zijn jaloers en doen ideeën op, waar we ook zijn. Soms verzetten we onze boeken in een boekhandel omdat ze te veel in een hoekje staan of voeren gesprekken over papiersoorten en leeslintjes. Zelf lees ik in mijn vrijetijd vooral Engelstalige boeken omdat ik anders aan het redigeren sla en denk: dìt had ik toch weggelaten of anders geformuleerd en dat is niet erg ontspannend.

Hoeveel manuscripten krijgt de uitgeverij ongeveer per maand toegestuurd?

Ik denk dat we elke dag wel enkele manuscripten binnenkrijgen. Bij een aantal zie je onmiddellijk dat deze niet geschikt zijn voor publicatie. Deze worden onmiddellijk afgewezen. Andere manuscripten van nieuwe auteurs gaan naar lectoren. Op basis van hun leesrapport beslissen we of we de tekst zelf gaan lezen en dan eventueel uitgeven. Manuscripten van fondsauteurs probeer ik wel steeds zelf te lezen en ook bij te sturen als er nog opmerkingen zijn.

Wat zijn de criteria waarop besloten wordt met een schrijver in zee te gaan?

Natuurlijk in de eerste plaats de kwaliteit van het manuscript. We zoeken uit of er een doelgroep bestaat die voldoende groot is om het succes van het boek te garanderen. We gaan een gesprek aan met de auteur en kijken of het klikt. Het is ook belangrijk om na te gaan wat een auteur zelf voor zijn boek kan betekenen: beschikt hij over een netwerk van mensen voor wie het boek geschikt is, is hij actief op social media, bereid om lezingen of workshops te geven. Enthousiasme en de wil om met je eigen manuscript aan de slag te gaan helpt enorm.

Houden jullie als Vlaamse uitgeverij ook rekening met de eisen van de Nederlandse markt?

Het grootste deel van onze kinderboeken komt terecht op de Vlaamse markt, al merken we ook dat sommige titels het goed beginnen doen in Nederland. We hebben Vlaamse en Nederlandse auteurs en illustratoren in fonds. Die samenwerking werkt verruimend: vaak kijken Nederlanders toch met andere ogen naar een tekst of naar illustraties dan een Vlaming. Vroeger contacteerden we een Nederlandse redacteur om in de laatste redactieronde nog een keer door de teksten te gaan, maar daar zijn we mee opgehouden. Onze auteurs zijn meestal Vlamingen met een specifieke schrijfstijl en die willen we graag behouden. Anderzijds vervlaamsen we de teksten van Nederlandse auteurs ook helemaal niet, dus dat lijkt me wel eerlijk. Soms geven we boeken in co-editie uit met een Nederlandse uitgeverij. Dan wordt er wel wat over en weer gekibbeld , maar meestal verloopt alles erg vriendschappelijk.

Hoe staat het met het leesonderwijs in Vlaanderen? Lezen de kinderen nog graag?

Er zijn in Vlaanderen een aantal leesbevorderende initiatieven zoals de kinder-en jeugdjury, de kleine Cervantes-wedstrijd van de stad Gent, de acties van Stichting Lezen en de jaarlijkse verkiezing van een Beste Boekenjuf en nog wat andere activiteiten. Verschillende instanties bundelen de krachten om er iets moois van te maken, maar het blijft een feit dat je als kind van thuis uit toch ook wat leesstimulans moet krijgen. Ouders die je introduceren in de bibliotheek, die voorlezen en je ook eens een minder voor de hand liggend boek voorschotelen. Er zijn ook boekbevorderaars die dag in dag uit workshops geven aan leerkrachten en ouders om uit te leggen hoe je op een originele manier met een boek kan werken. Het effect daarvan is niet te onderschatten. We zien ook dat de meeste leerkrachten wel graag met literatuur bezig zijn, maar dat het hun aan een budget voor goede boeken ontbreekt en ze hun voorraadje op uitverkopen of rommelmarkten halen of jaar na jaar na jaar dezelfde teksten gebruiken en dat is jammer. Werken met boeken in de klas vergt soms ook wat creativiteit en als je al een druk programma hebt, is het niet altijd eenvoudig om er tijd voor vrij te maken, maar gelukkig zijn er nog steeds een heel aantal gemotiveerde juffen en meesters en bibliothecarissen, dat helpt.

Wordt er in Vlaanderen ook bezuinigd op bibliotheken en merkt de uitgeverij dat ook?

Er wordt in deze tijden op bijna alles bezuinigd, dus ook bij de bibliotheken. We merken aan de bestellingen dat hun budgetten ietsje lager liggen, maar gelukkig niet zo heel veel.

Kan een (kinderboeken)schrijver nog wel zonder de sociale media?

Het kan wel, maar het wordt steeds moeilijker. Een absolute must is wel dat je als auteur met je boek de wereld in gaat: naar scholen, bibliotheken en boekhandels. Het aanbod aan boeken is enorm, als je zelf geen initiatief neemt, blijft je boek gewoon tussen alle andere boeken ongelezen op de plank staan en dat is zonde van alle energie die erin gestoken is.

Wil je je favoriete boeken en schrijvers noemen?

Taalspel heeft me als lezer altijd erg aangesproken in een boek. Daarom ben ik hevige fan van De GVR van Roald Dahl en Iep! van Joke van Leeuwen. De manier waarop de hoofdpersonages in beide boeken zijn vormgegeven en de woorden die ze verzinnen, vind ik echt hilarisch. Er worden precies genoeg woorden gebruikt om iets te zeggen en de personages zijn weliswaar fantasiefiguren, maar toch zo menselijk dat het soms aandoenlijk is en je ze onmiddellijk in je hart sluit. Ook de illustraties in beide boeken zijn fantastisch. Heel eenvoudig in zwart-wit, maar zo grappig.
Tijdens mijn vrije tijd lees ik vooral Engelstalige romans. Dat komt omdat ik redacteur was voor ik uitgever werd en ik mezelf geregeld betrapte op het controleren van splitsingen of het schrappen van bepaalde passages in mijn hoofd. Dat is een stuk minder bij Engelse boeken en dat maakt het meer ontspannen. 
Ik heb erg weinig tijd om te lezen, vaak alleen tijdens de vakanties, maar dan ben ik blij met een boek van John Irving, een rasverteller die zijn lezers honderden pagina’s lang kan blijven boeien. Ook de eerder filosofische boeken van Siri Hustvedt lees ik graag. Verder volg ik in de krant en op Twitter en natuurlijk in de boekhandel en via aanbiedingsbrochures wat er zoal verschijnt en wissel ik met bepaalde auteurs en collega’s leestips uit, maar daar zitten geen vaste namen bij.

Hier vind je de website van Davidsfonds/Infodok. Je kunt Veerle ook volgen op Twitter.

Andere recensies

Vrouwen rondom Johan de Witt – Samenstelling: Ineke Huysman en Roosje Peeters – Uitgevrij Catullus – 344 blz. Robert Fruin, Gerhard Willem Kernkamp (alleen deel 1) en Nicolas Japikse publiceerden van 1906 tot 1919 een zesdelige bronneneditie: Brieven aan en Brieven van Johan de...
Lees verder Categorie: Boek van de week, Geschiedenis, Non-fictie
| Reageer!
Kom binnen! Theater lezen over thuis – Ineke Kraijo en Marlies Verhelst – Illustraties: Marja Meijer – Gottmer – 120 blz. Wat een verrassende serie die door uitgeverij Gottmer uitgegeven wordt. Ik had er eerlijk gezegd nog nooit één ingekeken, omdat ik geen recensies...
Lees verder Categorie: Kinderboeken
| Reageer!
Op de vriendschap – Milla Shan – Vertaling: Siska Goeminne – Illustraties: Frank Daenen – De Eenhoorn – 32 blz. Een vriendje hebben is voor de meeste kinderen belangrijk. In dit prachtige prentenboek wordt op een speelse manier verteld en getekend over het ontstaan...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!