Soldaten achter prikkeldraad

Verzwegen oorlogsjaren – Johan van Hoppe, Eric van der Most & Erwin Rossmeisl – Boom Geschiedenis – 351 blz.

Bij de inval van de Duitsers in ons land op 10 mei 1940 en de daarop volgende opmars, boden veel militairen heldhaftig weerstand. Denk maar eens aan de moeite die de nazi’s hadden om de Grebbeberg voorbij te komen. Datzelfde geldt voor andere locaties van het strijdtoneel. Het Duitse opperbevel had gedacht maar een dag nodig te hebben om Nederland te veroveren. Veel Nederlandse militairen die de strijd overleefden werden na de twee eerste oorlogsdagen afgevoerd naar kampen in Duitsland als krijgsgevangenen. Over deze krijgsgevangenkampen doen Van Hoppe, Van der Morst en Rossmeisl een subliem allesomvattend boek het licht zien

In de periode van 10 tot 12 mei werden ca. 22.000 militairen krijgsgevangen genomen. Zij kwamen terecht in de kampen Oflag V-a Weinsberg, Stalag II-a Neubrandenburg, Stalag II-b Stargard, Stalag III-a Luckenwalde, Stalag III-b Fürstenberg en Stalag XI-a Altengrabow. Hun verblijf duurde niet erg lang – maar was niet minder zwaar. Begin juni van hetzelfde jaar werden ze vrijgelaten. De Duitsers dachten hiermee waarschijnlijk aardig wat goodwill te kweken. Maar ze waren ook af van alle moeite en kosten!

Uit de overzichtskaart direct aan het begin van het boek blijken de hierboven genoemde kampen lang niet de enige te zijn. Ook na 12 mei werden nog militairen in krijgsgevangenschap afgevoerd (ruim 11.000). Niet alle kampen hebben Nederlandse krijgsgevangen geherbergd, maar in totaal toch meer dan dertig. De auteurs hebben geijverd daarover zoveel mogelijk gegevens te verzamelen, daar orde in aan te brengen om uiteindelijk een zeer gedegen overzichtswerk te kunnen schrijven.

De in juni 1940 vrijgelaten jongens hoefden bij thuiskomst niet te rekenen als slachtoffer of misschien wel als held ontvangen te worden. Eén van hen is ooit bejegend met de volgende woorden: “Waarom heb je je lafhartig als een mak schaap laten wegvoeren in plaats van je dood te vechten?” Een duidelijke reden voor velen om maar over deze periode te zwijgen. De eigen nachtmerries zijn meer dan genoeg! Interessant zou zijn te weten wat van hen in de rest van de oorlogsjaren geworden is. Hebben zij als ‘onzichtbaren’ de oorlog overleefd; zijn er sommigen bij het verzet betrokken geraakt of overgestoken naar Engeland? Door de grondige administratie in de gevangkampen zijn er veel namen van betrokkenen bekend.

We moeten daarbij natuurlijk onderscheid maken tussen de jongens die ‘slechts’ ruim een maand in gevangenschap verkeerden en degenen die voor jaren achter het prikkeldraad zaten. Dat onderscheid vind je niet terug in de titel (“oorlogsjaren”) van het boek. Wel maken de auteurs duidelijk dat de rang van een militair groot onderscheid in behandeling veroorzaakte. Officieren hielden zich in hun periode van gevangenschap onledig met allerlei culturele zaken, terwijl de manschappen veelal te werk werden gesteld in de Duitse oorlogsindustrie, met alle gevaren, zoals bombardementen, van dien. Ook de locaties van de kampen was verschillend. Voor officieren vaak ergens op het platteland en voor de manschappen dichtbij of in de periferie van grote steden.

Van Hoppe c.s. besteden veel aandacht aan de leefomstandigheden in de kampen. Vernedering alom: je had geen naam meer maar was een nummer geworden – op om plaatje om de nek -, zoals sergeant Goosen Doornewaard in zijn dagboek vertelt. De inwendige mens hoefde op geen enkele manier aan enige luxe te denken. Genoeg om te overleven en meer niet, terwijl er vaak zware lichamelijke inspanning werd gevraagd c.q. geëist. Onder het ‘personeel’ van de kampen zaten sadistische beulen, die fysiek geweld niet schuwden. Dat ondanks de bepalingen van de Geneefse Conferentie uit 1929. Elke krijgsgevangene wist daar van af uit de inhoud van hun oorlogsboekje. Hoe bedrogen kwamen zij uit.

Het is dan ook geen wonder dat er ontsnappingen in gang werden gezet. Een linke zaak aangezien de nazi’s een verordening hadden uitgegeven dat opgepakte ontsnapte gevangenen geëxecuteerd mochten worden. De auteurs beschrijven o.a. de beroemde ontsnapping, later The Great Escape genoemd (verfilmd) uit Stalag Luft III. Bij deze ontsnapping was ook de Nederlandse vlieger (bij de RAF) Bob van der Stok bestrokken. – Hij doet hiervan uitgebreid verslag in zijn boek: Oorlogsvlieger van Oranje (1980). – Ook de laatste ontsnapping uit Colditz wordt door de auteurs beschreven.

De auteurs hebben zich niet beperkt tot alleen maar kille beschrijvingen. Ze geven door het hele boek heen het woord aan de krijgsgevangenen zelf. Zij putten daarbij uit een behoorlijk aantal gepubliceerde en ongepubliceerde dagboeken van de gevangenen. Ook aantekeningenboekjes en andere notities, al zijn het maar een paar woorden op een enkel velletje papier, geven buiten de gebeurtenissen ook de innerlijke roerselen van betrokkenen weer. Door niet overal met cijfertjes te strooien hebben Van Hoppe c.s. er een goed leesbaar verhaal van gemaakt.

Voor al die feitelijke zaken, tabellen en overzichten zijn er een vijftal bijlagen opgenomen. Indrukwekkend is de lijst met namen van omgekomenen in de krijgsgevangenkampen (bijlage 5). Zie het als een eerbetoon aan hen! De kampen worden in bijlage 2 allemaal besproken evenals in bijlage 3 de Arbeitskommandos waar Nederlandse krijgsgevangenen werkten.

Om dit allemaal te kunnen verhalen hebben de auteurs een huzarenstukje uitgehaald met het doorspitten van heel veel archieven en collecties. Zij hebben daarnaast nog een indrukwekkende lijst opgenomen met boeken en tijdschriften die ze hebben geraadpleegd. Om het zoekwerk wat makkelijker te maken vinden we een personen- en een plaatsnamenregister achter in het boek. De mooie gebonden uitgave en vooral het soms unieke beeldmateriaal is een lust voor het oog en het laatste uitstekend passend bij de tekst.

Een onderwerp betreffende de Tweede Wereldoorlog, dat in het vergeetboek dreigde te verdwijnen, is uitputtend en uitnemend door Van Hoppe c.s. voor het voetlicht gebracht en verdient het door iedereen die in deze tijdsperiode geïnteresseerd is (en vooral door nabestaanden), gelezen te worden.

Kees de Kievid

Boek bestellen!

Andere recensies

Ferdinand Verbiest en de ontdekking van China – Veerle De Vos – Pelckmans – 341 blz. Ferdinand Verbiest (1623 – 1688) behoort zonder twijfel tot een van de meest onderschatte Vlamingen of Belgen. Gedreven door een niet te temmen bekeringsdrang en werkijver slaagde deze...
Lees verder Categorie: Biografie & Autobiografie, Geschiedenis, Non-fictie
| Reageer!
Net als ik – Muzoon Almellehan – Vertaling: Merel Leene – Kluitman – 240 blz. Dit is echt weer zo’n young adult boek waarvan ik hoop dat heel veel jeugd vanaf een jaar of 13 het gaat lezen maar zeker ook hun ouders. Ik...
Lees verder Categorie: Young Adult
| Reageer!
De pianostemmer – Daniel Mason – Vertaling: Lilian Schreuder – Hollands Diep – 397 blz. Het is eind negentiende eeuw. In Birma werkt een arts voor het Britse leger, Anthony Carroll, die er bijzondere methoden op na houdt om de vrede te bewaren. Zo...
Lees verder Categorie: Roman
| Reageer!