Vader en dochter schreven een sprookje

Bert Drost (1948) is in totaal 42 jaar werkzaam geweest in verschillende functies van het basisonderwijs. Opleiding: Kweekschool, bevoegd voor alle vakken inclusief muziek, handenarbeid en gymnastiek met hoofdakte. In zijn studententijd heeft hij veel verschillende bijbaantjes gehad, waaronder het vak: boekdrukker.

Caroline Uitendaal-Drost (1975), Grafisch Lyceum (eindrichting illustratie), 1 jaar Academie voor Beeldende Kunsten (Illustratie). Na vijf jaar te hebben gewerkt als grafisch vormgever is ze door RSI-problemen een andere weg in geslagen: Diverse massageopleidingen en een coachingsopleiding afgerond. Ze heeft nu ruim 14 jaar een praktijk aan huis, waar ze zich de laatste 5 jaar richt op ouder en kind. Lees hier de recensie van hun boek.

Hoe was het gezin vroeger samengesteld?

Bert: Ik ben getrouwd met Hanny en we hebben twee dochters, Caroline en Suzanne (1978)
Inmiddels zijn we opa en oma van 4 kleinkinderen tussen de 7 en 12 jaar.

Werd er veel (voor)gelezen?

Bert: Er werd heel veel voorgelezen, door ons allebei.

Caroline: De mooiste voorleesherinneringen heb ik aan onze vakanties, waarin standaard na de lunch aan het strand werd voorgelezen door mijn vader. Hij deed dat vol overgave en met veel stemmetjes alsof het een hoorspel was, waardoor menig kind om ons heen steeds dichterbij kwam zitten, ongeacht nationaliteit.

Voor Bert: Was je vroeger een vader die zelfbedachte verhalen vertelde aan je kinderen?

Soms was een boek de basis voor een verteld verhaal. Echt een fantasieverhaal vertellen, gebeurde weinig. Ik deed dat wel eens in de klas, als ik nog een paar minuten overhad.

Voor Caroline: Was je vroeger een lees- en tekenkind?

Echt leesplezier kreeg ik pas rond mijn tiende. Veel later dan mijn eigen kinderen nu. Ik las het liefste spannende avonturen voor het slapen gaan, waardoor ik soms niet kon stoppen. Dan las ik stiekem verder met een zaklampje onder de dekens. Een tekenkind ben ik altijd geweest. Toen ik op de Havo tekenen als examenvak had gekozen, begon het pas echt te borrelen dat ik heel graag een creatief beroep zou willen.

Hebben jullie Léon en de verdwenen koning samen bedacht en geschreven? Of was één de bedenker? Hoe was het idee van het schrijven van een sprookje ontstaan?

Bert: We hebben het samen bedacht en geschreven. Het schrijfproces is begonnen met brainstormen. Waar moet het verhaal over gaan? Voor welke leeftijd willen we schrijven? Hoe gaan we starten?
We hebben afgesproken dat het over een gevoelige jongen moest gaan, die op een wonderlijke reis allerlei verschillende types tegenkomt. Hij moest door het avontuur sterker uit de “strijd” komen.
Beiden zijn we, apart van elkaar, begonnen met het uitwerken van een verschillende scene. Toen we weer samen waren, hebben we die twee fragmenten in elkaar gepast. Daarna hebben we de volgende scenes samen bedacht, die we gingen uitwerken. Zo groeide het verhaal. We hebben van te voren niet echt een lijn uitgezet.

Caroline: Mijn gevoelige, dromerige zoon Floris is verweven met Léon.

Waarom een sprookje en niet een ‘gewoon’ kinderboek?

Bert: Ik denk dat we onze fantasie zo meer “de vrije loop” konden laten.

Caroline: Mijn vader las vroeger (toen ik bij hem in de klas zat) vaak voor uit boeken van Daan Zonderland. Wij hebben allebei veel leuke herinneringen aan deze verhalen, waarin ook vreemde avonturen beleefd werden. Vanuit mijn coachingsopleiding moest ik soms “helende verhalen” schrijven voor een kind met thema’s als onzekerheid, eigenwaarde of boosheid. In zo’n fantasieverhaal beleefde de hoofdpersoon met een bepaald probleem een avontuur, waardoor het kind in kwestie een inzicht kreeg. Dit gevoel zit ook verwerkt in Léon en de verdwenen koning. Door al deze invloeden kreeg ons boek een sprookjesachtige stijl.

Vraag aan Caroline: Hoe vond je het om een kinderboek te illustreren, en ben je van plan om vaker boeken te illustreren of alleen die van je vader?

Toen ik als eindrichting op de grafische opleiding voor illustratie koos, was het mijn droom om later kinderboeken te kunnen illustreren. Ik wilde mij hierin verder ontwikkelen en ging naar de kunstacademie. Daar eenmaal aangenomen, lieten veel docenten merken, dat ze mij te veel “voorbewerkt” vonden door mijn grafische achtergrond. Dit was heel slecht voor mijn zelfvertrouwen en mijn dromen vervlogen … Na mijn propedeuse stopte ik op de academie en ging als vormgever aan de slag. Tijdens het schrijfproces maakte ik soms schetsen en tekeningen om te bepalen hoe iets of iemand eruit moest zien. Als je samen schrijft is het handig om zo de beelden in je hoofd vorm te geven en duidelijk te maken aan de ander. Tijdens de gesprekken bij onze uitgeverij liet ik voorzichtig iets zien. Tot mijn verbazing waren de uitgevers meteen enthousiast en mocht ik aan de slag voor ons eigen verhaal. Een extra cadeautje! Eerlijk gezegd smaakt het wel naar meer, het was zo fijn om weer te tekenen.

Hoe hebben jullie het schrijven van het boek aangepakt? (we begrepen dat het een tijdje heeft geduurd voor het boek geschreven was)

Bert: We kwamen vaak eens per week bij elkaar, maar er zat soms ook wel een maand of langer tussen door andere bezigheden. De geschreven fragmenten lazen we aan elkaar voor en de verbindende teksten hebben we op dat moment samen geschreven. Na ongeveer twee jaar was het verhaal af. Daarna hebben verschillende mensen het manuscript gelezen. Wij hebben de kritiek tot ons genomen en zijn begonnen met het herschrijven. Na vier jaar vonden we een uitgeverij, daarna volgde een periode van aanpassen van geredigeerde tekst, maar ook het maken van de illustraties én het inspreken van het luisterboek. Na vijf jaar werd ons boek dan eindelijk gelanceerd tijdens de Kinderboekenweek.

Caroline: Mijn vader sprak zelf het luisterboek in dat je gratis bij aankoop van het boek krijgt!

Het boek heeft een beetje een open einde, komt er nog een nieuw deel geschreven en getekend door jullie? Hebben jullie de smaak te pakken en borrelen er plannen voor een heel ander boek?

Caroline: Deze vraag hebben wij al vaak gekregen. We zijn nu nog te druk bezig met de promotie van ons debuut, maar we sluiten een tweede deel niet uit. Er zijn nog geen concrete plannen. We genieten nog even van het feit dat ons bijzondere project, na al die tijd tastbaar is geworden.

Vragen: Corine Gorter en Pieter Feller

Andere recensies

Stemmen in het duister – Nicci French – Vertaling: Lidwien Biekmann en Koos Mebius – Ambo Anthos – 442 blz. Na de succesvolle Frieda Klein-reeks maakten we vorig jaar in Wie heeft Charlotte Salter gezien kennis met een nieuw personage, rechercheur Maud O’Connor. Het lijkt...
Lees verder Categorie: Thrillers & Spanning
| Reageer!
Olifant heeft kriebel – Kaj Driessen – Illustraties: Barbara de Wolf – Samsara – 40 blz. Hoe komt een olifant aan die kriebel op zijn rug? Of beter gezegd: hoe komt hij er van af? Hij probeert van alles, maar hij kan zelf niet...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!
De ontdekking van Holland – Jan Brokken – Atlas Contact – 302 blz. Dit boek draait om Hotel Spaander in Volendam. Al in de jaren tachtig van de vorige eeuw werd Jan Brokken attent gemaakt op het feit dat het ooit een verzamelplaats was...
Lees verder Categorie: Geschiedenis, Kunst & Cultuur, Non-fictie
| Reageer!