Vrijheid en onzekerheid

WilbertWilbert van der Steen is een Noord-Brabantse striptekenaar, geboren in 1966. Afgestudeerd aan de academie in Tilburg. Werkzaam als kinderboekillustrator en cartoonist sinds 1993. Werkt voor verschillende uitgeverijen, soms buitenlandse. Ging in 2000 illustratieve schilderijen maken en schreef er korte teksten bij. Exposeerde daarmee en verkocht veel van zijn werk. Uit de schilderijen kwamen ideeën voort voor prentenboeken, twee over Liv en twee over Ruby. Alle vier in samenwerking met Tiny Fisscher gemaakt. Getrouwd met Frank in 2005.

In 2008 verscheen Pension Kat, zelf geschreven en geïllustreerd. Daarna heeft hij het striptekenen weer opgepakt. Via korte verhalen en de Benelux Beeldverhalen Prijs rolde hij weer in het stripwereldje. Twee jaar Made in Dolland, webcomic in samenwerking met Dolly Bellefleur. In 2013 begonnen aan Peter en de wolf. Hierdoor in contact gekomen met Marc Legendre met wie hij De oude schilder en de zee en Een mottige theepot, twee korte verhalen heeft gemaakt. Van Een mottige theepot wordt nu een groot verhaal gemaakt.

Je wilde als kind zo beroemd worden als je bijna naamgenoot Willy Vandersteen. Las je veel strips of ook wel gewone boeken?

Ik was meer een striplezer. Verhalen en informatie nam ik graag tot me via beelden, dat beviel me het beste, een beelddenker. Volgens mij had ik moeite met lezen, als ik op de reactie van de meester moest afgaan. Dat ging niet vlot genoeg denk ik, te hakkelend. Later ben ik pas bewuster woorden gaan lezen. Nog wil ik wel eens andere woorden lezen dan er staan. Dat geldt ook voor cijfers.

Welke strips en kinderboeken staan je nog bij uit die tijd?

Het zal je niet verbazen dat ik veel Suske en Wiske las, zoals velen. Daarnaast Asterix, Lucky Luke, Jan, Jans, Douwe Dabbert, Billie Turf en ik meen ook de Donald Duck. Later Agent 327, Franka en de verhalen van Fred Julsing. Woordenboeken; Pluk van de Petteflet, Koning van Katoren, Kruistocht in een spijkerbroek staan me goed voor het oog. Ik moet er meer gelezen hebben, maar deze hebben indruk gemaakt. Koning van Katoren dat vond ik destijds bijzonder.

Ik neem aan dat je als kind al goed kon tekenen. Wanneer ontdekte je dat je van tekenen illustreren je beroep kon maken? Wie wees je erop dat die mogelijkheid bestond?

Voor zover ik weet heb ik van jongs af aan getekend. Ik heb een verslag van een pedagogiestudente van toen ik 3, 4 was en aan het tekenen was. En blijkbaar bewust dat ik het niet kon, ik wilde het paardje natekenen wat mijn vader had getekend. Wanneer de ontdekking kwam, weet ik niet precies. Ik wenste als jongen ook ’n tekenaar te worden als Willy Vandersteen. Dat zal wel rond 10, 11, 12 jaar zijn geweest. Later op de middelbare school moet er een duidelijker besef zijn gekomen van de mogelijkheden. De tekenleraar zei wel iets over mijn kunde, maar liet het daarbij. Ik ging in ieder geval verder naar de Havo, aangezien ik toch de capaciteiten daarvoor had. En daarmee naar de kunstacademie kon. De tekenlerares, de handarbeidleraar en een bevriende kunstenaar stuurden me aan. En ik tekende strips in de schoolkrant. Meerdere mensen dus, inclusief mijn ouders, laat ik die niet vergeten.

Je maakt ook strips. Heb je ook een eigen stripfiguur bedacht of ben je dat nog van plan?

Nee, dat kan ik niet zeggen. Of het moet Ruby zijn uit de prentenboeken die ik met Tiny Fisscher heb gemaakt. Het is een karakter, naast Mimof die komen uit mijn schilderijtjes voort. Daaruit is ook Liv en Pension Kat gekomen, een verhaal dat zich goed leent voor een strip, wie weet komt dat op een gegeven moment. Mijn korte stripverhaal Peter en de wolf heeft de bal aan het rollen gebracht. Zo kwam ik in contact met Marc Legendre en met hem ik twee korte stripverhalen gemaakt. Na De schilder en de zee gingen we verder met Een mottige theepot. Met dat laatste verhaal gaan we door, dat willen tot een groot verhaal brengen. En uitgeven. Ik werk graag met een schrijver, ideeën uitwisselen. Het stimuleert en als het klikt: vrijheid.

Wat is er leuk aan illustreren en wat minder leuk?

Twee heden, de vrijheid en de onzekerheid.
Het is heerlijk om met een verhaal aan de slag te gaan en dit te verbeelden. Om je eigenheid er aan toe te voegen. Een karakter te pakken te krijgen in je lijn, het uitdrukken van het figuurtje. Een wereld te scheppen, een omgeving tot leven te brengen. Sfeer omzetten in lijn en verf. Spelen met licht en schaduw, suggestie wekken, spanning in de juiste hoek plaatsen. Emoties tonen.
En daarnaast is er de onzekerheid of je het wel red als ondernemer, als zzp-er. Wat vaak neerkomt op vertrouwen in jezelf volgens mij.

Wat maakt voor jou een illustratie in een kinderboek geslaagd?

Dat er, naast dat het klopt met de tekst, je eigenaardigheid erin zit. Dat het de lezer kan verwonderen en het verhaal in kan trekken.

Hoe maak je de illustraties? Met de hand, op de computer of beide?

Het tekenen doe ik het liefst nog met potlood en pen, analoog. Inkleuren doe ik steeds meer digitaal. Soms trek ik de lijnen ook op de Wacom, maar dan is het wel over een gescande potloodschets. De interactie met het papier blijkt en blijft voor mij erg belangrijk. Voor mij zit daar meer leven in. Maar dat is voor iedereen anders. Er zijn inmiddels generaties die met de tekentablet opgroeien.
Met het digitaal inkleuren kan ik nog veel leren, wat de mogelijkheden zijn. Mijn strips nu teken ik in potlood. Ik hou van het grafiet op het papier, het geeft veel vrijheid. Ik scan ze en kleur ze in met photoshop.

Verkeer je in de gelukkige omstandigheid dat je zelf kan bepalen welke boeken je illustreert of pak je gewoon alles aan wat er langs komt?

Ik ben gelukkig, heb vertrouwen in wat ik kan en zie waar het schip naartoe gaat. Inmiddels heb ik gemerkt dat ik met weinig kan leven. Aangezien we met zijn tweeën dit huishouden runnen gaat het best. Ik neem wel aan wat ik aangereikt krijg.

Welke tekenaars/kunstschilders bewonder je en waarom?

Waar ik van onder de indruk ben is de lijn, de zeggingskracht er van en de vormen die er mee gecreëerd worden. De grafische kracht van hoe de vormen op het papier gerangschikt worden.
Ik bewonder vaak de lijn in eerste instantie, dat kan een losse zijn, ‘n Oosterse lijnvoering of een grafische. Het zwart wit spel in een tekening, licht/schaduw. De basis van een beeld zou ik zeggen.
Om er maar (willekeurig) een aantal te noemen: Fred Julsing, Daan Jippens, Cyril Pedrosa, Martin Lodewijk, Toulouse Lautrec, Franquin, Walthéry, Quentin Blake, Marten Toonder.

Welk bestaand boek van een beroemde schrijver zou je graag hebben willen illustreren?

Wat me boeiend lijkt om te doen is De Driestuiverroman van Bertolt Brecht, Boerderij der dieren van George Orwell (heftig verhaal), het Zigzagkind van David Grossman (naam moest ik opzoeken), Koning van Katoren van Jan Terlouw, The Secret Garden van Frances Hodgson Burnett (ook opgezocht), Evil under the sun van Agatha Christie en The Addams Family, originele karakters van Charles Addams.

Je hebt ook boeken zelf geschreven en geïllustreerd. Staan er nog meer op stapel?

Na Pension Kat kwam ik er achter dat ik het liefst verhalen vertel via tekeningen, striptekenaar. Mijn eerste en oudste liefde die ik lang heb laten liggen. Sinds 2009/2010 heb ik het weer opgepakt. Dus een geschreven boek als Pension Kat zit er niet meer in. Wel een stripboek van mijn eigen hand of in samenwerking met bijvoorbeeld Marc Legendre.

Wil je hier je favoriete boeken noemen?

Een aantal heb ik hierboven al genoemd. De boeken van Michael Robotham, Het Sprekende Testament en De Duistere Diamant van Willy Vandersteen, De wind in de wilgen van Kenneth Grahame, De gesel van Rotterdam en De ogen van Wu Manchu van Martin Lodewijk, Drie schimmen van Cyril Pedrosa en drie van Penny Dolan: The tale of Rickety Hall, The tale of Highover Hill, The tale of White Winter Hollow… nou deze bijvoorbeeld. Van Penny Dolans drie zou ik graag strips willen maken.

Hier is nog ruimte om iets te zeggen dat je graag kwijt wilt.

De Nederlandse stripmarkt moet veel meer gaan leven en ruimer waardering ontvangen. Daar gaan we dan aan werken!Sowieso moet de positie van striptekenaars, illustratoren en auteurs goed in de gaten gehouden worden. Uitzonderingen daargelaten is het geen mondig volk.

Website van Wilbert van der Steen

Vragen: Pieter Feller

Andere recensies

De ontdekking van Holland – Jan Brokken – Atlas Contact – 302 blz. Dit boek draait om Hotel Spaander in Volendam. Al in de jaren tachtig van de vorige eeuw werd Jan Brokken attent gemaakt op het feit dat het ooit een verzamelplaats was...
Lees verder Categorie: Geschiedenis, Kunst & Cultuur, Non-fictie
| Reageer!
Ugly Girls – Lisa Bjärbo, Johanna Lindbäck, Sara Ohlsson – Vertaling: Lammie Post – Ploegsma – 256 blz. Toen ik dit boek in handen had vond ik het al heel bijzonder om te zien dat het door drie verschillende auteurs was geschreven. En nadat...
Lees verder Categorie: Young Adult
| Reageer!
Het eiland van Anna, Schokland en de geschiedenis van een thuis – Eva Vriend – Atlas Contact – 285 blz. In augustus 2023 bracht ik samen met mijn man een bezoek aan Schokland, het voormalige eiland in de Noordoostpolder, dat sinds 1995 tot het...
Lees verder Categorie: Boek van de week, Geschiedenis, Non-fictie
| Reageer!