Vroege voorstander van afschaffing slavernij

De kolonieman. Johannes van den Bosch 1780-1844 – Angelie Sens – Balans – 477 blz.

Als we het heden ten dage over koloniën hebben, komt er een enigszins wrange smaak in de mond. Helden van weleer, zoals Jan Pieterszoon Coen en Generaal Van Heutsz, zijn omstreden. Als naamgevers worden ze afgedankt, standbeelden verwijderd. Het koloniaal verleden wordt met andere ogen bekeken, voornamelijk in verband met de slavernij. Johannes van den Bosch (*1780) heeft (onterecht?) geen standbeeld, toch behoorde hij tot de eersten die begin negentiende eeuw pleitten voor het afschaffen van de slavernij, o.a. in Suriname. In 1828 stelde hij aldaar een Raad-Commissaris aan, die tot taak had “zich het lot der onvrijen aan te trekken en ze tegen mishandeling en willekeur te beschermen”. Sens draagt daarom materiaal aan in de discussie over ons koloniaal verleden.

Het werd tijd om  Van den Bosch aan de betrekkelijke vergetelheid te ontrukken. Hij is een te belangrijk man in onze geschiedenis van de eerste helft van de negentiende eeuw geweest, om met een paar pennenkrabbels af te doen. Als militair bereikte hij de rang van kolonel (of was het generaal?), maar hij klom hoger en bekleedde de volgende functies: 1827-1828 Commissaris-Generaal van West-Indië, 1830-1833 Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië, 1834-1840 Minister van Koloniën, 1839-1844 Minister van Staat en 1842-1844 lid Tweede Kamer der Staten-Generaal. Een standbeeld heeft hij (nog) niet, maar vanaf nu wel een sublieme biografie.

Als Johannes op vijftienjarige leeftijd, vanaf de Waaldijk in zijn geboorteplaats Herwijnen, over het bevroren water kijkt, waar de Fransen ongehinderd overheen trekken, weet hij het zeker: hij wil later bij het leger en wel de genie. Dat lukt en vanaf 1798 tot 1808 dient hij in Batavia. Hij wordt ingezet bij de restauratie van de verdedigingswerken, waarvan de slechte toestand een mogelijke Engelse invasie succesvol kan doen zijn. Hij is ambitieus in zijn plannen, maar ook ongeduldig als die niet snel genoeg aangenomen worden. Hij krijgt een conflict met de nieuwe Gouverneur-Generaal, Daendels, neemt in 1808 (eervol) ontslag en vertrekt in 1810 terug naar Nederland. Hij wordt onderweg door de Engelsen krijgsgevangene gemaakt en zit twee jaar vast in Engeland.

Terug in Nederland helpt hij het nieuwe bewind de laatste Fransen te verslaan. Hij komt o.a. bij de Generale Staf terecht, maar zegt met ingang van 1819 zijn betrekking op. Zijn sociaal gevoel zegt dat hij iets moet doen aan de verarming door de Franse bezetting. Dat leidt tot de oprichting van de Maatschappij van Weldadigheid. In een brief (1818) vraagt JsvdB steun aan Koning Willem I. Die wordt verkregen en nog heden ten dage is ons koningshuis bij de huidige maatschappij betrokken; koning Willem Alexander bezocht het complex nog in 2018. In oktober van hetzelfde jaar arriveren de eerste ‘kolonisten’ op Landgoed Westerbeeksloot (Frederiksoord). De proefkolonie was een feit. Onze protagonist voerde het beheer en woonde in de buurt. Hoewel er kritiek was, luwde die door de inmenging van de koning.

Van den Bosch zit niet stil en wordt in 1823 benoemd tot administrateur van de nationale militie en schutterijen bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Waterstaat. In 1827 vertrekt hij naar Suriname om de stand van zaken in De West te onderzoeken. Hij realiseert een nieuw reglement, maar het blijkt dat de uitgaven aldaar de inkomsten overtreffen, wat zijn terugkeer naar Nederland betekent. Toch besteed Sens veel aandacht aan deze korte periode, waaruit de denkbeelden van JsvdB goed naar voren komen.

In 1828 wordt hij tot Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië benoemd, waar hij in 1829 aankomt. De benoeming was een verrassing en gezien zijn werkzaamheden voor de Maatschappij door zichzelf niet geheel gewenst. Van den Bosch was betrokken bij het Cultuurstelsel, ter ondersteuning van de opbrengsten van goederen die het goed doen op de wereldmarkt, zoals indigo (kleurstof) en suiker. Landbouwers kregen de verplichting een deel van hun grond hiermee te bebouwen en de producten af te staan. Ook dit project kreeg de nodige kritiek: te zware gedwongen arbeid tegen te lage beloning. JsvdB realiseerde zich deze zaken, maar moest wel zijn ogen half sluiten, want het landsbelang, de schatkist, was in het geding, zegt Sens.

In 1834 trad hij af en keerde terug naar Nederland. JsvdB werd hier benoemd tot minister van Koloniën, maar wegens een conflict met de Kamer trad hij in 1839 af, waarna een benoeming volgde tot minister van Staat. In 1842 bewerkstelligden de Staten van Zuid-Holland zijn benoeming tot lid van de Tweede Kamer. Door een ziekte overleed hij in 1844. Hij was officier in de Militaire Willems-Orde, verheven in de adelstand met de titel baron – later verhoogd tot graaf.

Angelie Sens heeft, voor zover dat mogelijk was, een echt mens van haar protagonist gemaakt. Gevoelens van de man zelf zijn niet rijkelijk nagelaten, we moeten het hebben van wat anderen over hem zeggen en van geschriften die hij zelf, voornamelijk zakelijk, heeft nagelaten. De auteur is wat dat betreft met vlag en wimpel geslaagd. Het boek is in prettige journalistieke stijl geschreven met ruim voldoende – misschien voor de gemiddelde lezer wat te veel – diepgang. Het voegt veel kennis toe aan onze geschiedenis van de eerste helft van de negentiende eeuw, waarin Van den Bosch een zeer belangrijke, tot nu toe ondergewaardeerde, rol heeft gespeeld. Sens zegt daarover aan het einde van haar inleiding: “Hij heeft zijn stem, zijn unieke negentiende-eeuwse stem, luid en duidelijk laten horen en zijn stempel onuitwisbaar gedrukt op het nieuwe Nederland na 1815. Zijn leven is daarmee tevens een portret van Nederland in de negentiende eeuw”.

Tot slot dient opgemerkt te worden dat Uitgeverij Balans er een zeer waardig boek van heeft gemaakt in hardcover met stofomslag. Het is voorzien van een katern met verantwoorde kleurenafbeeldingen, heeft een uitgebreid notenapparaat, bibliografie en register.

Kees de Kievid

Lees hier het interview met Angelie Sens

Boek bestellen!

Andere recensies

Vrouwen rondom Johan de Witt – Samenstelling: Ineke Huysman en Roosje Peeters – Uitgevrij Catullus – 344 blz. Robert Fruin, Gerhard Willem Kernkamp (alleen deel 1) en Nicolas Japikse publiceerden van 1906 tot 1919 een zesdelige bronneneditie: Brieven aan en Brieven van Johan de...
Lees verder Categorie: Boek van de week, Geschiedenis, Non-fictie
| Reageer!
Kom binnen! Theater lezen over thuis – Ineke Kraijo en Marlies Verhelst – Illustraties: Marja Meijer – Gottmer – 120 blz. Wat een verrassende serie die door uitgeverij Gottmer uitgegeven wordt. Ik had er eerlijk gezegd nog nooit één ingekeken, omdat ik geen recensies...
Lees verder Categorie: Kinderboeken
| Reageer!
Op de vriendschap – Milla Shan – Vertaling: Siska Goeminne – Illustraties: Frank Daenen – De Eenhoorn – 32 blz. Een vriendje hebben is voor de meeste kinderen belangrijk. In dit prachtige prentenboek wordt op een speelse manier verteld en getekend over het ontstaan...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!