En de mens zei: “Laat er licht zijn!”

De droom der verlichting – Anthony Gottlieb – Vertaling: Ruud van de Plassche – Ambo Anthos – 326 blz.

De Engelsman Anthony Gottlieb, ex-redacteur van The Economist, heeft er lang over gedaan om het tweede deel te schrijven van wat moet uitgroeien tot een trilogie over de ontwikkeling van de filosofie. Het eerste deel De droom van de Rede verscheen reeds in 2000 in het Engels (vertaald naar het Nederlands in 2004). In dat boek geeft Gottlieb een overzicht van de filosofie van de presocratici tot het denken in de renaissance. In De droom der verlichting richt Gottlieb de focus nu op de grote filosofen van de verlichting.

In totaal neemt de auteur zeven denkers uit deze periode onder de loep. In de diverse hoofdstukken en in het slothoofdstuk gaat ook uitgebreide aandacht naar Rousseau en Voltaire. Hij bespreekt telkens de voornaamste ideeën van deze filosofen voorzien van een aantal biografische gegevens.

Een verrassing is dat Emmanuel Kant nauwelijks wordt aangehaald in het boek. Kants ‘Sapere aude (durf te weten)!’ is nochtans zowat het motto van de verlichting. De mens moet volgens Kant de moed en vastberadenheid hebben gebruik te durven maken van het verstand zonder leiding door een ander. In een tijd waarin de kerk en wereldse monarchen hun wil oplegden aan het volk was dit ronduit revolutionair. Maar de ideeën van Kant kwamen niet uit het niets.

Verschillende andere denkers gingen hem vooraf en stonden zo aan de wieg van het moderne denken. Door geen rol te geven aan Kant richt Gottlieb volop de spotlights op deze voorgangers. Zoals vermeld in de inleiding van het boek zal Kant wel centraal staan in het derde boek van Gottlieb.

De ontwikkeling van deze nieuwe ideeën was spitsroeden lopen in de zeventiende eeuw. Gelukkig waren er in Europa gebieden waar – door de relatieve vrede en welstand – ideeën konden rijpen en er verdraagzaamheid heerste. De Noordelijke Nederlanden vormden zo’n gebied. Descartes, de eerste filosoof die Gottlieb aanhaalt, heeft er lange tijd verbleven en gewerkt. Maar toch was de veroordeling van Galilei in Italië voor Descartes het sein om zijn plannen voor de publicatie van zijn eerste grote wetenschappelijke verhandeling te staken. Uiteindelijk zullen na zijn dood een aantal werken op de Index worden geplaatst. Zijn afrekening met Aristoteles op wiens denkbeelden het toenmalige filosofische en theologische systeem was gefundeerd viel immers niet in goede aarde bij de kerk. Bovendien was de inquisitie ongerust dat hij de geest niet voldoende onafhankelijk van het lichaam maakte. Maar het aristotelische systeem omver werpen en een ‘mechanisch’ systeem in de plaats stellen leidde er toe dat deze cartesische revolutie op veel wetenschapsgebieden voor vooruitgang zou zorgen.

Wie in de Noordelijke Nederlanden harder aan de boom van de kerk schudde was Spinoza. Deze filosoof die trouwens Descartes beschouwde als de toonaangevende moderne filosoof werd door de Portugees-Joodse gemeenschap in Amsterdam in de ban gedaan omwille van zijn kritiek op de religie. Spinoza werd en wordt soms omschreven als een atheïst. Dat was hij allerminst, zo benadrukt Gottlieb. God speelde een hoofdrol in Spinoza’s universum: er was geen verschil tussen God en de natuur.

Ook de Duitse filosoof Liebniz liet zich uit over God en zijn schepping. Hij was trouwens actief in verscheidene diplomatieke onderhandelingen die de eenwording van de kerk dichterbij moesten brengen. De aanpak van Liebniz verschilde dan ook van die van Locke, Bayle en (later) Voltaire. Deze legden vooral de nadruk op verdraagzaamheid jegens anderen terwijl Liebniz vooral mensen wilde overtuigen van het feit ze eigenlijk helemaal niet van mening verschilden. De frase ‘de beste van alle mogelijke werelden’ is afkomstig van Liebniz. Zijn stelling dat de werkelijke wereld de beste van alle mogelijke werelden is die God had kunnen scheppen, is het centrale argument in zijn theodicee. Liebniz was van alle besproken denkers misschien niet de grootste filosoof maar wel de meest uitmuntende wetenschapper en vooral een groot optimist in de vooruitgang. Diderot schreef dan ook: “Wie zijn eigen talenten vergelijkt met die van Liebniz, krijgt de neiging zijn boeken weg te smijten en ergens in een hoekje op de dood te gaan wachten.”

Gottlieb besteedt in het boek vrij veel aandacht aan zijn filosoof-landgenoten Thomas Hobbes, John Locke en David Hume. Hobbes zocht naar een rationele verklaring voor de rechtvaardiging van de macht van een vorst als handhaver van de orde. De ideeën van Locke en Hume droegen in aanzienlijke mate bij tot de ontwikkeling van het liberalisme. Een niet zo gekende naam waaraan Gottlieb enkele bladzijden wijdt, is die van Pierre Bayle die het grootste deel van zijn leven in de Nederlanden doorbracht. Bayle argumenteerde dat bepaalde natuurverschijnselen, zoals kometen, geen tekenen van God waren maar natuurverschijnselen die met de rede konden verklaard worden.

Gottlieb heeft met De droom der verlichting een waardig vervolg geschreven op De droom van de Rede. Positief aspect in het boek is dat Gottlieb afrekent met de soms clichématige en onjuiste benadering van het gedachtengoed van bepaalde filosofen en duidelijk argumenteert waarom. Zo besteedt hij uitgebreide aandacht aan wat Rousseau nu juist bedoelde met zijn ‘edele wilde’. En Spinoza was duidelijk geen atheïst. Gottlieb probeert in hun schoenen te staan, in hun tijd. Verder verwijst Gottlieb bij de bespreking van de filosofen regelmatig naar de wisselwerking tussen bepaalde filosofen en welke van hun ideeën grote invloed hebben gehad. Maar toch ontbreekt in het boek een geïntegreerde, overkoepelende en doorwrochte analyse van hoe hun werk uiteindelijk de toenmalige geschiedenis heeft beïnvloed. Desondanks is De droom der verlichting een echte aanrader omwille van zijn heldere en toegankelijke uiteenzetting over de verschillende filosofen die een grote invloed hebben gehad op onze huidige maatschappij.

Kris Muylle

Andere recensies

Lilly, Hanna en de zeven omaatjes – Elsa Paulson – Vertaling: Mijke Hadewey van Leersum – 32 blz. Wat een leuke en intrigerende titel, dacht ik toen ik dit boek kreeg aangeboden. Het is het prentenboekendebuut van Elsa Paulson. Ze is een Zweedse illustrator...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!
Stemmen in het duister – Nicci French – Vertaling: Lidwien Biekmann en Koos Mebius – Ambo Anthos – 442 blz. Na de succesvolle Frieda Klein-reeks maakten we vorig jaar in Wie heeft Charlotte Salter gezien kennis met een nieuw personage, rechercheur Maud O’Connor. Het lijkt...
Lees verder Categorie: Thrillers & Spanning
| Reageer!
Olifant heeft kriebel – Kaj Driessen – Illustraties: Barbara de Wolf – Samsara – 40 blz. Hoe komt een olifant aan die kriebel op zijn rug? Of beter gezegd: hoe komt hij er van af? Hij probeert van alles, maar hij kan zelf niet...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!