Een ongewone dag is een dag waarop niets ongewoons gebeurt

Het Onwaarschijnlijkheidsprincipe – David Hand – Vertaling: Han Visserman – Ambo/Anthos Uitgevers – 284 blz.

Het onwaarschijnlijkheidsprincipe1Iedereen heeft de volgende situatie al eens meegemaakt: we denken aan iemand, plots gaat de telefoon en wie is er aan de lijn? Jawel, de persoon aan wie we juist dachten. Zo zijn er in ons leven tal van voorvallen die zo onwaarschijnlijk, zo onverwacht en zo onaannemelijk zijn, dat het erop lijkt dat er iets in het leven is wat we niet kunnen vatten. Maar de Britse statisticus David John Hand stelt vanuit het onwaarschijnlijkheidsprincipe dat extreem onwaarschijnlijke gebeurtenissen in feite alledaags zijn. Het onwaarschijnlijkheidsprincipe komt voort uit een aantal wetmatigheden die er toe leiden dat onwaarschijnlijke gebeurtenissen toch plaatsvinden.

Vooraf wijst Hand erop dat de mens in de loop van de geschiedenis in zijn hang naar zekerheid en veiligheid allerlei strategieën heeft ontwikkeld om deze mysterieuze voorvallen te verklaren. Zo ontstonden bijgeloof en profetieën of het werd toegeschreven aan het goddelijke of telepathie, precognitie of buitenzintuiglijke waarnemingen. Hand gaat verder met wat uitleg over de kanstheorie om uiteindelijk te komen tot zijn vijf wetmatigheden die het onwaarschijnlijkheidsprincipe beschrijven en onderbouwen.

De eerste wet is die van de onvermijdelijkheid: als je een lijst van alle mogelijke uitkomsten maakt, moet één ervan zich voordoen. Meteen geeft de auteur een tip om de hoofdprijs van een loterij te winnen: koop gewoon alle loterijbiljetten op (nadat je de kostprijs vooraf hebt vergeleken met de te winnen prijzen). Vervolgens gaat David Hand verder met de wet van de werkelijk grote aantallen. Die stelt dat het aannemelijk is dat, bij een voldoende groot aantal gelegenheden, een willekeurige gebeurtenis zich voordoet. De derde wet van het onwaarschijnlijkheidsprincipe is de wet van de selectie. Van deze wet maken toekomstvoorspellers gebruik. Ze doen een onnoemlijk aantal voorspellingen maar komen in het nieuws met de zaken die ze hebben voorspeld. Er kraait echter geen haan naar de tientallen of honderden voorspellingen die niet zijn uitgekomen. De vierde wet die de auteur beschrijft, is die van de kanshefboom: een kleine verandering van omstandigheden kan een enorme invloed op kansen hebben. Zo is er het verhaal van Roy Sullivan die in zijn leven zeven keer door de bliksem is getroffen. Dit lijkt een zeldzame gebeurtenis maar de man was parkwachter en liep dagelijks buiten, ook bij onweer. Hand eindigt zijn betoog met de wet van het voldoende dichtbij. Deze wet houdt in dat dingen die in feite maar op elkaar gelijken, als identiek worden beschouwd. Door de criteria voor een precieze overeenkomst af te zwakken, kunnen we de kans op kennelijke toevalligheden vergroten.

Ofschoon hij een wiskundige is, slaagt Hand erin alles zeer duidelijk te beschrijven. Hier en daar duikt zelfs een vleugje (Engelse) humor op. Formules en grafieken worden beperkt gebruikt, net als alle andere wiskunde. Enkele figuren verduidelijken de tekst. Achterin het boek zijn nog een register en notenlijst opgenomen evenals twee appendices over notatie van grote getallen en de kansregels. Ieder hoofdstuk begint met een citaat. Het boek leest vrij vlot, alhoewel hier en daar wat moeilijkere tekststukken aanwezig zijn.

Op het internet verschijnen dagelijks berichten of filmpjes met onmogelijke zaken. Wie het boek van Hand gelezen heeft, zal zeker tot het inzicht komen dat met miljarden mensen op deze aarde dergelijke onwaarschijnlijke zaken dagelijkse kost zijn. Het werk is zeker niet alleen bedoeld voor mensen die geïnteresseerd zijn in wetenschap of statistiek. Hand toont in zijn werk met enkele voorbeelden duidelijk aan dat kansberekening voor de mens contra-intuïtief is. Daarom is het zeer belangrijk inzicht te hebben in deze materie om heel wat voorvallen in onze wereld beter te kunnen inschatten en op een objectieve manier te kunnen benaderen. We worden er allemaal mee geconfronteerd, dit blijkt duidelijk uit het boek: het is doorspekt met talrijke voorbeelden en verhalen uit zeer veel sectoren van onze samenleving.

Kris Muylle

Andere recensies

Lilly, Hanna en de zeven omaatjes – Elsa Paulson – Vertaling: Mijke Hadewey van Leersum – 32 blz. Wat een leuke en intrigerende titel, dacht ik toen ik dit boek kreeg aangeboden. Het is het prentenboekendebuut van Elsa Paulson. Ze is een Zweedse illustrator...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!
Stemmen in het duister – Nicci French – Vertaling: Lidwien Biekmann en Koos Mebius – Ambo Anthos – 442 blz. Na de succesvolle Frieda Klein-reeks maakten we vorig jaar in Wie heeft Charlotte Salter gezien kennis met een nieuw personage, rechercheur Maud O’Connor. Het lijkt...
Lees verder Categorie: Thrillers & Spanning
| Reageer!
Olifant heeft kriebel – Kaj Driessen – Illustraties: Barbara de Wolf – Samsara – 40 blz. Hoe komt een olifant aan die kriebel op zijn rug? Of beter gezegd: hoe komt hij er van af? Hij probeert van alles, maar hij kan zelf niet...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!