Een roman als een koortsdroom

Patricia – Peter Terrin – De Bezige Bij – 207 blz.

Cursussen en handboeken creative writing geven beginnende schrijvers soms het advies een verhaal of roman zo te vertellen dat niets ‘de droom van het lezen’ verstoort. Lezen is in die metafoor dus hetzelfde als dromen; alle details moeten kloppen, gebeurtenissen moeten binnen de logica van het verhaal geloofwaardig zijn, en idealiter sleurt een mooie stijl de lezer zo krachtig het boek in dat hij pas na de laatste bladzijde, enigszins verdwaasd, weer ontwaakt.

Het eerste deel van Patricia, de nieuwe, achtste roman van Peter Terrin (1968) voldoet perfect aan de criteria. Op een dag doet Astrid, de negenendertigjarige hoofdpersoon van het boek, haar zoontje Louis in bad. Het is een drukke dag geweest, Astrid is eventmanager met een overvolle agenda, en het combineren van baan, moederschap en ook nog eens de rol van echtgenote valt haar niet altijd makkelijk. Per ongeluk laat ze haar smartphone in het bad vallen, en daarmee valt ineens ook haar leven in het water. Weg contacten, weg agenda, weg e-mails die haar bestaan tot nu toe structureerden. In paniek verlaat ze het huis, haar zoontje laat ze alleen achter.

“Het was een late middag met witte wolken tegen een blauwe hemel. De lange straat maakte een flauwe bocht door de villawijk, bij het kruispunt op het eind waren de verkeerslichten groen. Ik schakelde en gaf gas, de weg voor me was vrij.”
Pas op de snelweg komt Astrid tot bezinning. Ze keert om, rijdt terug naar huis maar daar ziet ze de Range Rover van haar man David voor de deur staan. Dat is vreemd, David is nooit zo vroeg thuis, en uit schaamte voor wat ze heeft gedaan durft ze hem niet onder ogen te komen; opnieuw rijdt ze naar de snelweg, weg uit het leven dat ze tot dan toe heeft geleid.

Wat volgt is een reeks van gewone en minder gewone – maar nog steeds volstrekt geloofwaardige – gebeurtenissen. Ze bezoekt haar zieke vader, overnacht bij een vriendin van vroeger, en trekt een tijdje op met een jonge fotograaf die ze heeft ontmoet in een deel van de stad waar ze normaal niet durft te komen. Maar telkens keert ze ook terug naar haar straat, ziet af en toe een vreemde vrouw haar huis in- en uitlopen, en sluipt als David en Louis er niet zijn ook zelf naar binnen.

Maar dan gebeurt het. Van het ene moment op het andere doet Peter Terrin iets fenomenaals, iets wat in geen handboek creative writing voorkomt, en verandert de geruststellende droom die de lezer tot dan toe in zijn ban hield, plotseling in een regelrechte koortsdroom. Ze ziet op tv een opsporingsbericht voor zichzelf, en later leest ze zelfs haar eigen overlijdensadvertentie in de krant. Als ze naar huis gaat om orde op zaken te stellen, wordt ze door niemand meer aangesproken als Astrid. Ineens is ze Patricia, een vrouw met een gezin en een leven dat verdacht veel lijkt op dat van Astrid, maar dat toch niet is. Zonder veel moeite schikt ze zich in haar nieuwe rol. David is nog steeds haar man, maar hij is een stuk magerder geworden en zijn neus staat een beetje scheef. Nog steeds is er haar zoontje Louis, nog steeds zijn er de vertrouwde vriendinnen, stellen en collega’s. Niemand heeft haar echt gemist, iedereen is aardig voor haar; alleen, zij is Patricia, en de enige die weet dat zij ooit Astrid was, is zijzelf.

Elke lezer leest zijn eigen boek en elke lezer droomt zijn eigen droom. Wat een droom voor een lezer betekent bepaalt alleen hijzelf, het is wat hij er zelf in legt, bij voorkeur zo kort mogelijk na het ontwaken, als de droom nog vers is. Precies zoals dat ook gaat bij gewone dromen dus.

Wat Peter Terrins koortsdroom voor deze lezer betekenisvol maakte was allereerst de smarthone als symbool van waar een leven tegenwoordig om draait. Als je je smartphone kwijt raakt, valt ook je leven in het water. Het was, ook, de navrante schets van het leven van zomaar een vrouw uit de hogere middenklasse in het tweede decennium van de eenentwintigste eeuw, een vrouw wier leven enkel draait om gezin, werk, materieel bezit en om wat anderen van haar vinden. Maar boven alles ging dit boek voor mij over identiteit, onzekerheid, de vrees uiteindelijk inwisselbaar te zijn, de diepe angst van veel mensen om al bij leven te worden vergeten.

Patricia is een boek dat lang na blijft zinderen in je hoofd, of je nu wakker bent of droomt.

Hein-Anton van der Heijden

Andere recensies

Lilly, Hanna en de zeven omaatjes – Elsa Paulson – Vertaling: Mijke Hadewey van Leersum – 32 blz. Wat een leuke en intrigerende titel, dacht ik toen ik dit boek kreeg aangeboden. Het is het prentenboekendebuut van Elsa Paulson. Ze is een Zweedse illustrator...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!
Stemmen in het duister – Nicci French – Vertaling: Lidwien Biekmann en Koos Mebius – Ambo Anthos – 442 blz. Na de succesvolle Frieda Klein-reeks maakten we vorig jaar in Wie heeft Charlotte Salter gezien kennis met een nieuw personage, rechercheur Maud O’Connor. Het lijkt...
Lees verder Categorie: Thrillers & Spanning
| Reageer!
Olifant heeft kriebel – Kaj Driessen – Illustraties: Barbara de Wolf – Samsara – 40 blz. Hoe komt een olifant aan die kriebel op zijn rug? Of beter gezegd: hoe komt hij er van af? Hij probeert van alles, maar hij kan zelf niet...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!