“Ik had geen concreet onderwerp”

Vanessa Oostijen (Stadskanaal, 1980) studeerde Nederlands en Culturele Studies aan de Universiteit van Amsterdam. Ze begon als redacteur bij Quote en werkte gedurende acht jaar als chef mode en schrijvend redacteur voor het mannenmagazine Esquire. In 2016 zegde ze haar baan op om te schrijven en ging ze aan de slag als freelance illustrator. Ze illustreerde het kinderboek Het Rekenrijk (2017) en tekent wekelijks voor Volkskrant Magazine. Haar debuutroman Tussenruimte verscheen in april 2019.

 Wanneer ben je begonnen met schrijven?

Ik heb van kinds af aan het verlangen gehad dit boek te schrijven. Ergens wilde ik een bepaald abstract gevoel dat ik bij me droeg te lijf gaan, en ik wist dat ik door te schrijven dat gevoel tot leven kon wekken. Ik heb na mijn studie Nederlands en Culturele Studies aan de Universiteit van Amsterdam eerst het soort werk opgezocht waarbij ik wat schrijfervaring kon opdoen. Zo zijn er jaren voorbij gegaan dat dit gevoel bleef, terwijl ik freelance schreef voor verschillende magazines. Ik heb nog 8 jaar als schrijvend redacteur en chef mode gewerkt voor tijdschrift Esquire tot ik in 2015 dit werk opzegde om eindelijk te gaan schrijven. Eind 2015 ben ik begonnen, en schreef de eerste versie af in juni 2017. In de zomer van 2018 ben ik terecht gekomen bij de uitgeverij waar ik het liefste naartoe wilde, uitgeverij Pluim. In december 2019 was Tussenruimte af.

Hoe kwam je aan het onderwerp van Tussenruimte?

Wat is het onderwerp van Tussenruimte? Ik had geen concreet onderwerp. Wat ik wel had was een sfeer, en een hoofdpersoon die ik levendig voor me zag. In feite heb ik naar haar zitten kijken om te zien wat er gebeurde.

Ben je zelf een papierkunstenaar?

Ik zou me goed kunnen inbeelden dat ik het ben, om vervolgens gefrustreerd te raken omdat ik weinig geduld en ruimtelijk inzicht heb. Mijn liefde voor papierkunst kwam overigens tot leven toen ik voor mijn werk als chef mode een rondleiding kreeg in het privé museum van Hermès. Er stond daar een papieren object, een rijtuig, dat diepe indruk op me maakte.

Bespeel je zelf een instrument?

Niet meer. Als kind heb ik een tijdje vruchteloos piano gespeeld. Ik wilde dolgraag cello leren spelen, nog steeds.

Zou je fulltime auteur willen zijn?

Absoluut.

Heb je favoriete auteurs? En zo ja, waarom juist die?

Paul Auster is favoriet, ik houd van zijn spel met toevalligheden, zijn obsessie met opschrijfboekjes en magie is de mijne. Ik houd van A.M. Homes om haar droge stijl, van Amanda Filippachi’s absurdisme, van de toon van Johan Harstad.

Kun je schrijven met mensen om je heen?

Zeker niet. Iedereen met wie ik woon moet of in diepe slaap of de deur uit zijn, anders gebeurt er niets. Overigens wel met de voorwaarde dat ze later op de middag terugkeren, anders verzuip ik in de hoeveelheid tijd die ik heb. In de jaren dat ik alleen woonde was dat het struikelblok om doelmatig te kunnen werken. Voor mij werkt het goed als ik mezelf in een afgebakende tijd in een andere setting kan verplaatsen. Dat moet niet te lang duren, want dan gaat het met me aan de haal.

Heb je al plannen voor een nieuw boek?

Net zo veel en net zo weinig als de vorige keer. Ik vertrouw erop dat het weer gebeurt als ik ervoor ga zitten. Op dit moment zit ik in een verhuizing en gaat er verbouwd worden. Zodra de rust terug is, begin ik.

Sommige schrijvers hebben rituelen nodig voordat ze kunnen starten, heb jij dat ook?

Ik koester mijn spulletjes: mijn hondenmok met thee, mijn vulpennen, mijn Portugese opschrijfboeken, drie geluksstenen. Echte rituelen heb ik niet, maar een eigen plek helpt enorm. Die heb ik op dit moment even niet.

Heb je een lievelingsplek waar je schrijft en zo ja waarom?

Tussenruimte heb ik geschreven op de bovenste verdieping van het huis waar ik destijds net was ingetrokken samen met mijn verloofde en dochter van 1. Een zeer fijne kamer vol licht en vol geluiden: van de vogels in de dakgoot en de musicerende buurman, verderop een piano spelende buurvrouw. Hoe mijn volgende lievelingsplek eruit komt te zien weet ik nog niet, maar ik stel me zo voor dat het weer een plek is met veel licht, veel planten en met een klein hoekje waar ik me kan terugtrekken.

Heb je zelf de cover van Tussenruimte bedacht/gemaakt?

Ik vertelde een bevriende fotograaf waarover mijn boek ging, en toen kwam hij met dit beeld. Het is een foto afkomstig uit een serie vrij werk. Toen ik het zag wist ik dat dit de omslag zou moeten zijn. Alles klopt: van het kapsel van de vrouwfiguur, de ogen die haar bekijken, de afstand die er tussen hen bestaat.

Wat wil je dat lezers onthouden na het lezen van Tussenruimte?

Het gevoel dat ze voor een moment werden los gezogen van de realiteit.

Vragen: Susanne Koster

Lees hier de recensie van Tussenruimte

Andere recensies

Lilly, Hanna en de zeven omaatjes – Elsa Paulson – Vertaling: Mijke Hadewey van Leersum – 32 blz. Wat een leuke en intrigerende titel, dacht ik toen ik dit boek kreeg aangeboden. Het is het prentenboekendebuut van Elsa Paulson. Ze is een Zweedse illustrator...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!
Stemmen in het duister – Nicci French – Vertaling: Lidwien Biekmann en Koos Mebius – Ambo Anthos – 442 blz. Na de succesvolle Frieda Klein-reeks maakten we vorig jaar in Wie heeft Charlotte Salter gezien kennis met een nieuw personage, rechercheur Maud O’Connor. Het lijkt...
Lees verder Categorie: Thrillers & Spanning
| Reageer!
Olifant heeft kriebel – Kaj Driessen – Illustraties: Barbara de Wolf – Samsara – 40 blz. Hoe komt een olifant aan die kriebel op zijn rug? Of beter gezegd: hoe komt hij er van af? Hij probeert van alles, maar hij kan zelf niet...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!