Interview met Bettie Elias

Centraal in de boeken van Bettie Elias(1953), die in 1983 debuteerde, staan levensechte situaties.
‘Mijn boeken en verhalen gaan niet over reuzen of heksen, maar over dingen die kinderen zelf kunnen meemaken. Echte gebeurtenissen zijn eigenlijk heel spannend,’ zegt ze.
Bettie Elias schrijft over vriendschap zoals in Jan en Jan en verdriet bij kinderen zoals in Water van zout, maar ook over onderwerpen als racisme in Thuis eten we apentaart, kindermishandeling in De meester is een schat of over diefstal in Pikkedief.

Toch blijven haar boeken prettig om te lezen. Ook voor beginnende lezers zoals bijvoorbeeld in Bang of boos slaagt ze erin om met weinig woorden een thema boeiend uit te werken. Voor de jeugdboekenweek 1999 schreef ze het Boekenweekgeschenk Donkere ogen, een verhaal over een ontluikende verliefdheid.
In 2005 startte ze met een serie boeken over kinderrechten. In het eerste boek Weg zien we hoe Dinar met zijn moeder en twee zusjes moet vluchten uit Kosovo en hier als vluchteling terechtkomt. Hij of ik? gaat over kindsoldaten; kinderen in Afrikaans oorlogsgebied die verplicht worden om mee te vechten in een wrede oorlog. In Dichter bij de maan, gebaseerd op waargebeurde feiten, lezen we hoe Vik na school op zolder wordt opgesloten. Met haar boeken wist Elias al diverse prijzen in de wacht te slepen.
Haar meest recente boek Losse handen gaat over kinderarbeid en misbruik in de stad Fez en Marokko.

Wilde je als kind als iets met boeken gaan doen?

Als kind wilde ik zangeres of filmster worden. Als puber, toen de wereld voor mij openging, droomde ik ervan om ontwikkelingswerker te worden. Werken in een missiepost in Afrika. Ik heb ooit overwogen om daar les te gaan geven. Maar het is anders uitgedraaid. Ik heb een tijdje in de hulpverlening voor jongeren gewerkt en daarna heb ik een aantal jaren gewerkt in alternatieve opvoedingsprojecten. Dat was ook de periode dat ik de kinderboeken van Guus Kuijer voorlas aan mijn oudste dochter en in aanraking kwam met het ‘betere’ kinderboek. Vanuit de veelvuldige ervaringen die ik met kinderen en jongeren had opgedaan en waarmee ik iets wilde doen, ben ik toen beginnen te schrijven.

Las je als kind veel en wat was je favoriete boek/serie/schrijver?

Elke zondag ging ik naar de bibliotheek in het dorp waar ik woonde en daar mochten we telkens vijf boeken uitlenen, wat ik ook steevast deed. Ik was een echte boekenwurm en las zowat alles wat ik in die kleine bibliotheek vastkreeg. Dat ging van boeken als Loesje springt in de bres tot De hut van oom Tom.

Wat vind je leuk aan het schrijven en wat minder leuk? Heb je tips voor kinderen die schrijver willen worden?

Het leuke aan schrijven is voor mij dat je een eigen wereld kan creëren, waarvan jezelf de regie helemaal in handen hebt. Het is een enorm boeiend proces. Beginnen van niets om vervolgens personages van vlees en bloed op papier te zetten. Achteraf ben ik soms zelf verbaasd over wat er, als je je fantasie de vrije loop laat, kan ontstaan. Een boek schrijven ontwikkelt mij ook als mens. Je verdiept je in bepaalde thema’s en je wordt gedwongen om erover na te denken. Maar het is een eenzaam vak. Een schrijver brengt het grootste gedeelte van zijn tijd achter zijn computer door. Uren aan een stuk in je eentje sleutelen aan een tekst. Dat vertel ik weleens aan kinderen als ze mij vragen of het leuk is om schrijver te zijn. Maar bovenal moet je graag met taal bezig zijn. En zelf graag lezen natuurlijk.

Voor Losse handen werd je geïnspireerd door het artikel ‘Kinderarbeid in Marokko’ van Annemarie van Groezen en de documentaire ‘Karims uitzicht’ van Cherry Duins. Ik krijg de indruk dat je niet zelf in Fez bent geweest. Was dat niet nodig om wat kleurrijke details te kunnen vermelden?

De afgelopen jaren ben ik een zevental keren in Marokko geweest. Als ik daar nooit geweest was, had ik dit boek niet kunnen schrijven. Losse handen werd echter geschreven vanuit het perspectief van Hazim, een jongen die al van zijn zevende verplicht wordt om in een stoffige koperslagerij te gaan werken. De kleurrijke details van Marokko gaan aan hem voorbij. De geuren van specerijen en kruiden daarentegen merkt hij des te meer op omdat hij altijd honger heeft. Dat zijn keuzes die je als auteur maakt. Voor het boek ‘Hij of ik?’ dat over kindsoldaten gaat, ben ik twee keer naar Oeganda afgereisd. Ik heb er tientallen gesprekken gevoerd met ex-kindsoldaten. Moest ik dit niet gedaan hebben, had ik dit boek nooit kunnen schrijven.

Denk je dat dit boek bij zal dragen aan het tegengaan van kinderarbeid in Marokko?

Mocht dat het resultaat zijn dan zou dat fantastisch zijn, maar we mogen onszelf wat zulke doelstellingen betreft toch niet overschatten. Het was ook niet de reden waarom ik dit boek wilde schrijven. In de eerste plaats gaat ‘Losse handen’ over de kwetsbaarheid van kinderen die in armoede leven. Of over kwetsbaarheid van kinderen in het algemeen. En die kinderen hebben wij ook in onze rijke, westerse landen. Dit boek gaat over de kracht van een kind, dat ondanks alles, ondanks zijn ellendig bestaan, blijft geloven in een betere toekomst.

Losse handen gaat over een zwaar onderwerp. Wissel je het schrijven over maatschappelijke problemen af met vrolijker onderwerpen?

Een aantal jaren geleden heb ik besloten om een reeks boeken te schrijven over kinderrechten. Zo is er ook Weg over vluchtelingen en Dichter bij de maan over kindermishandeling, hier bij ons. Ik kom inderdaad vaak bij de zwaardere, maatschappelijke onderwerpen terecht. Misschien is dat de ontwikkelingswerker in mij… Kinderen hebben echter weinig moeite met deze ‘zwaardere’ onderwerpen. Het eerste boek van mij dat bekroond werd door de Kinder- en Jeugdjury was ‘De meester is een schat’ over kindermishandeling. Ook ‘Weg’ en ‘Hij of ik?’ heeft die bekroning gekregen. De kinderen die de ‘De meester is een schat’ bekroond hebben, zullen zeker niet allemaal thuis mishandeld geweest zijn, of iemand gekend hebben die mishandel werd. De reden waarom kinderen van deze boeken houden, is omdat er universele gevoelens aan bod komen, gevoelens die zij ook kennen. Er zullen zeker ook kinderen zijn die niet van dit soort boeken houden, maar voor hen zijn er talloze andere, goede kinderboeken. Hoe meer keuze er is, hoe beter.

Lees je andere boeken tijdens het schrijven van een nieuw boek of juist niet? Kortom laat je je inspireren door andere boeken of heb je dat liever niet?

Ik vermijd toch wel om tijdens het schrijfproces een boek te lezen dat over hetzelfde onderwerp gaat. Uit vrees dat ik soms onbewust iets mee zou pikken uit dat boek. Maar los daarvan is het lezen van boeken en het bekijken van films een onuitputtelijke inspiratiebron.
Als je bezig bent met een boek, denk je dan aan een bepaalde lezer of een doelgroep of kan je dat niet schelen en schrijf je gewoon wat jezelf leuk vindt?
Als je een boek schrijft voor kinderen, is het toch wel belangrijk om een bepaalde doelgroep voor ogen te hebben. Er is een wereld van verschil tussen een kind van 8 jaar en een kind van 12 jaar bijvoorbeeld. De leeftijd van het hoofdpersonage bepaalt ook veel op het vlak van identificatiemogelijkheden voor de lezer. Of bepaalde thema’s kunnen al dan niet voor een bepaalde leeftijd. Maar binnen het kader dat ik vooraf vastleg, probeer ik wel zoveel mogelijk mijn ding te doen.

Veel schrijvers trekken zich terug in een of andere schrijfruimte. Waar schrijf jij en mag je ook gestoord worden? Wat doe je als het even niet lukt?

Ik heb gelukkig een eigen schrijfkamer waar ik me graag in terugtrek. Dat kunnen afsluiten van alles en iedereen is een grote luxe, want ik word niet graag gestoord. Het allerliefste schrijf ik dan nog als iedereen weg is en het heel stil is in huis. Ik moet er dan natuurlijk zelf voor zorgen dat ik niet begin te surfen op internet of al mijn inkomende mails begin te lezen. Dat is niet altijd gemakkelijk en die neiging heb ik wel als ik vastzit. Een ideale pauze is even ronddwalen door het huis, een tas koffie gaan halen, uitkijken over de stad, zonder iemand tegen te komen die vraagt waar zijn sokken liggen, zodat je in je boek kan blijven.

Kijk je uit naar recensies van je boeken? Lees je ze zelf of laat je iemand van te voren lezen? Wat doet een slechte recensie met je?

Natuurlijk wil ik graag weten wat de mensen over mijn boeken denken. Een negatieve recensie is toch altijd even slikken. Als schrijver ben je heel kwetsbaar, want een boek is je geesteskind. Soms kan je er iets uit leren, soms ook niet. Ik weet dat het zogenaamde probleemboek momenteel niet in is, wat ooit anders geweest is. Er bestaat zelfs een zekere weerstand tegen, maar ik probeer trouw te blijven aan mezelf. Een negatieve recensie durf ik dan al eens met een korreltje zout te nemen. En door de jaren heen leer je er natuurlijk ook mee omgaan.

Wat zijn je favoriete boeken?

Alle boeken van Guus Kuijer
De Aanslag van Harry Mulisch
Het geheim van Anna Enquist
De kikkerboeken van Max Veldhuis
Tirza van Arnon Grunberg

Andere recensies

Lilly, Hanna en de zeven omaatjes – Elsa Paulson – Vertaling: Mijke Hadewey van Leersum – 32 blz. Wat een leuke en intrigerende titel, dacht ik toen ik dit boek kreeg aangeboden. Het is het prentenboekendebuut van Elsa Paulson. Ze is een Zweedse illustrator...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!
Stemmen in het duister – Nicci French – Vertaling: Lidwien Biekmann en Koos Mebius – Ambo Anthos – 442 blz. Na de succesvolle Frieda Klein-reeks maakten we vorig jaar in Wie heeft Charlotte Salter gezien kennis met een nieuw personage, rechercheur Maud O’Connor. Het lijkt...
Lees verder Categorie: Thrillers & Spanning
| Reageer!
Olifant heeft kriebel – Kaj Driessen – Illustraties: Barbara de Wolf – Samsara – 40 blz. Hoe komt een olifant aan die kriebel op zijn rug? Of beter gezegd: hoe komt hij er van af? Hij probeert van alles, maar hij kan zelf niet...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!