Nederlands handelsvolk op Afrikaanse kust

Dof goud – Gijs van der Ham – Vantilt – 176 blz.

Dof goud1De afdeling geschiedenis van het Rijksmuseum is gestart met een serie boeken over het gedeelde verleden van Nederland en Japan, Indonesië, China, India, Sri Lanka, Zuid-Afrika, Suriname, Brazilië en Ghana. Dof goud, Ghana en Nederland sinds 1593, is het eerste boek dat in deze Landenreeks is verschenen. Aan de hand van een reeks voorwerpen, kaarten, tekeningen, gravures en schilderijen, grotendeels uit de collectie van het Rijksmuseum, beschrijft Gijs van der Ham, conservator geschiedenis, de historie van de Nederlandse aanwezigheid in Ghana.

De Enkhuizer schipper Barent Ericksz was de eerste Nederlander die in 1594 terugkeerde van een handelsreis naar West-Afrika met een grote hoeveelheid goud, ivoor en grein (een gembersoort), aan boord. In 1602 verscheen een boek van de Amsterdammer Pieter de Marees over deze “goudkust”, met de titel: “Beschrijvinghe ende Historische verhael van het gout Koninkrijck van Gunea anders de Gout- custe de Mina genaemt liggende in het deel van Africa”. Het boek kwam tegemoet aan de groeiende interesse in die tijd in vreemde landen en volken en verscheen op een moment dat de handel met West Afrika explosief groeide. Tussen 1599 en 1608 deden ongeveer 200 schepen de goudkust aan. De belangrijkste producten waren goud en ivoor die werden geruild tegen textiel, koperwaren, kralen en brandewijn.

De Portugezen dreven er al langer handel, onder andere vanuit hun fort bij Elmina maar werden door de Nederlanders verdrongen. Zo werd Elmina in 1637 veroverd. Het was ook dit fort dat een belangrijke rol ging spelen in de slavenhandel, zeker toen Brazilië een Hollandse kolonie werd waar men slaven nodig had. De in 1621 opgerichte West – Indische Compagnie ( WIC ), had in de zeventiende eeuw praktisch het monopolie op deze mensenhandel. In een tijdsbestek van zeventig jaar, tussen 1668 en 1738, vervoerde de WIC zo ruim 65000 Afrikanen naar Suriname. Handel in slaven en slavernij waren in Afrika al eeuwen een normaal verschijnsel. Er bestonden slavenmarkten die oorspronkelijk helemaal losstonden van de handel met de Europeanen. Dit bestaande netwerk diende als basis voor de levering van slaven aan Europese handelaren. De selectie van de slachtoffers was uiterst streng: “ Dan drijft men ze bijeen op het grote dorpsplein, mannen zowel als vrouwen poedelnaakt. Onze chirurgijn begint zijn werk. Zeer zorgvuldig bekijkt en betast hij elk lichaamsdeel en hij is zo verstandig werkelijk niets over het hoofd te zien.” Eenmaal aan boord van een schip was de sterfte hoog, gemiddeld overleefde een op de zeven Afrikanen de overtocht niet. Volgens recente berekeningen hebben Nederlanders tussen 1600 en 1803 550.000 slaven naar Amerika verscheept, en dat was nog maar zo’n zeven procent van het totale aantal in deze periode!

Dof goud is evenwel geen boek dat alleen over slavernij handelt. Heel interessant is wat de auteur over de verhouding met de lokale machthebbers heeft te melden, over de diplomatieke en militaire strijd met de concurrentie en vooral de verhouding tussen de Nederlandse beambten en de lokale bevolking. De Nederlanders gingen vaak relaties aan met Afrikaanse vrouwen, hoewel de predikanten in Elmina daar weinig mee op hadden. Ze spraken afkeurend over de “nauwe vrientschap ende bijsonderen ommeganck met de swartinnen”, noemden de compagniesdienaren “erger dan de heidenen” en repten van hoererij en overspel. Kinderen uit deze relaties werden in de meeste gevallen wel geaccepteerd en soms naar Nederland gestuurd voor een goede opleiding. Jacobus Kapitein, een portret van hem siert de omslag van dit boek, was zo iemand. Dof goud brengt een vrijwel onbekende geschiedenis tot leven en is, zeker met het oog op de discussie rond slavernij en de rol van ons land daarin, onmisbaar voor iedereen die op de hoogte wil zijn van een aantal feiten.

Dick Huitema

Andere recensies

Lilly, Hanna en de zeven omaatjes – Elsa Paulson – Vertaling: Mijke Hadewey van Leersum – 32 blz. Wat een leuke en intrigerende titel, dacht ik toen ik dit boek kreeg aangeboden. Het is het prentenboekendebuut van Elsa Paulson. Ze is een Zweedse illustrator...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!
Stemmen in het duister – Nicci French – Vertaling: Lidwien Biekmann en Koos Mebius – Ambo Anthos – 442 blz. Na de succesvolle Frieda Klein-reeks maakten we vorig jaar in Wie heeft Charlotte Salter gezien kennis met een nieuw personage, rechercheur Maud O’Connor. Het lijkt...
Lees verder Categorie: Thrillers & Spanning
| Reageer!
Olifant heeft kriebel – Kaj Driessen – Illustraties: Barbara de Wolf – Samsara – 40 blz. Hoe komt een olifant aan die kriebel op zijn rug? Of beter gezegd: hoe komt hij er van af? Hij probeert van alles, maar hij kan zelf niet...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!