“Roven is geen schande”

Piraten van de Noordzee – Alban van der Straten – Lannoo – 334 blz.

De vijfdelige filmreeks Pirates of the Caribbean kent nog steeds een groot succes, herhaling volgt op herhaling en ‘spin off’s’ zijn aan de orde van de dag. Zelfs Donald Duck en consorten worden in deze piratenrollen gestopt. Blijkbaar is er nog steeds een (romantische?) behoefte aan verhalen over zeeroverij en schateilanden. Hoe vaak zou Schateiland van Robert Louis Stevenson zijn herdrukt en hertaald? De genoemde films zijn toch echt voor volwassenen. Verder zijn er voor hen in het Nederlands, behalve wat bouquet-achtige prulletjes, weinig goede romans te vinden, wel in het Engelstalige gebied zoals Blackhearts en Blacksouls van Nicole Castroman.

Het boek van Alban van der Straten speelt op die populariteit in, maar houdt zich met de werkelijkheid bezig. Volgens het voorwoord van Louis Sicking, hoogleraar volkenrechtsgeschiedenis, gebruikt de auteur de langetermijnprocedure. Hij begint in de vroegste geschiedenis (ca. 41 v.Chr) en gaat door tot 1814. Ook mijdt hij de geijkte locaties in de Caraïben en kiest voor de Noordzee. Daarbij kan nationaliteit geen invloed meer uitoefenen: er liggen immers veel landen aan, terwijl hij er ook nog de Ierse Zee en de Oostzee bij betrekt.

Van der Straten merkt terecht op dat terminologie belangrijk is. Aangezien zijn boek in de oudheid begint, gebruikt hij de term piraat, die afkomstig is van het Griekse peiratās, afgeleid uit peirãn, dat ondernemen, aanvallen betekent. Een piraat is volgens het woordenboek iemand die tot de bemanning van een roofschip behoort. Datzelfde geldt voor de term zeerover. Hun praktijken zijn illegaal. De auteur behandelt echter ook de kaapvaart (eufemistisch: commissievaart), die vanaf eind zestiende eeuw een legale onderneming betrof. Overheden (waaronder ook Willem van Oranje) verstrekten kaperbrieven aan kapers (zoals Dolhain – pseudoniem van geuzenadmiraal Adriaen van Bergen) met toestemming om vijandige schepen buit te maken. Daar verdiende de overheid aan, want een deel van de rooftocht viel aan de verstrekkers van de brieven ten deel. Niemand minder dan onze beroemde zeeheld Piet Hein was ook een kaper (Spaanse Zilvervloot). Voor wie meer van de kaapvaart wil weten dan in dit boek staat, is Al die willen te kaap’ren varen van Johan Francke een interessant werk. U vindt een bespreking ervan op deze website.

In de uitgebreide inleiding, Op zoek naar Peter Pan, laat Van Straten zien hoe hij tot zijn onderwerp is gekomen: het maken van een piratenfilm samen met zijn broer. Ook tijdens vakanties fantaseert hij er lustig op los, waarbij veel piraterij aan de orde komt. Hier, maar niet alleen op deze plek, zien we in inhoud en stijl de achtergrond van de auteur, filosoof, duidelijk om de hoek kijken. Het vergroot het leesplezier. Hij laat de lezer duidelijk zien welke manier hij heeft gekozen voor het schrijven: een tocht door boeken en landen. De onderwerpen die verder aan de orde komen zijn de algemeenheden die hij in de chronologische hoofdstukken aan de geschiedkundige onderwerpen verbindt, zoals locaties, opdrachtgevers, soorten schepen, bevelhebbers en bemanningen. Dat hij dit doet, is plezierig voor de verdere inhoud, waar nu veel minder uitgelegd hoeft te worden Dat komt de vaart in de historische vertellingen ten goede.

De chronologische beschrijving in drie delen van de piraterij op de Noordzee (en omstreken) begint de auteur met de Romeinse generaal Agricolo, die in Schotland getatoeëerde wilden en zwermen midgets aantreft. Met dit vleugje humor heeft Van Straten de lezer direct te pakken. Hij laat zien dat alle bevolkingsgroepen hun eerste zeeroversstappen doen. Naast de Romeinen komen de Kelten, de Franken, de Friezen, de Angelsaksen, de Ieren en de Vikingen aan de orde. Van die laatste worden verdwijnen enige mythen voorgoed in de prullenbak. Frappant is dat de Franken voor het eerst in het Middellandse Zeegebied actief waren en niet op de Noordzee.

Het tweede deel gaat over de Middeleeuwen. Vanzelfsprekend komt de eeuwige tweestrijd tussen Engeland en Frankrijk een stevig woordje meespelen. Het beroven van elkaars schepen is ‘normaler’ dan officiële zeeslagen. In deze tijd speelt ook de Hanze een rol. Wat te denken van een motto dat dit handelsverbond voerde: “Roven, dat en is geen schande, dat doen de besten van dem lande” 

Van piraterij in de periode na ongeveer 1550 is in geschreven bronnen meer bekend. Dat zal ook bij de lezer leiden tot herkenning; denk aan de Watergeuzen, de Duinkerker kapers en Piet Hein. Veel van de gebeurtenissen zouden, aangevuld met een flinke schep fantasie, tot boeiende historische romans kunnen leiden. Denk maar eens aan de avonturen van de Ierse piratenkoningin Grace O’Malley (Iers: Gráinne Ni Mháille) en Jean Baert met zijn compagnon Claude de Forbin, waarover de laatste vertelt in zijn memoires. Aan Nederlandse kant moeten we de Zeeuwen niet vergeten met als kopstukken Nicolaas Jarry en Pierre le Turcq (bijnaam van Ghyslain du Plessis). Heel duidelijk is Van der Straten in dit hoofdstuk over de wel zeer dunne scheidslijn tussen piraterij en kaapvaart. Hij merkt op dat die laatste een zekere (hoe groot is niet exact bekend) impact op de economie van die tijd heeft gehad. De epiloog laat in de persoon van Tom Souville iets zien over de nadagen van de piraterij. Over zijn belevenissen alleen al zou een prachtige roman te schrijven zijn.

Van der Straten heeft een boek geschreven dat kan fungeren als naslagwerk en de start voor verder onderzoek naar personen en gebeurtenissen met betrekking tot de piraterij. Vooral de personen komen door de lange tijdsperiode niet als echte mensen uit de verf, misschien bewust om niet al te populair te doen. Ze opzoeken in de tekst, wordt gemakkelijk gemaakt door het uitgebreide register. De afbeeldingen zijn schitterend, maar het zijn vooral illustraties en geen aanvullingen op de tekst. De bronnen (veel Franse) heeft de auteur voorbeeldig verantwoord. Een aanrader van jewelste!

Kees de Kievid

Boek bestellen!

Andere recensies

Lilly, Hanna en de zeven omaatjes – Elsa Paulson – Vertaling: Mijke Hadewey van Leersum – 32 blz. Wat een leuke en intrigerende titel, dacht ik toen ik dit boek kreeg aangeboden. Het is het prentenboekendebuut van Elsa Paulson. Ze is een Zweedse illustrator...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!
Stemmen in het duister – Nicci French – Vertaling: Lidwien Biekmann en Koos Mebius – Ambo Anthos – 442 blz. Na de succesvolle Frieda Klein-reeks maakten we vorig jaar in Wie heeft Charlotte Salter gezien kennis met een nieuw personage, rechercheur Maud O’Connor. Het lijkt...
Lees verder Categorie: Thrillers & Spanning
| Reageer!
Olifant heeft kriebel – Kaj Driessen – Illustraties: Barbara de Wolf – Samsara – 40 blz. Hoe komt een olifant aan die kriebel op zijn rug? Of beter gezegd: hoe komt hij er van af? Hij probeert van alles, maar hij kan zelf niet...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!