Stralend talent aan het thrillerfirmament

Duimkruid – Esther Teunissen – Prometheus – 283 blz.

Het debuut van Teunissen in de thrillerwereld speelt zich af in 1525 in Den Haag. De locaties zijn te vinden op een plattegrond voorin het boek. Op 21 november spelen zich een aantal belangrijke gebeurtenissen af, waarbij de auteur op een filmische manier schakelt tussen een aantal locaties. Eerst leren we, in haar huis, twee hoofdrolspelers kennen: Hadewych Dolckx (vroedvrouw) en haar zoon Frederik van Leuven. Zij wordt al snel weggeroepen naar de woning van Raadsheer Berendrechtsz voor de bevalling van Kathelijne, zijn vrouw. Frederik kondigt een bezoek aan naar de terechtstelling (onthoofding) van Clareit, een ketter. Op Plaats bevindt zich de executie-locatie het “Groene Zoodje”, daarheen is de stoet onderweg, waarin we weer enkele hoofdpersonen voorgesteld krijgen: de Raadsheren van het Hof van Holland, Louff Berendrechtsz, Conrad Edelinc en de aanklager (procureurgeneraal) Adriaan Oem. De laatste gaat een zeer belangrijke rol in het boek vervullen.

Teunissen trekt een aardige parallel tussen deze twee gebeurtenissen: zowel de bevalling als de executie zorgen voor de nodige problemen. Bij het kind van Kathelijne, komen de beentjes het eerst in plaats van het hoofd en het hoofd van Clareit rolt pas op het schavot na de tweede houw met het zwaard. Een goede vondst om het verhaal met twee uitersten te starten: het begin en het einde van een leven. Ook hier een parallel: zowel de geboorte als de dood zijn met behulp van de mens tot stand gekomen.

Tijdens de terechtstelling leren we Oem, de aanklager (vijftiende-eeuwse versie van het OM) al een beetje kennen. Hij is geen zwart-witdenker, maar vindt dat pas tot bestraffing kan worden overgegaan als schuld overtuigend bewezen is. Hij twijfelt daarom of de onthoofding van Clareit wel volkomen terecht is. Hij grijpt niet in als Clareit zijn geloof op het schavot nog eens laat horen. Uit reacties blijkt dat ook het gewone volk niet echt overtuigd is. De eerste terechtstelling van een ketter had gemakkelijk kunnen leiden tot een boek, waarin de Rooms-Lutherse tegenstelling een veel grotere rol had gespeeld. Teunissen heeft zich daartoe, ondanks haar opleiding, niet laten verleiden. Ook de geschiedenis speelt slechts een ondergeschikte rol, waardoor er geen lange verhandelingen voorkomen die de vaart uit het verhaal houden.

Intussen is het kind van Kathelijne gezond ter wereld gekomen. Bij Hadewychs thuiskomst is Frederik nog niet terug. Hij verschijnt midden in de nacht, in tranen. Zonder iets te verklaren, vertrekt hij weer. Zijn moeder is hevig verontrust. Dat dit terecht is, blijkt de volgende dag. Koopman Dirkc Ruychaver wordt dood in zijn huis aangetroffen, vermoord!
Zijn vrouw heeft hem gevonden met een gestalte naast hem gehurkt op de vloer. Die man vlucht, maar de vrouw heeft in hem Frederik herkent. Adriaan Oem moet de zaak onderzoeken. Op de plaats delict vindt hij een paar onverklaarbare zaken die hem aan het twijfelen brengen. Toch, mede onder druk van de eerdergenoemde Raadsheren, wordt Frederik gearresteerd en later veroordeeld. Hij heeft, eerst na de pijnbank en later een herhaalde bekentenis afgelegd. Hadewych is overtuigd van de onschuld van haar zoon, een overtuiging die versterkt wordt door een verklaring van een prostituee. Ze weet Oem over te halen een diepgaander onderzoek te plegen om de executie van haar zoon in kokende olie te voorkomen. En dan volgt een tweede moord…

Is Frederik werkelijk onschuldig? Wie is dan de moordenaar? Wat hebben de bij Ruychaver ontdekte valse munten met de zaak van doen? Wie is de man met de bolle ogen uit Dordrecht? Durft Oem een confrontatie met de Raadsheren aan? Dat zijn allemaal vragen die in dit boek beantwoord worden.

De meeste historische thrillers bevatten een mengeling van geschiedkundige feiten en fictie. Bij Teunissen gaat het veel meer om de plot. Geschiedkundige feiten zijn er ter ondersteuning en niet als aanvulling. De auteur verklaart dat in haar verantwoording: “Hoewel het verhaal is bedacht, weerspiegelt Duimkruid zo getrouw mogelijk de werkelijkheid van 1525/1526. Desondanks heb ik voor de begrijpelijkheid van het verhaal concessies gedaan of omdat het verhaal erom vroeg.” Maar de sfeer van de tijd waarin het verhaal zich afspeelt, is uitstekend weergegeven. Als voorbeeld daarvan het voorkomen van (gekortwiekte) ooievaars die op de markt fungeren als opruimers. Niet voor niets staat er in het wapen van Den Haag een ooievaar. Ook het straatbeeld is voortreffelijk weergegeven: “Overdag was het geloei hoorbaar geweest van het vee dat naar het slachthuis werd gedreven, gehamer en geklop uit de werkplaatsen, wijnroepers die luidkeels de kwaliteiten roemden van hun vocht, de omroeper die de beslissingen van het stadsbestuur op straathoeken galmde, bellen waarmee paardentuig of kledij waren opgesmukt en de kerkklokken die diverse keren per dag al deze geluiden overstemden.”

Teunissen geeft een levendig beeld van de procesgang bij een zware misdaad als moord en ook van het kroegleven. Duidelijk wordt hoe de positie van de vrouw toen was als Berendrechtsz een schampere opmerking maakt: “Ik zeg u eerlijk: ik houd ook van vrouwen, al zijn ze het weke deel van de mensheid … Adam at onder de verderfelijke invloed van Eva van de boom der kennis”.

Van de personages zijn de karakters van Hadewych en Oem ruim voldoende uitgediept: de machteloze, zorgzame moeder en de weifelaar met goede bedoelingen. De auteur heeft een heldere, vloeiende stijl van schrijven, maar moet oppassen voor overdrijving: “Pas na lange tijd week de nacht voor de dag. De gloed boven de schemering leek even te twijfelen, alsof hij de nacht wilde behouden, maar in een onbewaakt ogenblik was daar de dageraad”. De dialogen zijn zeer realistisch, al past de volgende uitspraak van Oem eigenlijk niet bij zijn persoon: “Dus uw mening over het belang van de munt voor het onderzoek draaide opeens om als een drol in een pispot”.

Als Teunissen zulke schoonheidsfoutjes weet te vermijden, zal blijken dat ze een zeer waardevolle aanwinst in het genre gaat worden.

Kees de Kievid

Boek bestellen!

Andere recensies

Lilly, Hanna en de zeven omaatjes – Elsa Paulson – Vertaling: Mijke Hadewey van Leersum – 32 blz. Wat een leuke en intrigerende titel, dacht ik toen ik dit boek kreeg aangeboden. Het is het prentenboekendebuut van Elsa Paulson. Ze is een Zweedse illustrator...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!
Stemmen in het duister – Nicci French – Vertaling: Lidwien Biekmann en Koos Mebius – Ambo Anthos – 442 blz. Na de succesvolle Frieda Klein-reeks maakten we vorig jaar in Wie heeft Charlotte Salter gezien kennis met een nieuw personage, rechercheur Maud O’Connor. Het lijkt...
Lees verder Categorie: Thrillers & Spanning
| Reageer!
Olifant heeft kriebel – Kaj Driessen – Illustraties: Barbara de Wolf – Samsara – 40 blz. Hoe komt een olifant aan die kriebel op zijn rug? Of beter gezegd: hoe komt hij er van af? Hij probeert van alles, maar hij kan zelf niet...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!