Wieden in de moestuin van de wetenschap

Wetenschappelijk onkruid – Samenstelling: John Brockman – Redactie vertaling: Frits van der Waa en Henny Corver – Maven Publishing – 544 blz.

Wetenschappelijk OnkruidThe Edge Foundation en de website edge.org zijn een initiatief van de Amerikaanse schrijver John Brockman. Ieder jaar lanceert hij een vraag gericht aan een aantal gespecialiseerde wetenschappers, denkers, journalisten, academici en andere. De vraag voor 2014 luidde: “Welk wetenschappelijk idee is klaar voor de prullenmand?” Het resultaat van deze bevraging is gebundeld in Wetenschappelijk Onkruid, een zeer gevarieerde verzameling van 179 essays. De verscheidenheid zit voornamelijk in de verschillende vakdisciplines die aan bod komen. Niet alleen Amerikanen werden bevraagd. Zo leverden enkele wetenschappers van Nederlandse origine een bijdrage zoals psycholoog Victor van Daal en hoogleraar Cognitieve Neurowetenschap Peter Hagoort.

De rijke waaier aan wetenschapsdomeinen zorgt ervoor dat het totaal onmogelijk is om de verschillende bijdragen volledig te begrijpen of te doorgronden. Daarvoor moet je vaak echt een vakgenoot zijn van de auteur temeer omdat de bijdragen (één à vier bladzijden) soms te kort zijn om uit te weiden. Bovendien spreken de auteurs elkaar wel eens tegen wat duidelijk aantoont dat er nog heel wat discussie is over bepaalde onderwerpen. Een gevolg van het opzet van het boek is dat je van een bepaalde theorie of opvatting uiteindelijk niet weet of hij nu algemeen aanvaard is door de wetenschappelijke wereld, of juist niet. Zo heeft de snaartheorie blijkbaar zijn voor- en tegenstanders. Een aantal bijdragen overstijgt het vakspecifieke en neemt een aantal zaken inzake werkwijzen en onderzoeks- en verwerkingsmethoden op de korrel. In dat verband bijvoorbeeld stelt de Nederlandse Christine Mummery dat het gebruik van proefdieren voor het nagaan van de bijwerkingen van geneesmiddelen (bijna) op pensioen kan.

Door de variëteit van onderwerpen en auteurs krijg je dus een goed uitgebalanceerd boek. Kwalitatief is er een groot verschil tussen de diverse auteurs. De meerderheid heeft weliswaar echt de moeite gedaan om de eigen mening goed te onderbouwen. Toch zijn er enkelen die zich vrij gemakkelijk van hun taak hebben gekweten.

Eenieder die dit boek leest, zal ongetwijfeld zijn favoriete bijdragen vinden. Persoonlijk vind ik de stelling van Nina Jablonski dat het begrip ‘ras’ geen plaats heeft in de wetenschap heel sterk en overtuigend: “De volslagen instabiliteit en het gevaar van misinterpretatie maakt het concept ‘ras’ als wetenschappelijk concept nutteloos.”
Verrassend voor heel wat mensen is ongetwijfeld het feit dat de opdeling tussen mensen die voornamelijk met de linkerhelft van hun hersenen denken en handelen en de ‘rechterhersenhelftdenkers’ naar het rijk van de fabeltjes moet verwezen worden. Nochtans bulkt het internet nog van testen waarmee je (blijkbaar dus zogezegd) kan nagaan welke hersenhelft je meest gebruikt. Het boek wordt afgesloten door technologievoorspeller Paul Saffo met een terechte quote: “We kunnen vooruitgang beter niet afmeten aan wat er is ontdekt, maar aan de groeiende lijst mysteries die ons in herinnering brengt hoe weinig we werkelijk weten.”

De bijdragen kunnen willekeurig worden gelezen. De essays uit een bepaald vakgebied staan soms gegroepeerd, maar dit is niet altijd het geval. Achterin zijn een index met auteursnamen en een lijst met noten opgenomen. Het boek vereist een brede wetenschappelijke interesse gezien de vele disciplines die aan bod komen. Maar zelfs dan nog zijn een aantal bijdragen toch té gespecialiseerd. Het is geen werk om in één ruk uit te lezen. Wie bepaalde stellingen ten volle wil doorgronden, moet deze toch wat laten bezinken of op zoek gaan naar meer achtergrondinformatie. Verder kan het boek een ideaal vertrekpunt zijn om discussies of groepsgesprekken te initiëren over diverse wetenschappelijke onderwerpen. Een boek dat aan te bevelen is aan eenieder met een zeer sterke algemene belangstelling in wetenschappen.

Kris Muylle

Andere recensies

Lilly, Hanna en de zeven omaatjes – Elsa Paulson – Vertaling: Mijke Hadewey van Leersum – 32 blz. Wat een leuke en intrigerende titel, dacht ik toen ik dit boek kreeg aangeboden. Het is het prentenboekendebuut van Elsa Paulson. Ze is een Zweedse illustrator...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!
Stemmen in het duister – Nicci French – Vertaling: Lidwien Biekmann en Koos Mebius – Ambo Anthos – 442 blz. Na de succesvolle Frieda Klein-reeks maakten we vorig jaar in Wie heeft Charlotte Salter gezien kennis met een nieuw personage, rechercheur Maud O’Connor. Het lijkt...
Lees verder Categorie: Thrillers & Spanning
| Reageer!
Olifant heeft kriebel – Kaj Driessen – Illustraties: Barbara de Wolf – Samsara – 40 blz. Hoe komt een olifant aan die kriebel op zijn rug? Of beter gezegd: hoe komt hij er van af? Hij probeert van alles, maar hij kan zelf niet...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!