Yogameisje in een sloppenwijk

De beste plek ter wereld – Roanne van Voorst – Brandt – 240 blz.

De beste plek ter wereldAls kind woonde ik in Indonesië en op onze internationale school, kwam een Amerikaanse antropologe uitleg geven over haar werk. Ze woonde met haar gezin op Irian Jaya tussen de mensen daar en ik was op slag gefascineerd door haar beroep. Dat wilde ik ook. Of misschien toch schrijfster worden. Of wacht, antropologe worden en dan schrijven over wat ik meemaakte. En ja, liefst in Indonesië! Ik ben nooit antropologe geworden, wel schrijfster en mijn grote passie is nog steeds Azië en Indonesië in het bijzonder. Ik was dan ook enorm benieuwd naar het boek De beste plek ter wereld, van Roanne van Voorst.

Van Voorst is antropologe en woonde een jaar lang in een van Jakarta’s vele kampungs – krottenwijken – om de invloed van de constante dreiging van overstromingen in Jakarta op het arme deel van de bevolking, die in kampungs wonen, te onderzoeken. Het boek gaat niet over haar onderzoek, maar over haar jaar in de krottenwijk met de fictieve naam Bantaran Kali. De naam mag dan fictief zijn, wie een beetje op de hoogte is van de politiek in Jakarta, komt zo uit op een van de vele kampungs aan de over van de Ciliwung rivier in Jakarta, zoals Bukit Duri , die het veld moeten ruimen omdat de overheid er groene zones wil optrekken – en duurdere huizen wil plaatsen. Bovendien, meent de overheid, zijn de sloppenwijken illegaal gebouwd en valt het slopen ervan dan ook onder ‘orde op zaken stellen’ – maar wie dit boek leest, weet dat de armste bewoners geen andere keus hebben dan een huisje uit sloopmateriaal te bouwen in een kampung.

Van Voorst neemt haar intrek in een sloppenwijkhuisje, waar ze de ruimte deelt met kakkerlakken, ratten en muggen. Ze huurt de ruimte van de prostitué Aki, die boven haar gaat wonen. Een huis met een bovenverdieping zal een zegen blijken in het vaak door overstromingen geteisterde Jakarta, die vooral de armen treffen. Ik ken de overstromingen in Indonesië – als kind zwom ik geregeld in de voortuin als de regen er weer eens een zwembad van had gemaakt en iedereen waadde kniediep door de straten. In Jakarta zijn de overstromingen een graad erger – er is zoveel bebouwing dat het water eenvoudigweg niet weg kan vloeien. De overheid heeft in haar keuzes met regelmaat het verkeerde pad gekozen – er is nauwelijks geïnvesteerd in sociale woningbouw voor de allerarmsten, kanalen worden niet goed onderhouden en er is ongebreideld doorgebouwd aan shopping malls, fabrieken, kantoren. De Big Durian barst uit zijn voegen en is een aaneenrijging van woonwijken, zakendistricten en kampungs aan een draad van eindeloze files.

Van Voorst leert al snel de bewoners van haar wijk kennen en maakt kennis met de Indonesische wij-cultuur. Die wij-cultuur zorgt ervoor dat ze te allen tijde mensen over de vloer krijgt, maaltijden aangeboden krijgt, goedbedoelde relatieadviezen en nog veel meer. Wanneer ze, geveld door een aantal parasieten en virussen, doodziek en koortsig in haar huisje ligt, zwermen de bewoners om haar heen met hun eigen drankjes en sapjes, en willen haar niet naar het ziekenhuis brengen, omdat ze geen vertrouwen in artsen hebben. Niet alleen dat – ze hebben ook de ervaring dat de armen vaak niet op tijd behandeld worden. Uiteindelijk lukt het Van Voorst een van haar vrienden in de wijk, Tikus, te overtuigen haar toch naar het ziekenhuis te brengen en na een aantal uren aan het infuus, mag ze weer terug naar de krottenwijk. Veelzeggend is de reactie van haar vrienden daar: ze vinden Van Voorst een sterke meid, die ondanks dat ze naar het ziekenhuis is gegaan, toch weer beter is geworden.

Het boek gaat zoals ik aangaf, niet zozeer over de overstromingen – soms staat zeventig procent van de stad wekenlang onderwater – maar meer over het leven in de kampung en ook in die beschrijving toont Van Voorst zich een antropologe die observeert zonder al te veel invloed te willen hebben op het dagelijkse leven daar. Soms miste ik daardoor wel de meer persoonlijke inzichten van Van Voorst over haar omstandigheden daar – ze is vooral observerend naar anderen toe. De corruptie, de financiële systemen in de kampung, de saamhorigheid die er dan weer wel, dan weer niet is, het gebrek aan alles en de inventiviteit van sommige bewoners om er wat van te maken. Zo bedenkt Tikus dat hij een fitnessschool wil opstarten, zelfs met een jacuzzi. Dat levert een prachtig, hilarisch verslag op. Het boek biedt een mooie inkijk in een heel andere cultuur. Voor mij was het boek wel een feest van herkenning. Van Voorst weet de juiste toon te treffen als het gaat om de beschrijving van de volksaard van de mensen en ik waande me bij het lezen even terug in Jakarta.

De sloppenwijken aan de Ciliwung worden platgegooid en wie geen oorspronkelijke inwoner van Jakarta is, krijgt geen vervangende – en duurdere – woning aangeboden van de Indonesische overheid. De veerkracht van de inwoners laat zich optekenen in een veelgehoorde uitdrukking in Indonesië: begitulah. Het is nu eenmaal zo. En daarna begin je weer opnieuw. Een lezenswaardig boek en ik hoop dat Van Voorst nog meer zal schrijven over haar tijd in Jakarta.

Marlies Slegers

Andere recensies

Lilly, Hanna en de zeven omaatjes – Elsa Paulson – Vertaling: Mijke Hadewey van Leersum – 32 blz. Wat een leuke en intrigerende titel, dacht ik toen ik dit boek kreeg aangeboden. Het is het prentenboekendebuut van Elsa Paulson. Ze is een Zweedse illustrator...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!
Stemmen in het duister – Nicci French – Vertaling: Lidwien Biekmann en Koos Mebius – Ambo Anthos – 442 blz. Na de succesvolle Frieda Klein-reeks maakten we vorig jaar in Wie heeft Charlotte Salter gezien kennis met een nieuw personage, rechercheur Maud O’Connor. Het lijkt...
Lees verder Categorie: Thrillers & Spanning
| Reageer!
Olifant heeft kriebel – Kaj Driessen – Illustraties: Barbara de Wolf – Samsara – 40 blz. Hoe komt een olifant aan die kriebel op zijn rug? Of beter gezegd: hoe komt hij er van af? Hij probeert van alles, maar hij kan zelf niet...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!